Toen ik in Iran sociologie studeerde, leerde ik uitgebreid over de industri?le revolutie met de arbeidsverdeling als het belangrijkste kenmerk daarvan. Om de arbeid zo effici?nt mogelijk te laten verrichten, is de takenverdeling binnen de organisaties en de industrie?n tot leven geroepen. Deze verdeling kan de effici?ntie van de arbeid op het eerste gezicht vergroten, maar men vergeet dat dit tot talentenmoord kan leiden, zoals Muskens ook in zijn artikel weergeeft, waarin inzichten van Annemieke Roobeek worden verwoord. (zie http://www.managementissues.com/organisatiemanagement/management_%26_organisatie/van_klassieke_manager_naar_netwerkmanager_20051017323.html ).
Een arbeider heeft de taak om achter een lopende band de zoveelste knop in een rij te draaien. Dat doet hij elke dag keurig volgens de regels totdat op een dag zijn geliefde hem komt bezoeken. Hij wordt afgeleid door zijn gevoel en vergeet aan een knop te draaien. Het hele systeem raakt in de war en dit brengt een grote schade aan de fabriek. Hij verliest zijn baan (als ik me goed herinner). Daarna verliest hij zich ziekelijk in de handeling die hij verrichtte voor dat ongeluk. Zo erg zelfs dat hij automatisch aan de knopen van de jas van zijn vriendin begon te draaien, zodra hij haar zag. Over vervreemding van je innerlijke ?zelf' gesproken.
Max Herold presenteert in zijn boek een model, ontleend aan Clare W. Graves, waarin het ER/oranje denkfundament in haar gezonde vorm veel perspectief biedt voor de moderne post-industri?le samenleving. In dat model wordt de menselijke creativiteit op prijs gesteld. Dit betekent o.a. dat mensen met zo'n ER/oranje fundament gaan denken in meerdere alternatieven en z?lf nieuwe inzichten gaan vinden in plaats van dat een 'autoriteit' ze alles vertelt en voordoet. Er wordt een transformatie mogelijk gemaakt waarin de ??n-dimensionale mens zich noodzakelijk ontwikkelt tot een multi-dimensionaal individu dat op vele markten thuis is.
Volgens Richard Florida is menselijke creativiteit, passend bij een ER/oranje wereld, d? motor van de 21ste-eeuwse economie. Die creativiteit is prominent aanwezig bij een economische klasse van designers, muzikanten, onderzoekers, ondernemers en consultants. Florida spreekt in zijn boek 'The rise of the creative class' dan ook van de 'creatieve klasse', waar de nieuwe 'creatieve economie' op drijft. De creatieve klasse is een containerbegrip, waaronder niet alleen kunstenaars, mediapersoneel en vormgevers worden geschaard, maar bijvoorbeeld ook innovatieve ondernemers, technici, wetenschappers en (ER/oranje) ondernemende allochtonen. Plaatsen waar diversiteit bruist!
Creatieve mensen willen in een tolerante omgeving leven en werken. De locaties die de creatieve klasse kiest, hebben een sterk sociaal leven, diversiteit, kunstenaars, cultuur etc. Regio's of steden waar deze personen samenclusteren, blijken volgens het onderzoek van Florida ook de gebieden te zijn met een innoverende economie. Zijn research laat zelfs zien dat bedrijven meer en meer dergelijke locaties gaan opzoeken en er vestigingen gaan oprichten. De bedrijven in de nieuwe groeiende en toekomstgerichte economische sectoren gaan zich niet vestigen op plekken waar ze door lage loonlasten of een gunstig investeringsklimaat naar toe worden getrokken, maar wel daar waar creatieve mensen, met talen en knowhow wonen.
De creatieve klasse is wat de aristocratie was voor het ancien regime en de bourgeoisie voor het industri?le tijdperk. De ?creatives' zijn die mensen die met creativiteit hun boterham verdienen. Zij zijn de motor van de economische groei en welvaart geworden. Is creativiteit en innovatie dan niet altijd al de motor van economische groei en verandering geweest? Natuurlijk. Maar wat Florida vaststelt in het creatieve tijdperk is dat die creativiteit niet langer de externe noodzakelijke impuls is, maar de regel.
Toen ik pas in Nederland gekomen was, viel ik van de ene verbazing in de andere over hoe de strikte taakverdeling binnen de organisaties liep. Om te beginnen bij de IND. Ze hadden een aantal regels uit een boek geleerd en buiten dat wisten ze niets. Of bij het vluchtelingenwerk, precies hetzelfde. Men werd van het kastje naar de muur gestuurd voor een vraag die door de ambtenaren gespitsts werd in de subvragen en voor elk onderdeel hadden ze weer een ander ambtenaar. Binnen enkele maanden wist ik veel meer van de vreemdelingenregelgeving dan een ambtenaar van de IND. Dat had ik te danken aan, in eerste instantie, mijn eigen nieuwsgierigheid en daarna aan de wijze waarop men in mijn vaderland handelde.
De auteur, Richard Florida, hanteert in zijn boek de volgende indicatoren:
? Innovatie-index: aantal patenten per inwoner.
? " High-tech-index: combinatie van twee subindicatoren: 1) aandeel van stad/regio in de high-tech industri?le output van een land en 2) verhouding aandeel high-tech output stad/regio in totale output stad/regio versus het analoge aandeel van een land.
? Homo-index: maat voor de onder- of oververtegenwoordiging van homo-koppels in een stad/regio t.o.v. het land. Regio's met een hoge concentratie homo's zouden immers gekenmerkt worden door innovativiteit (economisch en cultureel) en verdraagzaamheid.
? Creatieve klasse-index: aandeel van de supercreatieve kern en de creatieve professionals in de werkende bevolking. Dit is gebaseerd op Censusgegevens over de beroepen:
* supercreatieve kern: informatici en wiskundigen, architecten en ingenieurs, fysici, levens- en sociale wetenschappers, onderwijzend personeel, bibliothecarissen, kunstenaars, designers, beroepen in de entertainment, sport en media;
* creatieve professionals: managers, zakenlui, financi?le deskundigen, advocaten en juridische beroepen, beroepen in de gezondheidszorg en technici, verkooplui in de 'high-end sales' en 'sales management'.
Bohemische index: aandeel van de volgende beroepen in de werkende bevolking: auteurs, designers, musici, componisten, acteurs, schilders, beeldhouwers, artistieke drukkers, fotografen, dansers, artisten en optreders.
Smeltkroeg-index: aandeel van inwoners die in het buitenland geboren zijn in een stad/regio.
Talent index: maat voor het menselijke kapitaal in een regio, uitgedrukt door het aandeel van mensen met een HOBU of bachelor-graad.
Voorbeelden zijn raadpleegbaar op: http://www.creativeclass.org/rankings.shtml