De typemachine van Nietzsche.

Wat doet techniek met je hersenen. Dat zou ook een subtitel kunnen zijn van het boek van Nicholas Carr 'Het ondiepe: hoe onze hersenen omgaan met het internet'. En wat nog beter is, hij je laat je impliciet reflecteren op de vraag wat techniek met JOU doet. En dat is niet altijd even positief. Onderstaand een samenvatting van zijn boek.

Carr beschrijft het onprettige gevoel dat iemand aan zijn hersenen zit te prutsen. Bezig is met  het opnieuw inrichten van zijn centrale zenuwstelsel en het herprogrammeren van zijn geheugen. Vroeger kon hij zich eindeloos verdiepen in een boek of lang artikel. Nu laat zijn concentratie al na een bladzijde of twee te wensen over.  Mc Luhan merkte op dat media méér zijn dan alleen informatiekanalen. Ze leveren voedsel voor ons denkproces én door hun eigen aard beïnvloeden ze ook de wijze waarop we denken.

Onder de magische invloed van het internet
Het lijkt, en zo voorspelde McLuhan ook dat we in een overgang zitten tussen twee heel verschillende manieren van denken. Een kalme doelgerichte lineaire manier van denken maakt plaats voor een nieuwe manier van denken die informatie tot zich neemt en distribueert in korte, losse  explosies die elkaar overlappen. Hoe sneller hoe beter.

Ergens in 2007 begon bij Carr in dat kader een lichte twijfel te komen. Hij merkte dat het net een veel sterkere en bredere invloed op hem uitoefende dan zijn oude losse PC. Hij merkte dat niet alleen zijn hersenen meer hongerig werden. Ze wilden gevoed worden op de manier waarop het net hen voedde. En hoe meer ze kregen hoe hongeriger ze werden. Er ontstond een voortdurend verlangen zijn e-mail te checken. Hij moest een netverbinding in de buurt hebben. Carr begon zijn ouden hersenen te missen.

Zijn eigen ervaring kwam overeen met wat talloze onderzoeken lieten zien. Het intensieve gebruik van nieuwe middelen heeft neurologische consequenties. Alhoewel het niet de kernboodschap is van Carr, besteedt hij wel veel woorden aan het begrip 'neuroplasticiteit': de wijze waarop de hersenen (neuronen, dendrieten, synapsen etc.) zich aanpassen aan een veranderende omgeving.

We verwerven nieuwe perspectieven en vaardigheden maar raken oude kwijt.  Nieuwe vaardigheden op visueel-ruimtelijk gebied blijken gepaard te gaan met een verzwakking van het soort ‘diepte verwerken’ dat nodig is bij kennisverwerving, inductieve analyses, kritisch denken, verbeelding en reflectie. Weten waar informatie kan worden gevonden wordt belangrijker dan zelf veel te weten over een onderwerp.

Minder concentratie en meer verspringen is de druk die het nieuwe medium impliciet uitoefent. Dit wordt gestimuleerd door bijvoorbeeld Google. Het laatste dat een bedrijf als Google wil is dat mensen voor hun gemak of plezier diep gaan lezen. Het bedrijf leeft letterlijk van de afleiding in de vorm van veel kliks.

130 jaar terug….1881
Friedrich Nietzsche had een probleem. Dat had hij al zijn hele leven gehad. Een broze gezondheid die er niet beter op was geworden na de val van een paard. In 1881, toen hij verbleef in Genoa, ging zijn gezichtsvermogen drastisch achteruit. Concentreren op een pagina en deze schrijven lukte bijna niet meer omdat hij niet goed kon zien. Ten einde raad bestelde hij een typemachine, een Deense Writing Ball die enige tijd daarna werd bezorgd. De typemachine was een Deense uitvinding van enkele jaren daarvoor.
Deze Writing Ball redde Nietzsche voor een tijd. Toen hij eenmaal blind had leren typen, kon hij met de ogen dicht schrijven. Maar het apparaat bleek een subtiel neveneffect te hebben op zijn werk.

Een van Nietzsches goede vrienden merkte op dat de schrijfstijl veranderde door het gebruik van het apparaat. Nietzsches proza was compacter geworden. Meer telegramstijlachtig. Zijn proza ademende ook een nieuwe energie, alsof de kracht van de machine – haar ijzeren kracht – via een  mysterieus metafysisch mechanisme werd overgezet in de woorden die op de pagina kwamen. De magie van de typemachine. ‘Misschien dat je door dit instrument zelfs een nieuw idioom gaat hanteren. In mijn eigen werk zijn mijn gedachten in muziek en taal vaak afhankelijk van de kwaliteit van pen en papier,’  schreef zijn vriend.
“Je hebt gelijk,’ antwoordde Nietzsche. ‘Ons schrijfgerei neemt deel aan het vormen van onze gedachten.

T.S. Eliot had een soortgelijke ervaring. In 1916 schreef hij in een brief aan Conraid Aiken:”Als ik op mijn typmachine werk, merk ik dat ik niet langer van die lange zinnen schrijf waar ik ooit zo dol op was. Ik schrijf korte staccato-zinnen, net als het moderne Franse proza. De schrijfmachine zorgt voor helderheid maar ik betwijfel of zij ook subtiliteit stimuleert."

Elke technologie belichaamt een bepaalde ethiek die uiteindelijk een diepgaand effect op ons heeft. Thorstein Velben noemde dit het technologisch ‘determinisme'. Ralph Waldo Emerson formuleerde het nog kernachtiger:”De dingen zitten in het zadel en zij berijden de mensheid.” Hoe meer we een techniek gebruiken hoe meer we ons in denken en voelen aanpassen aan zijn vorm en functie.

Orale culturen versus boeken
McLuhan stelde naar aanleiding van bovenstaande dat de orale wereld van onze verre voorouders meer emotionele en intuïtieve diepten gekend die we nu niet meer kunnen ervaren en dientengevolge ook niet meer kunnen waarderen. Toen we leerden lezen zijn we losgeraakt van bepaalde gevoelens en ervaringen.

In zijn invloedrijke studie ‘Orality and Literacy’ nam Ong een vergelijkbaar standpunt in. Orale culturen konden prachtige verbale uitingen produceren van hoge artistieke en menselijke waarde, die niet langer mogelijk zijn sinds de schrift bezit heeft genomen van de psyche.

Niettemin had lezen echter andere contemplatieve voordelen.  De middeleeuwse bisschop Izaak van Syrië ervoer het lezen van boeken als een meditatieve bezigheid die evenwel niet leidde tot het leegmaken van de geest. Het betrof juist het vullen of bijvullen er van.  De lezers koppelden hun aandacht los van de externe stroom prikkels met het doel zich te verbinden met een innerlijke stroom van woorden, ideeën en emoties. 

Nadeel was dat het woorden van anderen waren. Niet de inzichten die tot je kunnen komen vanuit een diepere geest van wijsheid en trancendentie.

Ratio als de enige manier van denken
In de jaren ’50 merkte Heidegger op dat het opkomend tij van de technologische revolutie de mens zodanig kan betoveren en beheksen dat op een dag het berekende denken gezien en gepraktiseerd gaat worden als de enige manier van denken. Ons vermogen ‘meditatief te denken’, dat hij beschouwde als de essentie van ons mens-zijn, zou aan de ‘programma en regellogica’ volledig opgeofferd kunnen worden. We komen in een situatie waarin we taken toevertrouwen aan computers die wijsheid vragen.
We zijn door al die nieuwe technologieën een stuk wetenschappelijker maar ook een stuk mechanischer geworden. We hebben een verarmde versie gekregen van de directe ervaring want die is door de mechanisering en ‘verwetenschappijking’ verworpen als bron van kennis.

Meer info leidt tot vernauwing van de wetenschap
Ook blijkt uit een onderzoek van James Evans dat naarmate meer tijdschriften online verschenen, wetenschappers minder tijdschriften citeerden dan zij daarvoor hadden gedaan. Een verruiming van de informatie blijkt tot een vernauwing van de wetenschap te leiden. De verklaring was dat wetenschappers door de onlinemogelijkheden er veel sneller achter komen wat de heersende opinie is waardoor ze meer citeren uit steeds minder artikelen.  Hoewel ouderwets bibliotheekonderzoek veel minder effectief was dan het web afspeuren, verbreedde dit wel de intellectuele horizon van de onderzoeker. Dit omdat onderzoekers wanneer ze gedrukte boeken en tijdschriften uitpluizen vaak stuitten op artikelen die in principe weinig met hun onderwerp te maken hadden, konden ze een bredere kijk op hun studie krijgen en doken ze verder het verleden in.

Tot slot
Tegenwoordig zien we dat de drukpers en zijn producten weg worden geduwd van het centrum naar de rand. Maar de wereld van het scherm is een heel andere, en met een nieuwe ethiek en denkvorm dan die van de ‘bladzijde’.
Een nieuw medium is nooit een aanvulling op een oud medium schreef McLuhan in zijn ‘Understanding Media’ en ook laat een nieuw medium het oude niet met rust. Onophoudelijk verdrukt het de oudere media totdat het nieuwe vormen en plekken voor ze vindt.

Max Herold
februari 2011

Meer weten?
Via Amazon.com
The Shallows: What the Internet Is Doing to Our Brains

The Big Switch: Rewiring the World, from Edison to Google

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Het ondiepe' via managementboek.nl
Wat gebeurt er wanneer u opgroeit met constante toegang tot het internet? Heeft u nog een geheugen nodig als u alles kunt opzoeken? En beïnvloedt het surfen op het web de manier waarop we boeken lezen?

Nicholas Carr, auteur van het veelbesproken essay 'Is Google Making Us Stupid?', buigt zich over de langetermijneffecten van het internet. Gebruikmakend van nieuwe inzichten over de plasticiteit van het brein, de werking van ons geheugen en de manieren waarop we informatie verwerken, toont hij aan dat internet niet alleen 'nuttig gereedschap' is, maar ook bezig is onze identiteit en zelfs de structuur van onze hersenen te veranderen. Carr vergelijkt tevens de opkomst van het internet met verschillende uitvindingen die ook een nieuwe manier van denken met zich meebrachten, zoals de komst van de plattegrond de uitvinding van de klok en de overstap van handschrift naar typemachine.
'Het ondiepe' heeft zowel in de Verenigde Staten als in Europa voor veel discussie gezorgd.

Inhoudsopgave
Voorwoord

De waakhond en de dief
1. HAL en ik
2. De vitale paden

Over waaraan het brein denkt als het over zichzelf denkt
3. Gereedschappen van de geest
4. De verdiepende pagina

Over Lee de Forest en zijn verbazingwekkende Audion
5.Een medium van zeer algemene aard
6.Het beeld van het boek
7. Het brein van de jongleur

Over steeds hogere IQ-scores
8. De kerk van Google
9. Zoek geheugen

Over het schrijven van dit boek
10. Zoiets als ik

Epiloog: Menselijke elementen
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789490574130/het_ondiepe_nicholas_g._carr?affiliate=1910