Gewenste seksuele intimiteiten: passie op de werkvloer

Het boek “Passie op de werkvloer” is het resultaat van 7 jaar onderzoek door Stefan Lievens en Tine Hens over gewenste seksuele intimiteiten (GSI) op het werk. Hoe ze tot stand komen, vorm krijgen en verlopen.
In dit boek proberen ze onder andere de grenzen tussen gewenste en ongewenste intimiteiten aan te geven, wetende dat deze soms elkaar overlappen.
Wat me opvalt in hun onderzoek, is het feit dat de liefde tussen werknemers vaak als ongewenst ervaren wordt door de werkgevers. Wat de auteurs zelf ook vooraf constateren.

Meer weten?
Passie op de werkvloer.
Auteur: Stefan Lievens en Tine Hens
Uitgeverij: Halewijck, 2001, 
Zie: https://www.bol.com/nl/nl/p/passie-op-de-werkvloer/1001004000008690/ 

“De liefde op de werkvloer is geen roos zonder doornen. Mede daardoor blijven werkromances in de taboesfeer hangen. Officieus wordt het geweten, officieel wordt het verzwegen”.
De auteurs benadrukken dat ze weinig literatuur ter beschikking gehad hebben over dit onderwerp. Voor dit onderzoek zijn zowel wekgevers als werknemers benaderd, waaronder tweehonderd bedrijfsleiders van wie een derde aangeeft dat GSI de laatste tien jaar meer voorkomt in de bedrijven dan voorheen.
Volgens de auteurs moet dit te maken hebben met de steeds groeiende maatschappelijke openheid over dit onderwerp.
“Wat vroeger in het geniep gebeurde, haalt nu sneller het openbare forum en de media”.

GSI komt in alle lagen van een organisatie voor. Van bedrijfsleiders tot de meest bescheiden functies. Er liggen verschillende motieven en redenen ten grondslag van GSI binnen een organisatie, deze motieven variëren mede afhankelijk van de hoogte van de trap op de bedrijfsladder.
Een romance tussen twee collega’s kan ontstaan uit pure verliefdheid zonder enige bijbedoeling of materi?le motieven.

Het kan promotiemateriaal zijn, waar meestal vrouwen het object van de promotie zijn. Zoeken naar spanning binnen een slapende organisatie of op grotere schaal, de maatschappij, kunnen ook de werkromances veroorzaken. Zulke romances zijn dan van korte duur en bieden mensen een vluchtweg van de dagelijkse beslommeringen. Deze komt vooral voor bij gehuwde mensen die van overspel een spel maken om hun huwelijk spannend te houden en daarmee het zogenaamd te redden.

Werkromances kunnen soms onaangename gevolgen hebben voor de betrokkenen. Als deze het niet goed aanpakken, veroorzaken ze vaak problemen op de werkvloer. Dit is onder andere aan de orde wanneer er sprake is van een eenzijdige liefde tussen twee collega`s. In dit geval is een afwijzing meestal vanzelfsprekend. Vooral de afgewezen partij voelt zich dan in een nadelige positie en als deze ook nog wraakgevoelens koestert, kan dit leiden tot acties die in extreme gevallen de reputatie of de baan van de andere partij kan kosten.

Als de romances tussen twee collega`s een van de partijen in een bevoorrechte positie plaatst, t.o.v. de andere collega’s, kan dit jaloezie veroorzaken die op haar beurt de baan of de positie van de partijen in gevaar kan brengen. Dit gebeurt vooral bij mensen die hogere functies in een bedrijf bekleden.

De bedrijfsleiders zijn vaak niet enthousiast over de romances in hun bedrijf. Ze zijn bang dat deze de reputatie van hun bedrijf in gevaar brengen vooral in het geval als ze niet goed uitpakken. De andere reden is de veronderstelling dat het arbeidsrendement reduceert naarmate de collega`s zich meer met elkaar bezig houden dan met hun werk. Er wordt ook gezegd dat deze juist bevorderend is voor de kwaliteit van het werk omdat de liefde tussen twee collega`s maakt dat ze veel plezier beleven aan hun werk en daardoor meer gekwalificeerde arbeid verrichten. Er zijn bedrijven die om die reden openstaan voor de werkromances in hun bedrijf. Maar de gangbare bedrijfscultuur stelt vaak strikte grenzen aan voor de liefdesrelaties op het werk.

In een gewenste seksuele intimiteit binnen een organisatie zijn er altijd twee vrije partijen aanwezig die doelgericht en bewust de functionele grenzen van de organisatie overschrijden om zowel geestelijk als lichamelijk dichter bij elkaar te komen. Wanneer drie factoren als vrijheid, zingeving en doelmatigheid aanwezig zijn in een handeling hebben we het over ?gewenst’. Daartegenover staat ?ongewenst’ die gerelateerd wordt aan handelingen waarin impulsen een grote rol spelen. Er is geen sprake van vrijheid, men heeft er niet voor gekozen. Ook geen sprake van zingeving, men is niet op zoek naar een betekenis. En zeker kunnen we niet van doelmatigheid spreken, impulsen zijn nooit doelgericht.

Nu blijft de vraag bij mij hangen of we het over een gewenste intimiteit kunnen hebben wanneer de grenzen tussen keuzes en nepkeuzes vervaagd worden. Men is vrij om een seksuele intimiteit wel of niet toe te laten. Om dat te doen moet je vrij zijn. Wanneer zijn we vrij? Kunnen we van keuzevrijheid spreken als onze keuzes de onzichtbare, opgelegde andermans keuzes zijn? Wat heb je te kiezen als je in een seksuele intimiteit de mogelijkheid ziet om verder te komen op de bedrijfsladder? Natuurlijk heb je er zelf voor gekozen, maar is dit jouw keuze of de opgelegde keuze van een ander die jou die keuze als instrument biedt om zijn/haar eigen keuzes te realiseren. Dat is wat ik bedoel met een nepkeuze.

Je bent genept en beroofd van je vrijheid zonder te beseffen dat je hierdoor de wensen van een ander hebt vervuld. Verblind door de mogelijkheden tot promotie op het werk geef je stukje voor stukje van jezelf weg. Je begint met flirten en eindigt in bed met iemand die je vrijheid van je afgenomen heeft ten koste van je succes. Je bent uiteindelijk aan de top van je succes. Dat denk je tenminste.

Maar is dit je eigen verdiende succes met je eigen kwaliteiten en je competenties of wat aan je is toegekend door je nepkeuzes in de zinzoals ik ze net omschreef?
Als de zogenaamd gewenste intimiteit het instrument is om hoger te komen op de bedrijfsladder, weiger ik dit persoonlijk gewenst te noemen. ‘Vrijheid’, ‘zingeving’ en ‘doelmatigheid’ zijn drie elementen van het gewenst zijn. Als één daarvan ontbreekt, kunnen we het niet over ‘gewenst’ hebben. In geval van seksuele intimiteit als instrument voor promotie mist ik minstens één element en dat is ‘vrijheid’.

Laten we het over ?zingeving’ hebben. Wat voor betekenis ontleen je aan een seksuele relatie die gebaseerd is op de motieven die in een organisatie voor diens beter functioneren als totaal niet thuis horen? Je motivatie deugt niet, dus de relatie kan ook niet deugen.
Het heeft ook geen toegevoegde waarde voor jou, als individu, als een volmaakt mens die eigen keuzes maakt waaraan werkelijk waardevolle betekenissen ontleend kunnen worden.

Doelmatigheid was de derde factor. is zo`n relatie doelmatig? Je zou kunnen zeggen van wel. Je hebt een bepaald doel en dat is het bereiken van meer succes binnen het bedrijf. Maar je gebruikt je relatie als middel om een doel te bereiken dat, zoals aangegeven, eigenlijk in een organisatie niet thuis hoort. Dus doelmatigheid klopt in deze context ook niet.

Het trieste is dat mensen die dergelijke keuzes maken trots zijn op wat ze allemaal bereikt hebben zonder zich te realiseren dat ze de prooi zijn van een cultuur die hoffelijk en vrijgevend overkomt (met nadruk op dat laatste woord).
Een ‘organisatiemaffia’ die niet in drugs en wapens, maar in gevoelens en brains handelt. Je berooft van jezelf als waardig mens. En jij bent degene die daaraan meewerkt. Je zet jezelf goedkoop neer, voldoet aan andermans wensen en laat je je gebruiken voor hun doel. Het is niet je lichaam dat je weggegeven hebt, daar heb je eventueel van genoten. Je hebt je geest verkocht aan een ‘loverboy in stijl’.

Dit citaat doet goed recht aan zo`n cultuur:

“I would like to help you Grace, he says.

That is how they get in through the door.
Help is what they offer, but gratitude is what
they want, they roll around in it like cats in
the catnip.” 
– Margaret Atwood: Alias Grace –

Als een gezonde organisatie zou ik me niet druk maken over de werkromances die uit die drie elementen voortkomen. Die lossen zichzelf op. Ze hebben een stevige basis en kunnen moeilijk het aanzien van de organisatie in gevaar brengen, en mensen beroven van hun waardigheid. Maar ik zou me wel ongerust maken als er sprake is van romances die wel stijlvol lijken, maar in feite niet meer zijn dan een loverboy-achtige manier van liefde en genegenheid.

Ik eindig met een citaat van de auteurs als poging tot advies:

“Ga een relatie aan omdat je elkaar graag ziet en niet uit machtsmotieven”.

Drs. Ferdows Kazemi
mei, 2004