Deny.
Deze D uit zich door opmerkingen als:"dat is toch niet mijn verantwoordelijkheid? Hoe zo, moet ik dat doen? Dat heb ik niet begrepen. Zeker als het projecten of projectactiviteiten betreft waar je je ongemakkelijk bij voelt. Daarnaast ook als er iets mis gaat een eerste reactie vertonen in de trant van ?dat is niet mijn schuld' of ?dat is niet mijn verantwoordelijkheid' of ?dat ligt aan externe factoren zoals…..'.
Delay.
Iets niet uitvoeren in de hoop dat het overwaait dan wel iets langzamer doen omdat het zog. meer capaciteit vraagt. Dit is iets wat binnen menige organisatie regelmatig waarneembaar is. De vraag komt binnen of er niet een project zou moeten worden gestart met betrekking tot een bepaalde topic die al een tijdje een probleem is. "Ik zal er binnenkort naar kijken", wordt er gezegd. Waarbij dat binnenkort een tijdloos gebeuren gaat worden.
Details.
De aandacht leggen op talloze projectdetails waardoor men het overzicht kwijt raakt. Soms ook het uitspelen van een specialisme om de onmogelijkheid van iets aan te tonen.
Vaak echter is de grote geneigdheid tot zekerheid in menige organisatie, zeker bij de overheid in het kader van de opmerking ?wij moeten bedrijfsmatig werken', de grote veroorzaker van de derde D. Minutieus vastgelegde activiteiten en tijdschema's, talloze performance indicatoren en ga zo maar door.
De heftige emotionele reactie duidde in ieder geval op bevestiging van de eerste D: Denial. 🙂
"In addition to cross-subsidies, competition between commercial activities can also be affectedby actions of the network firm. Given that there is always an incentive for an integrated firm to maximise joint profit with their sister companies, there is a risk of soft discrimination of other companies by the network. Recent economic literature on third party access issues has focused on non-price discrimination or sabotage (see e.g. Economides, 1998, Beard et al., 2001 and Mandy, 2000). Sabotage is defined as discriminatory provision of the input that raises rivals' marginal costs, and is also referred to as ?3D-practices' (?3D' standing for Deny, Delay, Detail).
The literature reveals that the more efficient price regulation is, the greater the incentive for
sabotage. We give examples of the latter in the Box called "Some examples regarding risks of
too little unbundling".
Concluding, cross subsidies, informational advantages and distorting actions of network firms
negatively affect competition. Unbundling reduces these distortions, in particular by improving incentives of the network firms, enabling better regulation and market monitoring, and facilitating better competition in the contestable segment of the market. As a result,
theoretically, unbundling raises allocative efficiency. Moreover, improved competition
conditions could induce entry and lead to supply firms operating more cheaply and efficiently.
Zie