Langzaam komt er een ‘hulpbronnenverschuiving’ in Nederland op gang. De problemen voortvloeiende uit het excessieve gebruik van brandstoffen, beginnen een nieuw lokaal bewustzijn te stimuleren richting wat je zou kunnen noemen ‘energie-onafhankelijkheid’.
Ik maakte het zelf mee in Den Helder toen ik een jaar geleden een Spiral Dynamics workshop deed met de VVD-fractie van die gemeente.
Toen ik hun aan het einde van de dag vroeg of ze een doelstelling als ‘Den Helder Energie-onafhankelijk’ wilden gaan nastreven, gaven ze enthousiast aan dat ze graag wilden. Ze hebben hun woord gehouden.
Terzijde, argumenten die pleiten voor zo’n doelstelling zijn o.a.:
- De zekerheid en controle als stad én individueel burger die je hebt over de eigen energierekening in toekomstige tijden waarbij de dollarprijs kan gaan oplopen naar E 350,- per vat (als er in de toekomst überhaupt nog in dollars betaald gaat worden als gevolg de steeds groter wordende dollar-schuldenberg en de exponentieel groeiende dollar-geldhoeveelheid, zie http://www.alsdedollarvalt.nl/ ).
- Je kunt een ontwikkeling stimuleren van burgerschap naar burger-ondernemer-schap waarbij de burger-ondernemer zijn uitgaven kan verminderen resp. additionele inkomsten kan verwerven door energie-zelfvoorziening na te streven (eigen huis, samen met anderen in de wijk, samen met anderen op stadsniveau). Daardoor tegelijkertijd hernieuwde gemeenschapsdoelstellingen/zin ontdekkend en de natuur respecterend.
- Duurzaamheid, ecologie welke nauw verband houden met het project/doelstelling dragen bij aan het welzijn van mensen doordat ze een gezonder bio-leefklimaat ontwikkelen.
- Innovatiestimulatie überhaupt. Er zit een geweldige uitdaging in. Het onmogelijke te willen waar maken. Het onoplosbare op te lossen. The sustainable sky is the limit.
- Daarnaast zou het in een klap de oliekraan dichtdraaien voor staten met agressieve neigingen.
- Het zou een grote inspiratieve magneet kunnen blijken voor jonge mensen die bij willen dragen aan broeikasteffecten en de toekomst van de planeet én tegelijkertijd een goed leven willen hebben.
- Het zou gericht als voorbeeld voor het innovatiebeleid in Nederland kunnen dienen: Nederland als ‘energy-valley’.
Grappig was dat menig beleidsadviseur het een ‘domme’ doelstelling vond. Niet te realiseren. Daarbij kreeg ik vele verhalen te horen over het beperkte rendement van zonne-energie enz. om maar aan te tonen dat je met dat streven naar energie-onafhankelijkheid niet écht iets kon. Maar ja, dom of niet, inspiratief is zo’n doelstelling wél!
Met name het Helderse VVD-raadslid Ybeltje Berckmoes is er mee aan de slag gegaan. Dit resulteerde in een Worldcafé bijeenkomst die vele mooie initiatieven opleverde welke nu in gang worden gezet.
Maar……..toch nog eens terug naar degenen die het een domme doelstelling vonden.
Ooit las ik in een boek van Joel Barker (paradigms: discovering your future) de volgende zin:”Degenen die denken dat iets onmogelijk is, dienen uit de weg te gaan voor degenen die het al doen.” Laat daarom het volgende verhaal eens goed op je inwerken. Welkom in de nieuwe energie-economie.
“Woking is een onopvallend stadje in een politiek-conservatieve regio van het Verenigd Koningkrijk. Oudbolig of niet, er is desondanks een klein wonder gerealiseerd.
Het centrum van deze stad voorziet volledig in de eigen energiebehoefte. Het produceert zelfs een klein surplus dat wordt verkocht. De stad heeft dit gepresteerd door een eigen electriciteitsnet te creëren dat onafhankelijk is van het landelijke net. Dit eigen net is aangesloten op talloze ‘mini’-generatoren die stroom opwekken uit een verscheidenheid van duurzame bronnen.
Overdag zetten duizenden fotovoltaïsche cellen op de daken het zonlicht om in electriciteit. Na het invallen van de duisternis wordt de stroom geleverd door een kleine centrale die al gebruik maakt van brandstofceltechnologie – een bron van duurzame energie die op een afvalproduct van andere industriële processen werkt: waterstof.
De brandstofcelgenerator van Woking produceert echter niet alleen stroom. Hij levert ook 1 miljoen liter schoon drinkwater per jaar als bijproduct.
Woking demonstreert hoe bestaande stadssystemen met wat creativiteit kunnen worden getransformeerd voor schone opwekking van energie.
China stimuleert energie-innovatie door te laten zien hoe je vanaf de eerste spade in de grond een nieuwe milieuvriendelijke stad kunt bouwen. Dongtan, een stad die uiteindelijk 800.000 mensen zal huisvesten, wordt gebouwd op het eiland Chiongming, niet ver van Shanghai. Er wordt naar gestreefd hier een gemeenschap met een zo gering mogelijk energieverbruik te stichten die geen kooldioxide in de atmosfeer uitstoot. Er zal volop gebruik worden gemaakt van het nieuwste van het nieuwste op het gebied van alternatieve energie. Op petroleum of diesel lopende voertuigen mogen de stad niet in en er zullen speciale faciliteiten komen voor de opvang en opslag van regenwater.
Bovendien zal alle energie die de stad nodig heeft door Dongtang zelf worden gegenereerd. De gebouwen worden uitgerust met zonnepanelen en buiten de stad verrijzen grote windturbines. Op de daken van de huizen komen ook kleine windturbines. Daarnaast zal men gebruik gaan maken van energieproductie uit biomassa (massale organische afvalproducten als rijstvliezen) die anders dagelijks worden weggegooid. Gebouwen zullen een tweeledige bestemming krijgen: gedeeltelijke kantoren en gedeeltelijk woonruimte, om het forensenverkeer te minimaliseren.
Projecten als Woking en Dongtan tonen ons wat in principe overal mogelijk is. Plaatselijke politici zullen in actie moeten komen, als hun kiezers zich aaneensluiten en het van hen eisen. Veel steden en dorpen hebben al een groepering die voor duurzaamheid op alle mogelijke terreinen ijvert. Je hoeft er alleen maar op te stemmen.”
Bron van dit laatste verhaal: Het kleine boek over de grote bedreigingen voor onze wereld. Auteur: Chris Abbott
Meer weten?
Boek Cradle-to-Cradle
Via Bol.com
Cradle to Cradle: afval = voedsel / druk 1
Michael Braungart & William McDonough
Via Managementboek.nl
Het huidige milieudenken spoort aan tot 'beperken, hergebruiken en recyclen', ofwel: doe meer met minder om de schade te beperken. Maar dat leidt, zoals chemicus Michael Braungart en architect William McDonough in dit visionaire boek aangeven, alleen maar tot het instandhouden van het productiemodel van 'cradle to grave', dat enorme hoeveelheden afval en vervuiling produceert. De visie van Braungart en McDonough klinkt provocerend: 'We moeten niet minder consumeren, maar juist meer.' Dat kan. Als we ophouden met het maken van 'minder slechte' producten en uitsluitend nog intelligente producten ontwerpen, gemaakt van materialen die we steeds weer kunnen teruggeven aan technische of biologische kringlopen. Met dit grondbeginsel als richtlijn leggen de auteurs uit hoe dingen van meet af aan kunnen worden ontworpen. Puttend uit hun ervaringen met het (her)ontwerpen van producten voor grote opdrachtgevers als Ford, Unilever, Nike, Herman Miller, BP en Rohner Textil bouwen Braungart en McDonough een revolutionaire argumentatie op om eco-effectiviteit in de praktijk te brengen.
Inhoudsopgave
Inleiding
Een nieuwe industriële revolutie
Hoofdstuk 1: Een kwestie van ontwerp
Hoofdstuk 2: Waarom 'minder slecht' niet goed is
Hoofdstuk 3: Eco-effectiviteit
Hoofdstuk 4: Afval = voedsel
Hoofdstuk 5: Respect voor diversiteit
Hoofdstuk 6: Eco-effectiviteit in praktijk brengen
Zie verder:
http://www.managementboek.nl/boek/9789055945771/cradle_to_cradle_william_mcdonough?affiliate=1910
Boek Cradle to cradle in bedrijf
Via Bol.com
Cradle to cradle in bedrijf
Marieke van der Werf
Via managementboek.nl
Cradle to Cradle verovert de wereld, maar vooral Nederland. Het inspirerende verhaal van de bedenkers, Michael Braungart en William McDonough, vormt daarbij een belangrijke motor. Op tal van plaatsen en in diverse bedrijven gaat men enthousiast met het concept aan de slag. C2C maakt creativiteit los en leidt tot innovaties. Het leidt echter ook tot nieuwe vragen. Waar begin ik? Hoe krijg ik anderen enthousiast? Hoe realiseer ik C2C binnen een traditionele infrastructuur? Waar vind ik partners? Hoe kom ik aan de juiste kennis en materialen? Bij de mensen die iets willen met het concept bestaat vooral behoefte aan praktische informatie. Maar het C2C-concept laat zich niet vangen in regels of stappen. Elke specifieke situatie vraagt om een eigen aanpak. Omdat een blauwdruk ontbreekt, zijn het vooral de voorbeelden van anderen die inspireren en waar lessen uit kunnen worden getrokken. Kern van het boek vormen een vijftiental voorbeelden van Nederlandse bedrijven en organisaties die het C2C-concept toepassen. Of ze nu al een product of dienst hebben ontwikkeld, het voornemen hebben of midden in het proces zitten.
Inhoudsopgave
Voorwoord
Inleiding
Een introductie tot het concept Cradle to Cradle in bedrjif
Cradle to Cradle boeit en bindt
Verder denken dat jouw stukje van de keten
Meedrijven op een golf met betekenis!
Als je cynisch wordt, houdt het op
Weg met gevaarlijke materialen
Wij voegen de toekomst toe
Cradle to Cradle werkt als een vliegwiel voor duurzaamheid
Je moet een bijzondere werkplek bieden
Het concept eco-effectiviteit betekent een doorbraak
Zonder passie wordt het niks!
Je zit in een nieuwe tak van de sport
Een slimme manier om met het leven bezig te zijn
Wij kiezen ervoor om een stap verder te gaan
Het geheel zijn we uit het oog verloren
Een permanente opgave
De rol van de overheid
Raad en daad
Zie verder:
http://www.managementboek.nl/boek/9789055946235/cradle_to_cradle_in_bedrijf_marieke_van_der_werf?affiliate=1910Rogers en John Sloboda. Uitgeverij A.W. Bruna, Utrecht, 2007.