(Gekregen van ex-collega mw. drs. I. Minkman. De er onder liggende bronnen zijn mij niet bekend)
Instructie: Kruis de bewering aan die past bij de stijl of cultuur van uw organisatie. Doe dat ook als de bewoordingen niet geheel overeenstemmen met de manier waarop u dat zelf zou uitdrukken.
1. O Medewerkers moeten opdracht krijgen om elkaar te helpen. Als iemand nieuwe
taakaspecten moet leren of als een collega moeilijkheden heeft, zal niemand het
initiatief nemen om de situatie op te lossen.
2. O Autoriteit en macht zijn in handen van ??n man / een klein groepje
3. O De leiding schuift zelden informatie door naar alle niveaus van de organisatie.
Ze informeren zelden de ene directie over de andere.
4. O Er zijn geen helder geformuleerde, algemeen bekende organisatiedoelen.
5. O Teamleden lossen hun meningsverschillen niet makkelijk zelf op.
Om de lucht te klaren hebben betrokkenen de neiging om hun kalmte te
verliezen en emotioneel te worden.
6. O Medewerkers hebben niet voldoende informatie om precies te weten wat er van
hen wordt verwacht.
7. O Individuen in mijn organisatie zijn niet bereid om zich hard in te zetten om vooraf
gestelde doelen te halen.
8. O Mijn directe chef houdt de teugels strak met betrekking tot de organisatie en
structuur van mijn takenpakket.
9. O Er is geen gevoel van samenhang of groepstrots bij de medewerkers.
10. O Beslissingen duren in mijn organisatie onnodig lang
11. O Teamleden houden elkaar niet of nauwelijks op de hoogte waarmee ze bezig zijn.
12. O Er wordt veel energie verspild aan onderling gehakketak of het najagen van
persoonlijke ambities.
13. O Er gebeuren (te) veel ongelukken.
14. O Er wordt dwang gebruikt om medewerkers opdrachten of besluiten te laten
uitvoeren.
15. O Jezelf conformeren wordt sterk benadrukt. Onafhankelijk denken wordt
herhaaldelijk afgestraft.
16. O Teamleden houden zich uitsluitend bezig met korte termijn doelen.
Zij verliezen gemakkelijk het zicht op de lange termijn doelen.
17. O Grapjes, die in mijn organisatie de ronde doen, zijn vaak venijnig en hebben de
neiging om sommigen buiten te sluiten.
18. O De leiding staat niet onvoorwaardelijk achter degenen aan wie ze autoriteit
hebben gedelegeerd.
19. O Onenigheid en verschil van mening tussen medewerkers en leidinggevenden zijn
in mijn organisatie niet toegestaan.
20. O Er worden smoesjes gebruikt om onder sommige taken uit te komen.
Het aantal aangekruiste aspecten is een indicatie van de mate waarin de organisatie in moeilijkheden is.
20-16 De organisatie functioneert niet meer naar behoren.
15-11 Is een indicatie voor een dreigende ineenstorting.
10-06 De organisatie kent een goed emotioneel klimaat.
05 of < U heeft een erg gezonde organisatie.
Het soort aangekruiste aspecten geeft de richting aan waarin u naar oplossingen kunt zoeken om de organisatieproblemen aan te pakken. Een organisatie ontleent zijn samenhang aan een behoorlijke mate van overeenstemming tussen de leden, kracht, onderlinge communicatie en helder gedefinieerde doelen.
Het is vanzelfsprekend dat de categorie?n elkaar be?nvloeden. Daarom is het te verwachten dat u in meerdere categorie?n iets heeft gescoord. Een hoge score maakt direct ingrijpen noodzakelijk.. Als u voornamelijk in ??n categorie heeft gescoord, is het mogelijk dat uw organisatie met een beperkte effectiviteit verder functioneert mits de andere drie categorie?n gezond zijn.
Ongezonde interpersoonlijke relaties scoren bij 1,5,9,13 en 17.
De aanpak van organisatestress is daarom gericht op het harmoniseren van de onderlinge betrekkingen tussen medewerkers. Naast structurele oplossingen moeten ook de informele contacten bewust worden bevorderd.
Bij 2,6,10,14 en 18 is er sprake van een ongezonde verdeling van macht. Delegeer (met heldere bevoegdheden) wat mogelijk is en centraliseer wat nodig is.
Als u bij 3, 7, 11, 15 en 19 heeft gescoord is er sprake van een ongezonde communicatie.
Breng uw communicatiestructuur in kaart en inventariseer de communicatiebehoefte. Bij het vervullen van een taak is zowel een tekort als een overdaad van informatie funest.
Als u bij 4, 8, 16 en 20 heeft gescoord dan is er een probleem met de organisatie-doelen of missie. Structurering en ontwikkeling van breed gedragen organisatie-doelen of 'missie' is nodig om de organisatie de noodzakelijke samenhang te geven.