In mijn mail van vorige week schreef ik dat je de beste ideeen en inspiratiebronnen voor personeelsbeleid vaak letterlijk op ‘de werkvloer’ tegekomt. Hier nog een voorbeeld.
Afgelopen week kwam ik een vrouw in een organisatie tegen tegen die ik enige maanden niet had gezien. ‘Wat is er jou gebeurd’, vroeg ik haar. Kijkend naar haar zag ik het antwoord zonder dat ze nog een woord gezegd had. Ze was goed ziek geweest. Zo ziek zelfs dat ze bijna niet meer kon lopen. En daardoor enige maanden uit de roulatie.
Nu is ziekteverzuim een belangrijk ?zorgenkindje’ binnen het departement. Er wordt in ieder geval veel aandacht besteed aan bijv. werkdruk en reintergratie.
Van afslanken, voorlichting over de relatie tussen eetgewoonten – en (zware) ziekten, mensen technieken aanleren waarmee ze kunnen stoppen met roken tot aan cursussen ontspanningstechnieken. ?Eigenlijk zouden we daar wat mee moeten doen’ bedachten we. Plots schoot me door mijn hoofd dat dat best zou kunnen met de principes van de ?internetsamenleving’. En voor dat ik er erg in had, flapte ik er uit:” Wat houd je tegen om zelf binnen je organisatie een groep te vormen die zich met dit thema bezig gaat houden. Niet vanuit teveel intellectueel geouwehoer. Maar een groep die gewoon een effectieve praktische invulling gaat geven aan het begrip gezondheid. Maak je eigen website op het intranet of, als dat niet mag, op het internet. Misschien moet je dan ook eens gaan kijken of als je dat wat verder hebt ontwikkeld, of je budget kunt krijgen. Hiermee zouden gerichte acties gefinancierd kunnen worden.’
Dit nu is een eenvoudig voorbeeld van het ?spontaan ontstaan’/stimuleren van kennisnetwerken/competence-centers rond bepaalde thema’s, het aansluiten bij energie in de organisatie en stimulering van het zelf-oplossend vermogen. Een ontwikkeling die je uiteraard ook maatschappelijk ziet.
Een zeer diepgeworteld overheidsparadigama komt hierbij natuurlijk onder druk te staan Het paradigma (of de gedeeltelijke illusie) dat beleid centraal wordt gemaakt en de uitvoering ergens anders geschiedt. Dat gebeurt niet alleen in het klein maar uiteraard ook in het groot. We gaan nu beleids-kerndepartementen koesteren. Maar kunnen we het beleid maken niet wat meer uitbesteden als dat effectiviteits- en efficiencywinst kan opleveren? Uiteraard niet alles. Maar zit er niet wat meer rek in het systeem? Een ‘absurd’ voorbeeld uit Azie. Een kleine eilandenstaat in de Stille Oceaan besteedt haar volledige milieubeleid uit aan een NGO. Deze NGO handelt ook de zaken af in het diplomatieke circuit voor deze staat.
Of zouden beleidsafdelingen/medewerk(st)ers zich dienen te transformeren tot ?stimulatoren/ontwikkelaars van kennisnetwerken’ rond voor hun relevante thema’s en is dat meer dan voldoende?