De liefde van Groenhuijsen voor Amerika deel ik! Geen na?eve bewondering, maar fascinatie voor het land van uitersten, waar de energie en het optimisme van afspatten! Vaak een schril contrast met de gezapige zesjesmentaliteit waar we in Nederland onder lijden! Terecht fulmineert Groenhuijsen tegen landgenoten die zich niet meer verbazen en zich wentelen in een zelfgenoegzaam superioriteitsgevoel. Nergens worden de verschillen tussen Amerika en Nederland duidelijker zichtbaar dan in het sociaal-economisch systeem.
Nederlanders geven vaak af op Amerika en hebben het weinig complimenteus over Amerikaanse toestanden. Groenhuijsen verbaast zich hierover omdat veel dingen die wij hier in Nederland willen in de Verenigde Staten reeds in de praktijk worden uitgevoerd. Onze arbeidsmarkt moet flexibeler, de sociale uitgaven zijn te hoog, de belastingdruk moet omlaag, burgers moeten eigen verantwoordelijkheid nemen, leiders verdienen meer respect. In Amerika is dit al dagelijkse praktijk! Amerika schiet echter nog wel eens door.
In Amerika is de baas de baas een ouderwetse baas. Tegenspraak wordt niet geduld. Amerikanen zijn veel meer gewend om te gehoorzamen. Inspraak en ondernemingsraden passen daarin niet. Groenhuijsen constateert dat die slaafse gehoorzaamheid soms wel ten koste gaat van de creativiteit.
Tevens is de baanzekerheid veel minder. Ontslagprocedures hebben weinig om het lijf. Vakbonden spelen nauwelijks een rol van betekenis en arbeidsomstandighedenwetgeving zoals wij die kennen daar moet je in Amerika niet om komen. In dergelijke omstandigheden leven medewerkers in voortdurende angst en onzekerheid.
Amerikaanse werkgevers houden niet van vrijen op kantoor en worden steeds strenger. Bedrijven leggen strikte regels op. Wie de regels overtreedt, wordt overgeplaatst of ontslagen. Voor je het weet ben je medeverantwoordelijk voor ?sexual harassment' met een schadeclaim van een paar miljoen.
Amerikanen etaleren in tegenstelling tot veel Europeanen hun rijkdom schaamteloos. In de boekenwinkel liggen de bestsellers die je zonder noemenswaardige inspanning een financieel onbewolkte toekomst beloven. De inkomensverschillen zijn in Amerika ook veel groter dan in Nederland. Wat een top-executive in Nederland verdiend is daar een afrondingsbedrag.
De afgelopen jaren viel de ene na de andere gerespecteerde beroepsgroep na de andere door de mand: accountants, advocaten, financi?le analisten. En hoewel het soms persoonlijke vrienden van de president waren heeft de regering-Bush niettemin de jacht geopend op de misdadige witte boorden. Hun dure advocaten konden ze niet uit de gevangenis houden. Zonder pardon gingen ze voor lange tijd achter slot en grendel. Een afschrikwekkend voorbeeld moet het zijn. Dus lange en harde straffen! Terecht, want bijvoorbeeld de directeuren van Enron liepen met miljoenen dollars weg en lieten de gepensioneerden en werknemers in de kou staan. Corporate America is behoorlijk geschrokken van accountants en advocaten die bezweken voor de verlokkingen van lucratieve adviesklusjes. Het maakte ze van objectieve adviseur tot medeplichtige insider. Ook beursanalisten konden er wat van. Zij gaven slechts zelden het advies aandelen te verkopen en het verlies te nemen. Dat is wel gek als je naar de beursontwikkeling van de aandelen kijkt.
Nu is het allemaal nog niet zo erg als het om professionele handelaren gaat. Maar wat te denken van die miljoenen kleine beleggers die hun spaar- en pensioengeld in aandelen stopten en dachten dat ze de analisten blindelings konden vertrouwen.
Groenhuijsen constateert dat veel Nederlanders klagen over platheid, grofheid, gebrek aan trots en optimisme. Over het gebrek aan discipline in Nederland, de eenzijdige kijk op immigratie en aangeboren afkeer van echt leiderschap. Amerika schiet nogal eens door naar de andere kant.
Veel Nederlanders hebben geen idee hoe hard een Amerikaan werkt. Vakanties van meerdere weken zijn voor de meeste Amerikaanse werknemers niet weggelegd. Bij een vergelijking van de productiviteit zie je dat Europeanen er niet goed van afkomen. Per uur presteren we ietsje meer, maar door de veel kortere werkweek is de opbrengst van de Nederlandse werknemer ondanks de hogere loonkosten veel lager.
Werknemers in de VS zijn veel flexibeler, verhuizen makkelijker, nemen ook minder leuke baantjes aan en hebben meer ondernemersgeest dan Europeanen. Groenhuijsen erkent dat het systeem af en toe onmenselijk hard is. Aan de andere kant vindt hij de Amerikaanse mentaliteit van ?niet lullen maar poetsen' wel inspirerend.
In Amerika gaat men anders om met immigratie dan in Nederland. In Nederland ziet men immigranten als een probleem. In Amerika als een kans. Er is een beleid waarbij men selectief buitenlanders aanlokt in plaats van afstoot. De VS probeert gericht mensen met talent en/of geld te lokken. Uitvreters, criminelen en niksnutten mogen er niet in of worden teruggestuurd. Het vermogen van samenlevingen om vreemdelingen op te nemen zou, volgens Groenhuijsen, wel eens bepalend kunnen zijn voor de vraag welke economie?n de rest van de eeuw blijven groeien en welke langzaam maar zeker zullen verkommeren. Een gestage stroom immigranten is bovendien een maatschappelijke noodzaak. Dat voorkomt de verlammende vergrijzing waar veel Europese landen in de komende vijftig jaar mee te maken krijgen.
In Amerika zijn miljoenen laagbetaalde servicebanen. De Amerikanen hebben een slim systeem bedacht. Als je heel weinig verdient krijg je een ?tax credit', een soort toeslag op je loon, een omgekeerde belasting dus. Je wordt beloond voor werken, niet voor werkloos zijn. Dat kan oplopen tot ruim 4000 dollar per jaar.
Zodoende krijgt de werknemer meer geld en houdt de werkgever de loonkosten laag.
Groenhuijsen geeft treffend de verschillen weer in mentaliteit tussen Nederlanders en Amerikanen. Als een Nederlander een probleem heeft kijkt hij naar de overheid. Een Amerikaan in problemen zoekt geen overheidsloket, maar een oplossing. Dit is en land van risiconemers. Wij zijn een risicomijdend volkje. Het heeft allemaal te maken met een heel fundamenteel verschil in mentaliteit. Amerikanen doppen graag hun eigen boontjes. In Europa denkt men dat succes in het leven voor het grootste deel wordt bepaald door factoren waar je zelf geen invloed op hebt. Dat is en levensfilosofie die past bij de verzorgingsstaat. In Amerika heerst de overtuiging dat als je maar hard werkt iedereen kans maakt op de verwezenlijking van de ?American Dream'. Amerikanen zoeken altijd nieuwe verten. Europeanen verdedigen bestaande grenzen.
Dat onverbeterlijke optimisme is de hoeksteen van de ontembare daadkracht van dit land. Nederland heet een sociaal land te zijn. Maar we zijn hartstikke individualistisch. En dat kunnen we ons luxueus permitteren omdat de overheid doorgaans te hulp schiet als het even tegenzit. Amerika is een individualistisch en hard land, maar daar is tegelijk onbaatzuchtige betrokkenheid sterker ontwikkeld. Amerikanen geven veel meer aan mensen in nood dan Nederlanders, maar wel op voorwaarde dat de overheid zich er niet mee bemoeit.
In Amerika klagen economen dat Amerikanen niet genoeg sparen. In Nederland ligt dat precies andersom. Nederlanders sparen als bezetenen om voorbereid te zijn op al het onheil dat hen kan overkomen. Amerikanen zijn gewend om permanent op de rand van de financi?le afgrond te balanceren. Onzekerheid is de regel, zekerheid de uitzondering.
Als Amerikanen iets op touw zetten doen ze het niet half. Boetes zijn zo hoog dat ze je echt afschrikken. Een aanklacht tegen de grote tabaksboeren: meteen tientallen miljarden dollars boete. De loterij? De hoofdprijs moet meteen minstens tien miljoen zijn voor gelukzoekers massaal toestromen. En zo gaat het maar door met strenge schoolregels tegen te blote kleding, boetes tegen hondenpoep, 1000 dollar boete voor wie een blikje uit het raam gooit. Amerikanen zijn heel praktisch in die dingen. En ze hebben ook geen ideologische bezwaren tegen streng straffen. Het is dus een kwestie van mentaliteit, aldus Groenhuijsen.
Openbare orde ontbreekt als er geen openbare gehoorzaamheid is. Voor een deel dwing je die af (hoge boetes, lange gevangenisstraffen), voor een deel zit het bij mensen tussen de oren.
Het recht om lid te worden van een vakbond bestaat niet voor vele miljoenen Amerikaanse werknemers. Hun bedrijf is niet ?unionized'. Een bedrijf wordt pas ?unionized' als bij een speciale verkiezing de meerderheid van de werknemers voor de vakbond heeft gestemd. Is die meerderheid er niet dan blijft de vakbond buiten de deur. Werkgevers doen er alles aan om zo'n vakbondsverkiezing te dwarsbomen. Schaamteloze bangmakerij is in Amerika geen uitzondering.
Vooral de Republikeinen vinden belasting op zijn best een noodzakelijk kwaad. George Bush verlaagt de belastingen dan ook keer op keer. Een torenhoog begrotingstekort brengt hem niet op andere gedachten. Integendeel. Hoge belastingen remmen economische groei. Lage belastingen jagen de economie en dus de belastinginkomsten juist aan. Van die belastingverlagingen profiteren vooral de rijken. Dat zou in Nederland tot groot politiek rumoer leiden, maar in de VS niet. Ook als de Democraten weer de baas worden is er heus geen radicaal andere aanpak te verwachten. Dat is politiek te riskant.
Vriend en vijand zijn het erover eens. De Amerikaanse economie is hard en dynamisch. Er is in de VS een structureel hogere economische groei, lagere werkloosheid en een veel grotere arbeidsmobiliteit. In Europa wordt veel minder verhuisd. Een Amerikaan is gemiddeld veel korter werkloos dan een Europeaan. Geen wonder, de kassa staat al snel stil als je je baan verliest.
Groenhuijsen vermoedt dat Amerika meer succesvolle ondernemers voortbrengt dan Europa. De VS is een land dat de brutaliteit van de beginnende ondernemer niet frustreert, maar beloond. En je zit niet vast aan een oerwoud van sociale wetten en ontslagregelingen van gewapend beton. Failliet gaan is in Amerika niet het einde, maar vaak juist het begin.
De columns van Groenhuijsen prikkelen tot nadenken. Vanuit een andere cultuur kijken naar je eigen land is als reizen naar verre landen. Amerika is zo'n ver land, ondanks dat het ook een westers land is. Veel is anders geregeld. Soms beter, soms niet. Wel leerzaam om ook daar eens te kijken wat werkt en wat niet! Dat niet te willen doen is arrogant. En dat zijn Nederlanders soms! Charles blijf ons wakker houden……!