Deze maand was ik in Beijing om nu eindelijk eens van dichtbij te zien hoe de stad waar ik in 1989 een reis voor geboekt had, maar die werd afgezegd vanwege het bloedige neerslaan van de studentenprotesten, zich ontwikkeld. Mijn fascinatie voor China bestaat al lang. (Zie ook mijn eerdere bijdrage op managementissues.com onder Globalisering ‘China zet de wereld op zijn kop’)
Natuurlijk wilde ik de toeristische hoogtepunten als de Chinese Muur, de Verboden Stad en het Zomerpaleis zien. Daarnaast was ik benieuwd naar wat je nu daadwerkelijk kunt zien van economische groeipercentages die al jaren rond de 10% zitten. En uiteraard wilde ik de voorbereiding op de Olympische Spelen zien.
Beijing wil graag de historische schatten laten zien. Dat is heel begrijpelijk want de Chinese Muur, de Verboden Stad en het Zomerpaleis zijn bezienswaardigheden die hun weerga nauwelijks kennen. Alles wordt in het werk gesteld om de stad er zo aantrekkelijk mogelijk uit te laten zien. Veel staat momenteel in de steigers om op tijd gerestaureerd te zijn voordat de stroom van bezoekers van de Olympische Spelen in Beijing neerstrijkt. Ik ben onder de indruk ben geraakt van wat er allemaal te zien is.
Of je nu geïnteresseerd bent in cultuur en historie, parken, tempels of winkelen maakt niet uit. Beijing is inderdaad een visitekaartje voor het hedendaagse China. Ook is het een toegankelijke stad voor bezoekers. Openbaar vervoer is prima en goedkoop. Voor de spelen komen er zelfs nog extra metrolijnen, spoorlijnen en een nieuw vliegveld bij. Veel is in het Engels aangegeven en het eten is van de hoogste kwaliteit! Toeristische gezien dus zonder meer een aanrader.
Beijing toont alle sporen van een stad die moeite heeft de eigen groei bij te houden. Een wandeling door de binnenstad maakt duidelijk hoe snel de stad groeit. Waar je kijkt worden hoge gebouwen uit de grond gestampt. Ook oude wijken worden opgeofferd aan de nieuwbouw. Tegelijkertijd zijn er nog behoorlijk wat oude wijken waar de leefomstandigheden niet om over naar huis te schrijven zijn. Deze worden handig aan het zicht onttrokken door er muren voor te plaatsen.
Fascinerend is een straatbeeld waar naast de modernste auto’s fietsers rijden die hun hele winkel op het achterrekje hebben gebonden. Het contrast kan nauwelijks groter zijn. Beijing is een wereldstad met circa 16 miljoen inwoners. Ook is het een stad die een aanzuigende werking heeft op getalenteerde Chinezen. De huizenprijzen vliegen dan ook omhoog en nieuwe wijken komen als paddestoelen uit de grond.
De planningen in Beijing richten zich volledig op de Olympische Spelen. Duidelijk is dat China zichzelf van haar beste kant wil laten zien en dat daarin geen compromissen mogelijk zijn. China was dermate voortvarend dat het zelfs gas terug moest nemen in de bouwactiviteiten. Dat was in de historie van de Olympische Spelen nog niet voorgekomen. Aanvankelijk werd met drie ploegen arbeiders gewerkt aan het Olympisch dorp. Vanwege het risico dat alles te vroeg klaar zou zijn is teruggegaan naar twee ploegen.
Grotere zorgen dan op tijd klaar zijn zitten in de regen en de smog. Voor de regen is echter een oplossing gevonden. Als er regen dreigt tijdens de openingsceremonie worden rond Beijing chemicaliën de lucht in geschoten waardoor de regen buiten de stad valt en de opening niet door regen wordt verstoord. Om de smog tegen te gaan worden fabrieken stil gelegd en wordt de helft van de auto’s verboden te rijden.
Daarnaast worden er tegen die tijd nog metrolijnen geopend, zodat het vervoer van atleten en bezoekers probleemloos verloopt. Drastische maatregelen worden niet geschuwd. Dat de ambities ten koste gaan van het normale leven en andere noodzakelijke voorzieningen voor de bevolking van Beijing neemt men voor lief.
Wat ik me wel afvraag is of de resolute voorrang die wordt gegeven aan de Olympische Spelen ook mogelijk zou zijn als er sprake zou zijn van een meer democratisch systeem van besluitvorming. Zowel ten aanzien van de Olympische Spelen als ten aanzien van de inrichting van Beijing zelf zie je dat men in staat is ambitieuze en compromisloze beslissingen te nemen over de aanleg van wegen en openbaar vervoer. Als je dat vergelijkt met de stroperigheid waarmee hier in Nederland infrastructurele besluitvorming plaatsvindt, kun je je afvragen of centralistische besluitvorming nu wel zo verkeerd is als het gaat om grote projecten en infrastructurele maatregelen. In ieder geval gaat het veel sneller!
Wel worden de Olympische Spelen zozeer een prestigeproject dat de regie tot in het absurde wordt doorgedreven. De Chinezen mogen geen fluim meer op straat spugen, de gastvrouwen moeten wel heel ver gaan in netjes lopen en vriendelijk glimlachen om tijdens de spelen de gasten te mogen begeleiden. Het ligt er wel erg dik op dat China de spelen wil benutten om zichzelf in de etalage te zetten.
Dat keert zich ook tegen het land. Naarmate het prestige sterker wordt benadrukt groeit ook de argwaan van de bezoeker. Het wordt dan juist een sport om naar het verhaal achter de façade te kijken. Daar winnen de bezoekers geen medailles mee, maar ze krijgen zo wel een evenwichtiger beeld van het huidige China. Een wandeltocht door de stad laat je snel de schaduwzijden zien.
Een land dat zo gericht is op prestige maakt zichzelf kwetsbaar. Ieder manco komt in de schijnwerpers te staan en iedere tegenstander heeft snel een podium om grieven te uiten. We zien dat de mensenrechten de discussie bepalen, evenals het neerslaan van de protesten in Tibet en de aandacht voor de verkiezingen in Taiwan.
Verder kijkend is er nog veel meer te vinden. Te denken valt aan de tijdelijk weggeorganiseerde vervuiling boven Beijing en de nepcultuur die leidt tot mooie koopjes, maar een karikatuur maakt van eigendomsrechten.
Dit alles neemt niet weg dat Beijing enorm in beweging is en dat het inderdaad indrukwekkend is om te zien wat voor energie van deze stad uitgaat en welke ambities het realiseert. Het is een wereldstad die nog steeds groeit en die er in hoog tempo welvarender uit komt te zien. Deze ontwikkeling en de energie die van de stad uitgaat is wat echt indrukwekkend is. Beijing zou er goed aan doen dat aan de wereld te tonen en zich minder kwetsbaar te maken door vooral op prestige gericht te zijn. Na zoveel jaren schijnvertoningen van communistische landen zouden ook de Chinezen moeten weten dat de rest van de wereld daar doorheen kijkt!
Bert van Ravenhorst,
Maart 2008.