Kang Chol-Hwan vluchtte in 1992 van Noord-Korea naar Zuid-Korea. Na zijn vlucht beschreef hij wat hem overkomen was. Een aangrijpend verhaal over hoe een autoritair regime de burgers er onder houdt door ze tegen elkaar op te zetten en mensonterend te behandelen in kampen.
Na het overlijden van Kim Il-sung op 17 december 2011 werd hij opgevolgd door zijn zoon Kim Jong-un. Daarmee brak voor Noord-Korea een nieuw tijdperk aan. Het is echter nog maar de vraag of het brute regime zal veranderen en of ervaringen als die van Kang Chol-hwan tot de geschiedenis gaan behoren. Een rapport uit april 2012 van Amnesty International geeft aan dat er geen verbeteringen zijn. Er worden nog steeds hele families achter de tralies gezet of naar een werkkamp gestuurd vanwege politieke misdaden die een familie zou hebben gepleegd. Ook is sprake van gedwongen abortussen en zelfs het vermoorden van pasgeborenen.
In 1948 zijn Noord- en Zuid-Korea opgericht. Van 1910 tot 1945 was Korea een Japanse kolonie. Na de Amerikaanse overwinning op Japan werd het land opgedeeld in een noordelijk deel onder Russische controle en een zuidelijk deel onder Amerikaanse invloed. De scheiding veroorzaakte een diepe wond die families ontwrichtte en grote vluchtelingenstromen op gang bracht van noord naar zuid. In 1950 volgde een verassingsaanval vanuit Noord-Korea en de Koreaanse oorlog was een feit. De Amerikaanse president Truman kreeg de Verenigde Naties achter zijn voorstel in te grijpen. Mao Zedong accepteerde dit niet en stuurde zijn leger van vrijwilligers in het strijdperk. De oorlog duurde drie jaar en de wapenstilstand bracht partijen vrijwel terug bij af. De relatie tussen de beide Korea’s kwam nooit meer goed.
In het noorden ontstond een gesloten staat die afwisselend steun zocht bij China en de Sovjetunie. Het land kwam onder absolute leiding te staan van Kim Il-sung die in de jaren negentig werd opgevolgd door zijn zoon Kim Jong-il. In Noord-Korea staan de inwoners voortdurend onder politietoezicht en alle informatie wordt gecontroleerd. Politieke vrijheid kent het land niet en de propagandamachine draait continu op volle toeren. Vanaf het einde van de jaren tachtig kent het land hongersnood. Het ideaal zelfvoorzienend te zijn wordt dan ook zeker niet bereikt. De heersers van dit land houden tussen de honderdvijftig- en tweehonderdduizend personen gevangen in concentratiekampen. De Noord-Koreaanse leiders vinden kennelijk de opbouw van het leger en het wapenarsenaal belangrijker dan het voeden van hun bevolking. Kortom: een dictatuur van de ergste soort.
Enkelen slaagden erin Noord-Korea te ontvluchten. Kang Chol-hwan is één van hen. Hij was niet op de vlucht voor de honger maar omdat hij als oud-gevangene opnieuw dreigde te worden gearresteerd voor luisteren naar een verboden radiostation. Zijn getuigenis is de eerste die gedetailleerd het leven in een concentratiekamp beschrijft en in Europa verschijnt. Hij heeft onader andere in het Amerikaanse Congres verslag gedaan van zijn belevenissen.
Kang Chol-Hwan kwam uit een welgestelde familie. Ze waren tijdens de oorlog naar Japan geëmigreerd. De Koreanen die lid waren van de Japanse communistische partij sloten zich massaal aan bij de Koreaanse arbeiderspartij – feitelijk de Noord-Koreaanse communistische partij – die in 1949 was opgericht. Door Kim Il-sung werd in de jaren zestig getracht emigranten over te halen om terug te keren naar Noord-Korea. Velen gaven aan die oproep gehoor. Zo ook de familie van Kang Chol-hwan.
Na aankomst zag de familie aanvankelijk alles door een roze bril. Zij vonden veelal goede banen en leken hun weg te vinden. Geleidelijk aan bekroop sommige familieleden het gevoel dat ze misschien de verkeerde keuze hadden gemaakt met hun besluit terug te gaan. De kritiek van de familie op de bureaucratische wantoestanden werd hen niet in dank afgenomen.
Plotseling verdween grootvader in juli 1977. Hij bleek gearresteerd en werd van hoogverraad beschuldigd, zonder dat werd verteld wat hij dan misdaan had. Voor zijn fouten werd ook zijn hele familie gearresteerd en overgebracht naar kamp Yodok. Tien jaar lang werd de familie geïnterneerd om te worden heropgevoed.
Het leven in het kamp was heel moeilijk. De geïnterneerden waren structureel ondervoed en liepen in lompen. Tot bij -20˚ Celsius moest er gewerkt worden onder soms levensgevaarlijke omstandigheden, bijvoorbeeld in de mijnen waar het instortingsgevaar groot was. Om de inwoners onder de duim te houden moesten zij elkaar in de gaten houden en overtredingen aangeven bij de kampbewaarders. Solidariteit werd zo in de kiem gesmoord omdat iedereen door iedereen verraden kon worden. De school werd gebruikt als propaganda instituut ter verering van de grote leider. Op ontsnappen stond de doodstraf, voltrokken onder het oog van alle geïnterneerden. Daarbij werden barbaarse methoden van ophanging en steniging niet geschuwd. De dood door steniging werd voltrokken doordat alle twee tot drieduizend toeschouwers een steen naar de ter dood veroordeelde gooiden.
Na tien jaar kwam er een einde aan de beproeving. Jaarlijks werden op 16 februari, de verjaardag van Kim Jong-il, alle gedetineerden bij elkaar geroepen. Dan werd bekendgemaakt wie vrij gelaten werden. In 1989 was het de beurt van Kang Chol-hwan en zijn familie.
Na hun vrijlating gingen ze naar een collectieve boerderij om te wonen en te werken. Als ex-gedetineerden werden ze voortdurend in de gaten gehouden en gediscrimineerd door de lokale bevolking. Kang Chol-hwan vond zijn weg als handelaar. Dit vooral buiten de officiële distributiekanalen om. Zijn rustige leven werd verstoord door de dreiging opnieuw geïnterneerd te worden omdat hij ervan werd beschuldigd naar een verboden radiozender uit het zuiden te luisteren.
Uiteindelijk had hij de keuze tussen arrestatie en vluchten. Hij besloot tot het laatste.
Samen met een vriend vluchtte hij via China naar Zuid-Korea. Ze meldden zich aanvankelijk bij het Zuid-Koreaanse consulaat, maar werden kil ontvangen omdat Zuid-Korea China niet openlijk in verlegenheid wilde brengen. De diplomatieke betrekkingen tussen beide landen waren met veel moeite tot stand gekomen. Hierop besloten de twee vluchtelingen te vertrekken naar Dalian, de Chinese haven die het dichtst bij Zuid-Korea lag. Na lange tijd en vele weigeringen vonden ze een boot die hen in de internationale wateren bracht en een oproep wilde doen aan Zuid-Koreaanse schepen die zich daar bevonden.
Ze werden ontvangen door de Zuid-Koreaanse marine. Al snel was er de confrontatie met de pers. Groot was hun verbazing dat de journalisten kritisch waren tegenover de agenten en openlijk vroegen wat ze de vluchtelingen hadden opgedragen te zeggen. Dit terwijl ze volkomen vrij waren te zeggen wat ze wilden. Het eerste half jaar was er voortdurende begeleiding.
Na twee jaar in Seoul kon hij eindelijk op eigen benen staan. Zo groot was de omschakeling. Van Noord-Koreaanse vluchteling was hij een bemiddelde student geworden die geen collegegeld betaalde, een ruime premie van de regering kreeg en een rooster had dat ruimte vrijliet voor conferenties en het schrijven van artikelen. Aanvankelijk kon hij zijn nieuwe status niet aan. Hij smeet met geld en liet zich meeslepen in de roes van zijn succes. Toen hij dit besefte brak hij met dit leven en koos hij ervoor de wereld te informeren over het werkelijke Noord-Korea. Dat was hard nodig want in de jaren na zijn vlucht werd de situatie in Noord-Korea alleen maar nijpender. De hongersnood heeft inmiddels aan enkele miljoenen mensen het leven gekost. De dictatuur is alleen maar harder geworden en de onevenredige uitgaven aan het leger en wapentuig zijn gebleven.
Het relaas van Kang Chol-Hwan is een aangrijpende aanklacht tegen het regime. Hij beschrijft de methoden van de Noord-Koreaanse machthebbers gedetailleerd. Aan actualiteit heeft deze ervaring helaas niets ingeboet. Daarom is het boek een aanrader voor wie een kijkje wil nemen in de keuken van het Noord-Koreaanse regime.
Bert van Ravenhorst,
Juli 2012.
Meer weten?
Klik op: