Een uitstekend boek dat Bettine Vriesekoop heeft geschreven. Informatief en tegelijk ook ontspannend om te lezen. Onderstaand een uitgebreid samenvatting waarmee ik de essentie van het boek heb willen weergeven. Daarmee aangevend dat ik de vele overige interessante inzichten daardoor niet heb kunnen meenemen.
Tijdens de invulling die Vriesekoop geeft aan de Leonardo leerstoel op de Universiteit van Tilburg is een conclusie die studenten trekken dat een onderzoek naar vrouwenmancipatie zou moeten beginnen met een onderzoek naar de seksuele ontwikkeling van vrouwen in de laatste 100 jaar. Een vrouw wordt volwassen als ze haar seksualiteit ontdekt. Hoe ging dat vroeger en hoe gaat dat nu? Wie ergens de kern van zoekt, stelt Vriesekoop, moet de geschiedenis afpellen.
Dat maakt dat Vriesekoop zelf besluit, na haar Leonardo-tijd, dit thema te gaan onderzoeken. Aan de hand van de geschiedenis wil ze op zoek naar de seksuele identiteit van de jonge Chinese vrouw, vroeger en nu.
Drie thema’s lopen als een rode draad door het boek:
• De traditionele rol van de vrouw.
• Onderwijs, carrière en de een-kindpolitiek.
• Huwelijk, seksualiteit en vrouwelijke schoonheid.
Twee vrouwelijke rolmodellen
Vroeger betekende mooi zijn in China als vrouw dat je kon worden uitgehuwelijkt. Ook gebeurde het dat jonge meisjes als concubine werden verkocht. Vrouwen mochten hun partner nooit zelf kiezen. Een vrouw was overgeleverd aan het gezag, vaak de jaloerse willekeur, van haar schoonmoeder.
Mooie dochters uit lagere milieus werden verkocht aan een andere familie of verhandeld als slavin of prostituee. In sommige dorpen op het platteland bestaan, zo geeft Vriesekoop aan, deze praktijken ook nu nog.
Vriesekoop begint daarom haar boek met twee vrouwelijke rolmodellen uit de historie op de voorgrond te zetten. Vrouwen die in hun tijd afweken van het gevestigde rolpatroon om daarmee een lans te willen breken voor een menswaardig/gelijkwaardig bestaan voor vrouwen. Een bestaan hand in hand met ontwikkelmogelijkheden.
- Hua Mulan was een jonge vrouw uit de 5-de of 6-de eeuw na Christus. Ze leere vechten en schopte het tot legeraanvoerder. Vechten ging ze omdat haar broertje te jong en haar vader te oud was. Zij belichaamde confucianistische deugden: vaderlandsliefde en eerbied voor de ouders. Aangevuld met heldhaftigheid, bescheidenheid en respect.
- Qiu Jin is een van de beroemdste vrouwen uit de meer recentere Chinese geschiedenis. Ze werd een eeuw terug opgepakt en onthoofd.
Ze was tegen het uithuwelijken van vrouwen en het voetbinden. Daarnaast pleitte ze voor goed onderwijs voor vrouwen.
Qui had maling aan alle regels, ging in Japan studeren en had een grote mond. Na haar dood werd duidelijker dat ze in actie was gekomen tegen corrupte leiders, armoede en achterstelling van de vrouw.
Qui was ook een zogenaamde zwaardvrouw. In haar jeugd leerde ze paardrijden en vechtsport en heeft tevens een enorme impuls gegeven aan de vechtsport in China. Zonder Qui Jin was er geen Bruce Lee geweest.
Qui Jin trok in haar tijd ook mannenkleren aan omdat ze een overtuigd feministe was.
Er is vanuit het verleden een heel andere geestelijke, meer metafysische kant die zijn invloed ook tegenwoordig nog duidelijk gaat gelden.
Confucianisme, Taoïsme (aangevuld met Boeddhisme) en vrouw-zijn
Confucianisme en daaruit volgende Confucianistische conditionering van de vrouw is eeuwenlang ongelofelijk sterk geweest is. Confucius was een denker en filosoof die leefde rond 500 voor Christus. Confucianisten vereren geen goden maar hebben een ethisch/moreel systeem. Hoe mannen en vrouwen zich hebben te gedragen. De kern van het gedachtegoed van Confucius is opgeschreven door een groep volgelingen en gebundeld in de Analecta.
Deugden als piëteit, broederliefde, respect, trouw en voorouderverering staan centraal. Als gezaghebbers het goede voorbeeld geven, gehoorzaamt het volk en heerst er orde en rust in de samenleving. De man moet verder gehoorzamen aan zijn ouders maar de vrouw moet nog veel meer.
Zij moet haar vader gehoorzamen, haar man en haar zoons. De ‘Drievoudige Gehoorzaamheid’ die een vrouw in acht hoort te nemen. Daar bovenop moet ze ook nog de vier deugden beoefenen: altijd moreel handelen, de juiste woorden gebruiken, bescheiden zijn en vlijtig werken.
Ook al hebben vrouwen wel wegen gevonden om hun eigen weg te gaan, de grote lijn van de geschiedenis is dat ze de wil van mannen moesten volgen.
Seks is voor de confucianisten louter een functioneel gebeuren ten behoeve van het voortzetten van de voorouderlijn. Was daaraan voldaan, werd er niet zo zwaar getild aan de seksuele moraal van echtelieden. Tegelijkertijd was vrije seks, seks buiten het huwelijk, een gevaar voor een deugdzaam leven.
Taoïsme is veel vrouwvriendelijker en gericht op ‘onsterfelijkheid’. Het is niet zo zeer een religie maar meer een geestelijke ontwikkelingsweg zonder moraal of dogma’s. Het draait niet om voorgeschreven gedrag, zoals in het Confucianisme maar om de spontaan levende mens die zijn natuur verstaat en volgt.
‘Wu wei’ is hiervan het leidende beginsel: de kunst om in alle handelingen het niet-handelen te zien en het niet-handelen als een handeling.
Taoïsme biedt diepgaande inzichten in seksualiteit en ziet de seksuele organen als de motor van alle jeugdige kracht en energie. Werken die organen niet goed, belemmert dat fysiek herstel, blijven fysieke en mentale prestaties achter en raakt de geest gedeprimeerd. Verlies van seksuele energie wordt daarom voorkomen, vooral de Yang-energie van mannen.
Er worden technieken aangeleerd die toch een diepgaande bevrediging kunnen geven zonder verlies van belangrijke lichamelijk seksueel vocht. Vrouwelijke Yin-energie is onuitputtelijk maar ook vrouwen dienen hun seksuele energie te leren beheersen. Seksueel omgaan met elkaar wordt beoefend als een manier en discipline om ‘het goed in zichzelf te vinden.
Boeddhisme is gericht op het bereiken van verlichting. Het Nirvana bereiken via het achtvoudige pad. Al het Nirvana bereikt is, eindigt het pad van wedergeboorte. Seksualiteit is voor Boeddhisten een begeerte die iemand moet leren loslaten in de zin dat je er niet door wordt ‘beheerst’ (gehechtheid). Boeddha zag mannen en vrouwen als volkomen gelijk. Alleen in China waren de Confucianistische opvattingen dominanter
Interessant is dat waar Westerlingen in hokjes denken, Taoïsme, Confucianisme en Boeddhisme door elkaar kunnen lopen. Ze zijn niet echt te scheiden. Tegenwoordig zijn vele Chinezen Taoïst, Boeddhist en Confucianist tegelijkertijd. Wat in talloze andere culturen als tegenstellingen wordt zien, zijn voor Chinezen elementen die elkaar aanvullen.
Daarbij komt dat de Chinese samenleving zo complex en divers is dat algemene conclusies niet zijn te trekken. Wel is te stellen dat opvattingen over vrouwenonderwerpen sterk generatiegebonden zijn.
Schoonheidsidealen: voetbinden en plastische chirurgie
Voetbinden maakt aantrekkelijker! Dat was althans een bizarre schoonheidsvervorming die eeuwen als ideaal werd gezien. Zonder afgebonden voeten waardoor dat kleine stompjes werden, voelden veel vrouwen zich minder vrouwelijk en minderwaardig. Helse pijnen in ruil voor een beetje status en kortstondige aanbidding in de slaapkamer Tegelijkertijd maken dergelijke lotusvoetjes vrouwen volledig afhankelijk van hun eigen familie en later van hun echtegenoot en diens familie.
Hoewel het al sinds 1949 verboden is, zijn vrouwen op het platteland nog jaren lang doorgegaan met dergelijke afbindingspraktijken. Die eeuwenoude praktijken zijn begonnen met keizer Li Yu die regeerde in de Tang-dynastie. Hij was verrukt van de kleine voetjes van een van zijn concubines.
Zo ontstond het waanidee dat vrouwen met miniatuurvoetjes voldeden aan een keizerlijk schoonheidsideaal. Ze waren begerenswaardige, kostbare bruiden waarmee de Chinese vrouw, ondanks haar ondergeschiktheid, toch invloed wist uit te oefenen op mannen.
Er zijn parallellen te trekken met plastische chirurgie. Iets dat in China zeer sterk in opkomst is en vanuit het voetbinden bekeken eigenlijk een nieuwe vorm van verminken is. Vooral jonge vrouwen die zijn geboren in de jaren ’80 en ’90n zijn er door geobsedeerd. Ze doen dat om een rijke man aan de haak te slaan. Oude koppelarij in een nieuw jasje.
Een nog belangrijker reden voor deze vrouwen is het verkrijgen van een baan. Om bij een sollicitatiegesprek de best mogelijke indruk te maken. Bijvoorbeeld met de neus van een favoriete actrice. China heeft obsessie met schoonheid die verschuift naar mensonwaardigheid. Net als het inbinden van voeten.
Mao en de Chinese Volksrepubliek
Met de Chinese Volksrepubliek, zo schrijft Vriesekoop, ontstond er een staatsfeminisme. Voetbinden werd verboden en Mao zette vrouwenrechten op de agenda. Vrouwen mochten voortaan zelf een man uitkiezen. Polygamie en uithuwelijken werden officieel verboden en er kwam een huwelijks en scheidingswet.
Vrouwen die met het voetbinden moesten breken wisten zich geen raad. Het inbinden was een deel van hun identiteit geworden. Mao had geen compassie met deze vrouwen. Ze moesten dezelfde arbeid verrichten als anderen.
Mao defeminiseerde vrouwen bovendien als het ware omdat ze ook geen vrouwenkleren meer mochten dragen en werd seksualiteit verdrongen. Ze moesten zich als man gedragen en daar hoorde uiten als vrouw zijn niet bij.
Maar dat wil niet zeggen dat een einde kwam aan bijv. koppelpraktijken. Die vinden ook tegenwoordig nog plaats.
‘Kale takken’ en ‘etensrestjes’
De een-kind politiek heeft het aborteren van meisjesbaby’s gemakkelijk gemaakt. En dat terwijl er al een vrouwentekort was. Tijdens de hongersnood van 1959-1961 lieten veel families hun dochters versterven om hun zonen van de hongerdood te redden. Kindermoord, verwaarlozing en te vondeling leggen zijn tegenwoordig wettelijk verbonden.
Te weinig vrouwen heeft zo zijn eigen dynamiek. Mannen die de familietraditie niet voortzetten, worden ‘kale takken’ genoemd. Maar er is ook een groeiend aantal jonge vrouwen dat ongehuwd blijft omdat ze te hoog zijn opgeleid. Daarnaast worden ze vaak uitgesloten omdat ze een gevaar zijn voor getrouwde mannen.
Als je in China ongetrouwd 27 jaar wordt, ben je van de ene dag op de andere een ‘etensrestje’ en voorbestemd om een ‘oude vrijster’ te worden. Self made zakenvrouwen en vrouwen die hoogopgeleide banen hebben, worden een beetje dubieus bekeken. Vrouwen in China zijn nog bezig met een inhaalslag in termen van opleiding en status. En dat gaat ook niet zo maar.
De vrouwenvakbond van de Communistische Partij schreef in 2011 nog het volgende schotschrift op haar website over ‘etensrestjes’:
‘Een mooie meid heeft geen universitaire graad nodig om met een rijke man te trouwen. Meiden die niet zo aantrekkelijk zijn, hopen door hard studeren en een goede baan toch nog goed weg te komen op de huwelijksmarkt. Jammer genoeg werkt dit niet. Tegen de tijd dat ze hun master- of doctorstitel hebben gehaald zijn ze net vergeelde parels, oud en weinig waard. Dus meiden, let op en trouw op tijd!’
Dit schotschrift riep veel weerstand op en is van de site van de bond gehaald.
Voor veel vrouwen is zelfstandigheid en onafhankelijk een onzekere ontwikkeling omdat als alles voor je wordt geregeld en gepland, zoals in vroegere tijden, dat ook zo zijn zekerheden geeft.
Voor vrouwen is de wereld ingrijpender veranderd dan voor mannen. Van het voetbinden en gehoorzamen aan de heer des huises van enkele decennia terug tot nu. Een tijd met toenemende individualisering en keuzemogelijkheden.
Dat brengt verwarring in rolpatronen met zich mee. Voor nogal wat mannen is het moeilijk te accepteren als hun vrouwen een hogere maatschappelijke positie innemen dan zij zelf. Sommige vrouwen spelen daardoor thuis de rol van klassieke echtgenote en op het werk een meer mannelijke rol.
Box: waar komt de een-kind politiek van China vandaan?
Vriesekoop schrijft op pagina 95:”Weinigen weten dat de Nederlandse hoogleraar toegepaste wiskunde Geert Jan Olsder de architect is van de een-kind politiek in China. In 1975 bracht de Chinese raketgeleerde Song Jian een bezoek aan de TU Twente.
Na een rondleiding dronken de twee een biertje en Olsder vertelde over zijn nieuwste product, het maken van een rekenmodel om de bevolkingsgroei te controleren. De Club van Rome had kort daarvoor gewaarschuwd voor wereldwijde rampen als gevolg van de snelle groei van de wereldbevolking.
Olsder was zich wiskundig in dit probleem gaan verdiepen. Aan de hand van zijn rekenmodel legde hij Song uit hoe een land de bevolkingsgroei effectief zou kunnen afremmen tot een aanvaardbaar niveau.
Song maakte aantekeningen op het spreekwoordelijke bierviltje en keerde met de kennis van Olsder terug naar China, waar hij zich in korte tijd opwerkte tot de belangrijkste demograaf van zijn land.
Vier jaar later werden de berekeningen van Olsder in de praktijk gebracht en introduceerde Deng Xiaoping de een-kind politiek.” Zonder de een-kind politiek had China er een stuk slechter voorgestaan. Zeker in termen van armoedebestrijding.
Seksualiteit
De laatste jaren is een seksuele revolutie op gang gekomen: buitenechtelijke relaties, prostitutie, onenightstands, samenwonen voor het huwelijk en abortus lijken heel gewoon in het leven van jongeren. Daar zijn enkele kanttekeningen bij te plaatsen.
De meeste ouderen vinden seksualiteit iets waar je niet over praat. Seksuele voorlichting bestaat niet in het onderwijs en studenten mogen geen verkering met elkaar hebben op de middelbare school.
Toch heeft 70% tegenwoordig seks voor het huwelijk en dat was maar 15% voor 1989.. Tegelijkertijd weten de jongeren veel dingen niet. De meeste Chinese meisjes weten niet hoe ze moeten masturberen, slechts 1,2% gebruikt een anti-conceptie pil en weten niet het verschil met een morning-after pil.
Daarentegen draagt 40% van de vrouwen een spiraaltje omdat het plaatsen onder de publieke gezondheidszorg valt. Tegenwoordig staat ook op elke universiteit een condoom automaat. Jongeren hebben veel wisselende contacten. Chinese jongeren doen hoofdzakelijk aan onenightstand en gaan zelden een relatie met elkaar aan. Ook niet kortstondig omdat er een sociale druk hoort bij een vaste relatie.
Homo’s kunnen niet trouwen en sluiten daarom een heterohuwelijk en gebruiken dat als dekmantel. Ze zorgen voor een kind om hun ouders tevreden te stellen. Van de andere kant geldt dat homoseksualiteit niet meer strafbaar is. In de ogen van Mao was prostitutie de ultieme vorm van kapitalistische uitbuiting.
Door de open deuren politiek van de jaren ’80 deed ook de vrije markt zijn intrede. Daarmee keerde ook de prostitutie terug in het straatbeeld. Ook al is die strafbaar. Voor veel vrouwen is in de prostitutie rollen in grote steden een kwestie van overleven. Zeker als je bijna geen opleiding hebt gehad. En als hele gezinnen van het platteland naar de stad komen moet de vrouw des huizes soms de straat op om geld te verdienen om te overleven.
‘De jeugd van tegenwoordig’: traditioneel en rebels
Jongeren staan door de een kind politiek in het midden van de belangstelling van vier grootouders en twee ouders. Ze moeten voor Westerse begrippen ongemeen hard studeren maar worden thuis als kleine prinsjes en prinsesjes behandeld op wie de hoop van de familie is gevestigd.
Toch zijn er tegenwoordig (tenminste) twee groepen jongeren. Een groep volgt het klassieke patroon en doet nog precies wat de ouders zeggen. Dan stippelen je ouders je pad voor je uit en maken goede sier met je.
Daarnaast heb je de meer ‘rebelse’ typen. Die eisen hun individualiteit op. En wat tot voor kort een juiste opvoeding leek, wordt langzaam in een veranderende wereld een nadeel. Bedenk ook dat dit de eerste generatie is, die niet is opgegroeid met broertjes en zusjes met wie ze rekening moesten houden.
China individualiseert, de gemeenschapszin neemt af en de markt regeert. Bij die individualiteit hoort ook een vrijere seksuele moraal en het niet accepteren van seksuele intimidatie en discriminatie.
Sommige van de jongeren kijken daarvoor naar het Westen, op zoek naar vrijheid en zelfontplooiing. Andere jongeren zoeken het in het Boeddhisme, Christendom, Tai Chi of zelf de traditionele waarden van het Confusianisme.
Tot slot
Hoe China nu tegen seksualiteit aankijkt is een afspiegeling van de tijdgeest. Dat zal over 10 jaar weer anders zijn.
In het Westen hebben de vrouwen vooral in de jaren ’60 hun rechten moeten bevechten. In China zijn de vrouwen (net als de mannen) eerst door de Mao-revolutie nog eens hun identiteit kwijtgeraakt.
In de jaren ’80 kregen de vrouwen het nóg drukker. Ze hadden én traditionele taken, moesten aan de slag met hun uiterlijk en moesten meewerken om in het levensonderhoud en onderwijs van hun gezin te voorzien.
Tegenwoordig is de positie van de vrouw op de Chinese arbeidsmarkt enorm verbeterd. In 1949 was maar 7% van alle vrouwen werknemer. In 2007 had 65% van de vrouwen werk. Alleen verdienen ze nog wat minder dan mannen. Discriminatie van vrouwen vind nog steeds plaats.
Langzaam aan beginnen wel mediaprotesten hun invloed te doen gelden zoals in het geval dat vrouwen met goede scores toch niet op een universiteit werden toegelaten. Daarbij blijkt dat protest via internet meer mogelijk is dan publiek protest. Dat laatste wordt door Chinese autoriteiten anders ervaren.
Max Herold
Maart, 2015
Meer weten?
Dochters van Mulan
Auteur: Bettine Vriesekoop
Uitgeverij: Brandt, 2015
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789492037008/
dochters-van-mulan-bettine-vriesekoop?affiliate=1910