“Wat ik je zie en hoor doen, in termen van kleden, praten over relaties met mannen, doet me sterk denken aan mijn moeder (waar ik veel om geef) als die vertelt over de tijd dat ze jong was. In de jaren ’30, ’40 en vooral de ’50-er jaren. En dan merk je, zo constateer ik, dat de Arabische wereld, en je ouders hier, de Westerse jaren ’60 niet hebben meegemaakt…… maar daar zullen ook zij vroeg of laat niet aan ontkomen. Dat is een natuurlijke maatschappelijke ontwikkeling die door veranderende contexten met toenemende keuzemogelijkheden en vrijheidgraden wordt afgedwongen. Het voelt, als ik je beluister, alsof de jaren ’50 met de jaren ‘beyond ‘90’ aan het concurreren zijn. Een clash tussen tijdperken met verschillende moralen en snelheden die nog niet zo gemakkelijk te overbruggen is.”
– Max Herold begin 2015 tegen een dierbare vrouwelijke kennis met een Islamitische achtergrond –
Al je de achtergronden wilt begrijpen van hoofddoekjes, of meer in het algemeen, de kleding van Moslima, dan raad ik je aan het boekje ‘gesluierde vrijheid: de Moslima in de moderne wereld’ te lezen van Naema Tahir.
Tahir begint met het benadrukken hoe religie een stempel heeft gedrukt op cultuur in het westen en in het oosten. Maar ook dat culturele veranderingen op verschillende plekken in de wereld met verschillende snelheden gaan. Zoals Tahir het stelt:
‘Ik durf te wedden dat als Moslims van deze voorbije cultuur (lees: vóór de jaren ’60 van de vorige eeuw) zouden kennisnemen, wat ik hun zeker aanraadt – die voor hen een feest der herkenning zou zijn. Ze zouden zeggen: ‘maar zo is het bij ons ook!’ (Tahir, 2015: 10)
Het Westen is inmiddels sterk geïndividualiseerd en daarmee is de collectieve ondersteuning van de gemeenschap afgenomen. Wie het niet redt kan niet meer zo gemakkelijk terugvallen op familieleden.
Dat ligt anders bij Moslimgemeenschappen waar naast gemeenschapszin een tegenovergesteld iets aanwezig is. Een beklemmende druk van familie en ‘clan’ op wat je wel en niet hoort te doen. En daarvoor zijn de talrijke verleidelijke keuzemogelijkheden van de Westerse maatschappij weer een probleem.
Versluierde modeniteit
Moslima maken deel uit van deze beide werelden. In de buitenkant, op hun werk, zitten ze in de Westerse wereld en als ze naar huis gaan betreden ze een andere wereld….. daar waar de man het vaak voor het zeggen heeft. Daardoor kunnen situaties ontstaan waardoor je als Moslim ook niet meer weet wat goed of kwaad is. En dan zijn er ogenschijnlijk twee opties:
- Je breekt met het Oosten en kiest voor het Westen. Je bepaalt je eigen keuzes, wensen etc. wat kan resulteren in een breuk met de familie.
- Je kiest voor de ‘veiligheid’ van het eigen nest en wendt je af van het Westen met al zijn verleidingen en wordt tot een goede gehoorzame dochter en vrouw. De Oosterse gemeenschap staat dan achter je en respecteert je.
Veel Moslima vinden geen van beide opties aantrekkelijk. Die proberen beide opties met elkaar te combineren omdat dat in hun ogen de beste oplossing is. Deze groep vrouwen is groeiende. (Noot MH: ze zetten daarmee hun eigen eerste stappen, in eigen stijl richting hun eigen jaren ’60 – tijdperk).
Hoezo, geen zelfbewustzijn?
Moslima met hoofddoek worden als onderdanig gezien. Achtergesteld, niet autonoom en afhankelijk van de man. Niet meer van deze tijd waarbij hun seksualiteit onder controle staat van een in wezen door mannen gedomineerde cultuur. Moslima ogen minder vrij dan hun mannen.
Toch blijkt onder al die sluiers wel degelijk een vrouw schuil te gaan die bijzonder modern kan zijn. Moderniteit vermomd in versluierende kledij. Zoals Tahir schrijft over een ontmoeting met een volledig gesluierde vrouw in Dubai:’
In januari 2013 was ik opnieuw in Dubai. In een supermarkt liep ik een volledig gesluierde vrouw tegen het lijf. Ze was geparfumeerd en van top tot teen gehuld in prachtige stof……. Opeens sloeg ze haar sluier op. Haar blik was strak op mij gericht. Ze was jong en droeg zachtroze make-up, waarschijnlijk van topmerken. Ze keek ernstig, zelfbewust en was overduidelijk opgeleid……. Op het eerste gezicht leeft deze vrouw volgens de traditie en het geloof, want e zien alleen de sluier. Als je haar beter bekijkt, zie je dat ze ook deelneemt aan het moderne leven. Sterker nog, ze geniet ervan, zo blijkt uit haar make-up, haar hoge hakken, haar opvallende kroontje en haar parfum…….. én de vrijheid om haar gezicht te tonen aan wie ze wil’ (Tahir, 2015:20-21).
Nu kan het zijn dat deze vrouw die sluier draagt omdat haar man het wil of omdat ze zich dat heeft laten voorschrijven door het geloof. Daar kan iets waars inzitten. Maar ook vele moderne, ongesluierde moslima omarmen nog steeds de tradities en staan midden in het geloof, zo stelt Tahir. En als de tradities en het geloof dat van hun vragen, beperken ze zich in hun opvattingen, huwelijkskeuze, seksuele moraal en individualiteit.
Die hoofddoek heeft enige overeenkomsten, in mijn ogen (MH) met de reilgieuze nonnenwereld van de jaren ’50. Tahir zeht daarover dat de impliciete boodschap daarbij nog steeds is, dat als je geen doek op je hoofd hebt, je niet meer heilig bent. Je bent dan immers bezig met de mensenwereld. Alleen als je een hoofddoek draagt, toon je dat je bezig bent met de wereld van Allah. En blijf je ‘sereen’ en ‘kuis’ voor mannen.
Zélf als Moslima creatief de grenzen opzoeken en oprekken
Alleen, in de Westerse wereld is dat een probleem. Zo zegt Tahir over haar jongere jaren:
‘Dat ik me voor God moest sluieren was tot daaraan toe, maar dat de mannen met onbedekt haar konden blijven zitten, knaagde aan mijn in gelijkheid gelovende geest……… Ik had er vooral moeite mee dat ik opeens louter en alleen een meisje was en niet dezelfde rechten als jongens….. Mannen waren vrij. Ze hadden de keuze om Westerse kledij te dragen, ze mochten voluit schateren op straat of vunzig doen tegen vrouwen. Natuurlijk golden ook voor hun de regels van betamelijkheid, maar als ze die overtraden werd dat vaker wel dan niet door de vingers gezien’ (Tahir, 2015: 29).
En dat laat Tahir zien hoe vrouwen creatief worden met regels als ze Uzma en Zubeida bespreekt, die ze op een Pakistaanse school leerde kennen. Van de ene kant hielden die hun sluiers altijd om hun hals maar hun schooluniform was een gemoderniseerde versie van de traditionele shalwar kamiz (schoolkostuum).
Ze lakten heel slim de nagels van alleen hun linkerhand omdat de rechterhand in Pakistan staat voor reinheid. Maar ze verborgen alle uitbundige sieraden, make-up, coupes weer ‘netjes’ onder een zwarte nikab als ze de schoolpoorten uitgingen. Zoals Tahir schrijft:
‘Diep van binnen hadden Zubeida en Uzma vast zonder sluier willen rondlopen, modern als ze waren. Maar hun samenleving was niet zo modern en had geen begrip voor vrouwen die ontsluierd en opvallend waren’ (Tahir, 2015,37).
En dat is in Den Haag niet anders. Tahir zegt:
‘Een vriendin van mij ervaart dit nog altijd, In Nederland zelfs. Zij mijdt bepaalde wijken van Den Haag waar zij zonder sluier haar familie te schande zou maken’ (Tahir, 2015: 37).
Vanuit dat oogpunt bezien zijn vrouwen met een Hidjab (hoofddoek) zoals Leila Ahmed ze volgens Tahir noemt
‘een uniform voor transitie, een wijze van kleden in de moderne wereld die voor de omgeving nog acceptabel is’ Tahir, 2015: 39).
Daarbij voorzichtig grenzen opzoekend, beetje bij beetje, waarbij de wortels van de oude cultuur worden opgerekt naar een modernere wereld. Zonder daarvan alles te ormarmen.
Belangrijk is te beseffen, zegt Tahir, dat het de Moslima zélf zijn die langzaam bepalen waar zij hun grenzen leggen. Zij herinterpreteren dagelijks de regels en tradities in relatie tot het moderne bestaan. Bedenk dat weinigen zich in het openbaar durven uit te spreken over hun geloof of gemeenschap uit angst. Als je geen risico wilt lopen, moet je je gedeinsd houden. Uit angs voor (mogelijk geweldadige) represailles. En dan is een subtielere, geleidelijke weg een uitweg.
Relaties
Het is in vele oudere culturen gebruikelijk meisjes uit te huwelijken (zie bijv. ook de samenvatting Bettine Vriesekoop’s boek ‘Dochters van Mulan’ op deze site).
Vader en moeder bepalen met wie dochterlief gaat trouwen. En daar horen gemengde huwelijken niet bij. In de Moslim-wereld betekent dit dat Niet-Moslims zijn uitgesloten en ongeschikt worden bevonden als huwelijkspartner.
Dit is te vergelijken met vroeger in de jaren ’30 en ’40 in Nederland. Met Katholieken die verboden werden met Protestanten om te gaan. Laat staan een relatie te hebben. En ook hier moesten vroeger de ouders toestemming geven. Seks buiten het huwelijk (zie opnieuw de jaren ’50 hier) is al helemaal verboden.
Huwelijken tussen moslims en niet moslims zijn in conservatieve zin ongeldig. Bovendien bestaat het gevaar van uitstoting of andere vormen van geweld als ze thuiskomen met een niet-Moslim man.
Genotshuwelijken
Er blijven veel Moslimvrouwen, die daar moeite mee hebben, monogaam waarbij sommige vrouwen er weer tegelijk diverse relaties in het geheim op nahouden.
Vaak met niet-Moslim mannen die een, zo stelt Tahir, tolerantere levenshouding hebben dan Moslim-mannen, waardoor deze vrouwen zich bij de niet Moslim mannen veiliger en vrijer voelen. Moslim-mannen zouden haar alleen maar veroordelen.
Een dergelijke relatie bekennen is ongekend zwaar en is te vergelijken met ‘uit de kast komen’. Dubbellevens tieren daardoor welig. Hypocrisie als lijm voor sociale verbanden waarbij iedereen een andere kant opkijkt.
Vanuit een Westers oogpunt is dat allemaal bizar en triest te noemen, Van de ene kant gedwongen worden een partner te kiezen omdat dat binnen de cultuur ‘rationeel’ een goede keuze is. Waardoor liefde geen wezenlijke rol speelt.
Om de harmonie te bewaren, volgen veel Moslim-vrouwen nog steeds de keuze van hun ouders. Of trouwen niet.
Dat wil weer niet zeggen dat er niet enige creativiteit op intiem gebied te bespeuren is. Als je als vrouw en man toch seks wilt hebben in je jonge jaren dan sluit je een ‘nikah mut’a’ af. Letterlijk een genotshuwelijk. Een huwelijk van een dag of tot het einde van de week. Al dan niet, indien nodig met maagdenvlieshersteloperaties.
In Iran is deze vorm van ‘flitshuwelijk’ schering en inslag bij de jonge bevolking. Het biedt jongeren de gelegenheid intieme contacten te hebben, en daarmee te leren omgaan, zonder door de staat daarvoor gestraft te worden. Daarna mogen ze opnieuw een ‘flitshuwelijk’ sluiten met dezelfde persoon of met een ander.
Met een voorwaarde voor de vrouw. Als ze na een genot/flitshuwelijk opnieuw een flitshuwelijk wil, moet ze twee maanden wachten. Soms doen vrouwen dat ook met niet-Moslim mannen.
Mannen mogen overigens weer verschillende genotshuwelijken tegelijk afsluiten. En er blijken mannen te zijn die daar een ‘way of life’ van maken.
Tahir zegt over Iran met betrekking tot genotshuwelijken:
‘De Iraanse geestelijken zitten wat seksualiteit betreft in een spagaat. Aan de ene kant zien ze seks buiten het huwelijk als een zonde (noot MH: net als hier in de jaren ’50). Maar hoezeer privézaken ook worden gecontroleerd, de machtshebbers weten dat er grenzen zijn aan wat een bevolking pikt. Het genotshuwelijk is een ventiel om het systeem in stand te houden en daarom laten ze het toe’ Tahir, 2015:97).
Bovendien zijn er een toenemend aantal Imams die milder zijn komen te staan tegenover interreligieuze huwelijken.
Een sociale tijdbom
Maar dat laat onverlet dat er zich een sociale tijdbom aan het ontwikkelen is in de Moslim-wereld. Tahir verwijst daarvoor naar Hargey, die stelt:
‘Er zijn niet genoeg huwbare mannen in het Westen.
25 procent van de Moslimmannen zit in de bak,
25 procent doet het niet goed,
25 procent bestaat uit players.
Dan blijft er maar 25 procent van de Moslim-mannen over die geschikt zijn voor getalenteerde, goed opgeleide en werkende Moslima.
Deze vrouwen willen begrijpelijkerwijs niet onder hun niveau trouwen. Vanwege het gebrek aan huwbare en geschikte mannen in de moslimgemeenschap, zullen Moslima in toenemende mate zoeken naar een levenspartner buiten hun geloof’ (Tahir, 2015: 109).
Laat staan als daar de spanning tussen geloof en liefde in een individualiserende context bijkomt.
Geen zwart-wit
Dan blijkt dat een zeer groot deel van de nieuwe lichting Moslim-vrouwen niet in zwart-wit kaders denkt en religie weliswaar belangrijk vindt maar die in perspectief zet van een spiritueel kader, waardoor ook weer ruimte ontstaat voor invoelende niet-Moslim mannen.
Daarbij de kanttekening plaatsend dat de meeste Moslima zich niet zo maar zullen losmaken van hun familie of gemeenschap. Ze vinden dat een veel te harde eis. Bedenk daarbij ook dat ook veel Moslima zonder hoofddoek een onzichtbare sluier dragen, zo stelt Tahir. Over hun diepere innerlijk.
Ze willen rekening houden met hun familie en de gemeenschap, waar ze vandaan komen, en van daaruit een weg zoeken tussen traditionele erfenis en moderniteit.
Max Herold
mei, 2015
Meer weten?
Gesluierde vrijheid: de Moslima in de moderne wereld Auteur: Naema Tahir
Uitgevrij Prometeus, 2015
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789044623826/gesluierde-vrijheid-naema-tahir?affiliate=1910
Nawoord
Zit me, terwijl ik de samenvatting van dit boek nog eens lees, te realiseren dat, als je het over een revolutie hebt, veel Arabische culturen niet alleen hun eigen variant van de Westerse jaren ’60 nog niet hebben meegemaakt (misschien nu), maar dat er misschien nog iets anders speelt.
Er zat vroeger in de loop van de geschiedenis in het Westen nog een andere stap tussen de stap van dat je ouders een partner bepalen/uithuwelijken en individualisering. Dat is de geleidelijke ontwikkeling van burgerromantiek.
Ter illustratie: je had hier in de jaren ’40 en ’50 (maar ook daarvoor) dansavonden waar je een soort ‘veilige vrije ruimte’ had waar jongens en meisjes, met keuzemogelijkheden en in een zekere ‘gelijkwaardigheid’ elkaar konden ontdekken. Je kon een danspartner gemakkelijk afwijzen en ‘elementaire wisselende contacten’ hebben waarbij je iets ‘intiemer’ (zonder seksualiteit) elkaar aanraakte tijdens het dansen.
Met elementaire basisvormen en bijbehorende ‘protocollen’ van hoffelijke flair/ ‘elkaar het hof maken’, romantiek etc. Denk in algemene zin ook aan de vele romantische Duitse en Amerikaanse films of de vele Bouquet-boekjes.
Daarmee wil ik weer niet zeggen dat iedereen zo Romantisch was (ook niet tegenwoordig). 🙂
Nu kan dat aan mijn beperkte culturele kennis liggen, maar ik heb het gevoel dat deze (noodzakelijke) culturele ontwikkelingsfase, en dergelijke man-vrouw/meisje-jongen kennismaking én keuzemogelijkheden minder tot hun recht zijn gekomen in de stap van een Midden-Oosten cultuur, met een accent op bloedverwantschappen, naar individualisering.
Toch kun je die m.i. niet echt overslaan (zie het boek Denkfundamenten Ontsluierd). En dat dit een van de problemen voor nogal wat mannen is. Burgerromantiek is in de kennis- en ervaringsontwikkeling een beetje ‘overgeslagen’. Mogelijk dat social media dat gat op een andere manier versneld gaan dichten.