Joris Luyendijk: “Kunnen we praten?”

Op de achterkant van dit kleine boekje met de gelijknamige titel van Joris Luyendijk schrijft hij: ‘Dit boekje is voor iedereen die net als ik het vertrouwen in traditionele politieke partijen voor een belangrijk deel of zelfs helemaal kwijt is. Ik zou zo graag onze ervaringen over elkaar leggen. Wie weet waar ze overlappen.’
Het is een boek dat m.i. op een aantal punten de spijker op zijn kop slaat en waard is gelezen te worden. Net zoals trouwens de andere boeken van Luyendijk. Daarom een zeer uitgebreide samenvatting.

Meer weten?
Kunnen we praten?
Auteur: Joris Luyendijk
Uitgeverij Atlas Contact, 2017
Klik op:
https://www.managementboek.nl/boek/9789045034140/kunnen-we-praten-joris-luyendijk?affiliate=1910

Luyendijk begin zijn betoog met de analyse dat mensen steeds meer worden gevangen in hun eigen informatiebubbel door algoritmes van zoekmachines en sociale media. Dat maakt dat je zo alles alleen nog kunt benaderen vanuit je eigen perspectief. Het wordt steeds moeilijker je voor te stellen dat er goede redenen kunnen zijn voor een radicaal andere kijk op de wereld. Luyendijk laat zien hoe hij dat doet, hoe hij onderzoek doet naar radicaal andere percepties én dat daar ook nuttige inzichten te vinden zijn. Dat leidde in zijn leven regelmatig tot ‘sleutelmomenten’: de punten in je leven waardoor de wereld zo anders blijkt dan je daarvoor altijd dacht, dat er als het ware een deur opengaat en je die wereld voortaan voor altijd anders ziet.

Eerste ervaringen in de Arabische wereld
Luyendijk stelt dat hij een typisch kind is van progressieve hoogopgeleide Randstad-ouders (met een jeugd waarin er nauwelijks migranten waren). En dan is het makkelijk progressief te zijn in de zin dat ‘migratie altijd goed en ethisch is’.

Hij merkte dat zijn progressieve beeld voor het eerst begon te wankelen toen hij in 1995 als 23-jarige student naar Egypte verhuisde waar hij ontdekte dat fundamentalisten alleen naar in democratie geloofden als methode om aan de macht te komen. Daarna hadden ze beloofd haar op te doeken. Een grapje in die tijd was dat fundamentalisten de democratie niet zagen als het systeem van ‘one man, one vote’ maar als het systeem van ‘one man, one vote, one time’.

Verder merkte hij dat studenten in Egypte eigenlijk geen idee hadden wat democratie of mensenrechten in de praktijk zijn. Ze leefden hun hele leven al in een dictatuur. Net als hun ouders. Niemand stond open voor westerse waarden zoals gelijke rechten voor homo’s. En moslims die niet-moslims huwen werd als ronduit belachelijk en gevaarlijk gezien.

De overweldigende meerderheid had net zulke diep conservatieve, en in zijn ogen zwaar discriminerende meningen, als de imams naar wiens preken ze luisterden en de Egyptische en Arabische media die ze volgden. Hun was altijd verteld dat Europeanen zich nog niet massaal bekeren omdat de westerse media de westerse burgers hebben gehersenspoeld. Zijn verblijf in Egypte zou hem (Luyendijk) toch de ogen moeten openen. Waar wachtte hij nog op? Mensen met deze basis integreren niet vanzelf. Dat leidde tot een sleutelmoment bij hem in de vorm van de volgende vraag:

‘Hoe houden we een open en vrije samenleving als we ieder jaar opnieuw religieus-conservatieve mensen opnemen die geen ervaring hebben of kennis van de spelregels van een democratie?’

Daarbij speelt nog een rol dat het westen (inclusief Nederland) zélf medeverantwoordelijk is voor de onderdrukking van moslims en oorlogen in de Arabische samenleving. Hoe kun je hopen dat moslims hun geloof zouden moderniseren terwijl op hetzelfde moment het westen de dictators steunden die samen met de islamitische clerus dit juist uit alle macht tegenhielden?

De klapper daarin was de Irakoorlog. Luyendijk zag daar zijn eigen westerse leiders keihard liegen, en uiteindelijk verschrikkelijk falen. Er loopt een rechte lijn van de chaos en corruptie onder de Amerikaanse-Britse bezetting naar het ontstaan van Al-Qaida’s opvolger Islamitische Staat.

Box: wat zijn Sjiieten?
Kort voor de invasie in Irak waarschuwde een Aziatische diplomate president George W. Bush bijna smekend dat de invasie van Irak een burgeroorlog zou veroorzaken tussen Soennieten en Sjiieten. Bush’ antwoord: ‘Wat zijn Sjiieten?’

Luyendijk, die dit alles waarnam, ging er in die tijd nog van uit dat zijn eigen leiders met hun cynische leugens en incompetentie weliswaar rechtstreeks bijdroegen aan de ellende in het Midden-Oosten, maar dat ze hun eigen samenlevingen hiervan zouden vrijwaren…. …..

Maar hoe werkt het hier?
Luyendijk kreeg een verzoek om onderzoek te gaan doen naar bankiers in hartje Londen. Zijn eerste schok kreeg hij toen hij er achter kwam dat alles van de crisis al eerder bekend was bij die bankiers. Verder viel hem het diep ingebakken korte termijn denken bij de bankiers op. Maar ook de angst bij iedereen dat die zo maar ontslagen zou kunnen worden.

Dat leidde tot ongeschreven regels zoals: ‘hecht je niet aan collega’s en zorg ervoor dat ze zich niet aan jou hechten. Iedereen kan ieder moment verdwenen zijn. Als je binnen 5 minuten buiten kunt staan, wordt je horizon ook vijf minuten.’

Kenmerkend voor de bankiers was verder dat ze enorm competitief zijn én doorsnee. Daarbij is weer niemand aansprakelijk als het misgaat kopen de banken alles af. De bonussen zijn een symptoom van het probleem. Het systeem moedigt hen aan dingen te doen die slecht zijn voor anderen. Bovendien betalen anderen, als het écht fout gaat de prijs: aandeelhouders, obligatiehouders, klanten, belastingbetalers.

Over de situatie tegenwoordig stelt Luyendijk ‘dat het beest beter is vastgebonden, maar het DNA is onveranderd. Hoelang voordat de touwen gaan slijten?’ Daarbij is sprake van een relatief gesloten netwerk. Veel hoge Britse toezichthouders die het in de jaren voor de crash allemaal lieten gebeuren zijn inmiddels zelf overgestapt naar een bank. In Nederland hebben politici die dit catastrofale financiële systeem de afgelopen tientallen jaren lieten ontstaan of er actief aan meebouwden, na hun ambtstermijn prachtige banen geaccepteerd in datzelfde systeem. Wim Kok als commissaris bij de ING, en Onno Ruding, die als minister de regels voor de financiële sector in Nederland versoepelde als bestuurder bij Citybank, of oud EZ Secretaris Generaal Buijink die de tegenwoordige bankenlobby leidt. Het werd allemaal verwoord in zijn boek ‘Dat kan toch niet waar zijn?’

Andere voorbeelden die Luyendijk noemt zijn Rupert Murdoch, mede eigenaar van Fox en vertrouweling van Trump. En Hilary Clinton als het lievelingetje van Wall Street en Goldman Sachs – net als haar man die als president in de jaren negentig Wall Street ‘dereguleerde’ en zo de crash van 2008 mede mogelijk maakte.

Box: Robert Murdoch
Murdoch werd eens gevraagd waarom hij zo anti-EU is. Zijn antwoord: ‘Als ik naar Downing Street ga (waar de Britse regering zit), doen ze wat ik zeg; ga ik naar Brussel, dan ziet niemand me staan. …….’

En dan komt de vraag ‘Jeetje, waar komt dat populisme toch vandaan?’
Tijdens zijn lezingen over ‘Dat kan toch niet waar zijn’, zeiden veel toehoorders dat dit patroon niet alleen bij banken zo was, maar ook in hun eigen organisatie zoals scholen, ziekenhuizen, omroepen, kranten en ga zo verder. Met andere woorden, het archetypische organisatiepatroon van de Londense financiële City, is tegenwoordig overal. Journalisten moeten tegenwoordig scoren en het probleem is daarbij niet (alleen) politieke maar commerciële correctheid.

Daardoor is de macht verschoven van vakmensen naar de vergaderaars die over de regels gaan. Het Rijnlandse model heeft definitief plaats gemaakt voor het Anglosaksische model. De verliezers zijn de vaklieden die ook nog eens tegen elkaar worden opgezet. Ze zijn voortaan immers met elkaar in concurrentie. Deze neoliberale ideologie ziet een land of continent niet als een gemeenschap van burgers, maar veel meer als een soort arena of fabriek voor zo efficiënt mogelijke consumptie of productie.

Wat de toehoorders van zijn lezingen opvalt, is het wegvallen van de onderlinge solidariteit via het uithollen van een land of gemeenschapsgevoel. Daarbij had Luyendijk een volgens sleutelmoment:

‘In heel Europa heeft sinds de jaren ’80 een soort Sluipende Verbouwing plaatsgevonden en die is nooit als een echte keuze aan de kiezers voorgelegd – laat staan dat de kiezer eerlijk alle nadelen en voordelen zijn verteld. De omarming van marktwerking en schaalvergroting, de toetreding van nieuwe landen tot de EU, de NAVO of de Eurozone….. Het waren steeds voldongen feiten, maar omdat alle gevestigde partijen er achteraf mee instemden, was het zogenaamd democratisch….. de Neoliberalen geloven ernorm in keuzevrijheid en individuele verantwoordelijkheid, maar zijn blind voor de nadelen….. Één van die nadelen is dat ze simpelweg ontkennen dat tussen mensen culturele verschillen kunnen bestaan die onoverbrugbaar zijn.’

Luyendijk wijst daarbij niet alle aspecten van de Verbouwing af maar wil wel ‘de macht terugveroveren’.

Online onderzoek naar anti en pro EU standpunten
Luyendijk deed datgene dat hij eerder in zijn leven al deed. Oordelen opschorten en serieus in de argumenten van links en rechts duiken als een antropoloog. Opvallend was dat beiden direct over democratie beginnen. Democratie is dan niet het achteraf bekrachtigen van wat er op Europees niveau is besloten, maar als plek om te bepalen wat voor samenleving ze willen zijn. Eenzijdige lobby’s van grote multinationale of andere instituten werden als uit den boze gezien.

Maar ook economisch was alles niet zo zwart-wit. De EU is bijv. log en de noodzaak om alle landen tevreden te houden werkt verlammend. En voor vrede in Europa is de EU niet nodig. Daar is de NAVO voor. Bovendien worden bij Europese integratie sommige dingen besloten door niet-Nederlanders. Moet je dat willen, stellen sommigen? En naast de voordelen van een Europese munt zijn de enorme nadelen ook wel duidelijk.

Alles blijk een dilemma. En dan is het nuttig om soms ook minder plezierige vragen te stellen. Bijvoorbeeld Hoe weet je dat je migratie toch niet kunt tegenhouden of onder controle brengen als je het niet eens probeert?’ Het soort werk dat laag- en ongeschoolde migranten kunnen doen, wordt de komende decennia overgenomen door robots. Tegelijkertijd is immigratie van hoogopgeleiden wel goed voor een land, economisch, maar daarmee dus een verlies voor het land van herkomst.

Tenslotte is er de kwestie waar Luyendijk in Egypte al tegenaan liep. Dat was zijn sleutelmoment rondom immigratie en open grenzen. Zijn Cruijff-inzicht: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’.

‘Hoe zullen migranten omgaan met vrijheid en gelijkheid als ze daar in het land van herkomst nul ervaring mee hebben?’ Het is, in zijn ogen, net als de EU geen simpele morele plicht maar een dilemma.
Een land kan altijd nog meer mensen opnemen maar zelfs de meest fanatieke voorstander moet ooit zeggen: ‘Genoeg!’ Bij een miljoen, vijf miljoen, bij honderd miljoen?

Wie accepteert dat er altijd meer mensen zullen willen komen, ziet ook dat open grenzen je voor onmogelijke keuzes stellen. Van aantallen en het ‘voortrekken van migranten’ tot aan culturele clashes.

En goede zorgen bij open grenzen betekent ook: meer immigranten. Want zoiets zingt rond. Iedereen met een Nederlands paspoort is volwaardig burger van ons land, maar of we er nog mensen bij moeten nemen? Luyendijk is daar alleen voor als een ruime meerderheid in de samenleving daar ook voor is. Anders krijg je een breuk in de samenleving en dat zijn hem de voordelen van migratie niet waard.’

Kijkend naar zijn opgedane culturele inzichten in de financiële wereld, de incompetentie, de aan corruptie grenzende vervlechting van deze politieke orde o.a. met banken, het plaatsen van de bevolking voor voldongen feiten, maakt dat Luyendijk zijn vertrouwen in de gevestigde orde kwijt is.

Over populisme zelf en een Nexit
Luyendijk denkt dat populisten de goede vragen stellen maar de verkeerde antwoorden geven. Daarom stemt hij er ook niet op. ‘Geef ons land terug’ en ‘wat voor een land willen we zijn’ zijn goede vragen voor mensen die zich een vreemde in hun eigen land beginnen te voelen.

Maar belangrijker is nog de vraag daarna. Wat ga je doen als je je land terug hebt gegeven aan de burgers? Geen populistische partij die daar een doordacht antwoord op geeft. Uit de EU heeft nogal wat consequenties. En de verschillende alternatieven zoals het Noorse model of de wereldhandelsroute hebben allemaal hun voor én nadelen. Tegelijk verliezen we een stem in datgene dat overblijft in Brussel.

En het kan leiden tot bizarre situaties. Nu de Britten uit de EU vertrekken, en ze zelf weer onderhandelen met andere landen, kreeg May te horen van India dat de Britten eerst maar eens meer visa moeten verstrekken aan Indiërs, terwijl de Brexiters hadden beloofd immigratie terug te dringen.

En dan komt Luyendijk tot een conclusie, gegeven de eerder gemaakte opmerkingen. Zijn probleem is niet een Nexit. Als de ruime meerderheid dat wil, moet dat gebeuren. Sterker nog, als het niet lukt de EU werkelijk democratischer te maken, wil Luyendijk ook weg.

Zíjn probleem is niet een Nexit zelf maar een Nexit op basis van leugens en loze beloften, zoals bij de Britten. Dat doet hem ook denken aan het liegen en bedriegen bij de Irakinvasie. En dat is zijn volgende punt: ‘Krijgen we eindelijk de kans om mee te praten over het land dat we terug willen gaan krijgen?

En voor wat betreft de Islam stelt hij dat die is wat de gelovigen ervan maken. In het hele Westen staan moslims nu voor een variant van een hele goede vraag hierboven:

‘Wat voor een geloof willen we zijn?’ Want in een vrije samenleving kun je dit niet meer overlaten aan de dictator, de imam of je ouders.’

Als Luyendijk verder één ding heeft geleerd in de Arabische wereld, dan is het dat democratie meer is dan verkiezingen. Het gaat dan vooral om een diep gevoel van veiligheid, en het vertrouwen dat iedereen met macht zich aan de regels zal houden. Dat niet zomaar je bedrijf kan worden afgepakt, dat je als professor de dochter van een machtig persoon een tien moet geven, of je auto willekeurig in beslag wordt genomen. In een democratie heb je daar verschillende tegenkrachten voor: niet-corrupte politie, advocaat en onafhankelijke rechtspraak, stelt Luyendijk. Dit loopt lang niet altijd perfect maar het alternatief is voor dergelijke rechtszekerheid is willekeur en angst.

Blijheid dankzij Trump….
Luyendijk sluit af met de opmerking dat hij ontzettend blij is dat we dankzij Trumpstemmers verlost zijn van de Clintons. Door Trump aan de macht is de gevestigde orde in de Amerikaanse media nu eindelijk wakker. Ook van Wilders stelt Luyendijk dat die oprecht gelooft dat hij het beste met het land voorheeft. Anders accepteer je ook niet zulke veiligheidsoffers. En de Brexit maakt dat de zorgen voor wat betreft immigrantie nu eindelijk echt serieus worden genomen. Luyendijk sluit af met de volgende zinnen:

‘Laat ik mezelf niet sparen. Zonder Brexit, Trump en Wilders was ik in mijn bubbel nooit hard gaan nadenken over alle goede redenen waarom ik zelf bijna op een populist zou stemmen. Laten we erover doorpraten. Iedereen wint als wij uit onze bubbels breken. En dat gaat zoveel beter als je rustig achter een computer of typemachine kunt zitten denken, dan in een televisiestudio waar je met een enorme lamp op je hoofd live en voor de vuist weg je punt moet maken, in 28 seconden.’

Max Herold
April 2017