‘Yes, we can’ was de slogan waarmee Barack Obama de harten van de Amerikanen veroverde in 2008. De slogan straalde hoop uit. De Amerikaanse verkiezingen kwamen op een moment dat duidelijk werd dat de economie afgleed in een recessie en mensen vreesden voor hun banen. Hoe is het zo ver gekomen en wat zijn oplossingsrichtingen?
De recessie werd ingeluid door de crisis op de financiele markten een jaar eerder. Deze werd veroorzaakt door dalende huizenprijzen. Vele huizenbezitters konden nadat ze enkele jaren daarvoor in bezit waren gekomen van een huis de sterk opgelopen renteverplichtingen niet meer betalen. Verkoop was de enige optie. In vele gevallen was een hypotheek verstrekt aan mensen met onvoldoende inkomen, eigen vermogen en in sommige gevallen geen werk. Hypotheken onder dergelijke voorwaarden verstrekt staan ook wel bekend als rommelhypotheken.
Banken welke hypotheken verleenden, mengden de rommelhypotheken met hypotheken van betere kwaliteit. Hierdoor ontstond een pakket aan hypotheken welke werd verkocht aan beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars. Deze werden op hun beurt aangetrokken door het hoge beloofde rendement en de door de rating agencies verstrekte triple A rating .
Door banken werden zogenaamde beleggingsvehikels opgericht welke niet op de balans verschenen. Hierdoor hoefde geen of weinig eigen vermogen ter dekking van de risico’s aangehouden te worden. Banken profiteerden van de commissie die zij opstreken door de verkoop van deze producten. Ondanks het van de balans halen van deze vehikels bleven banken wel gevoelig voor mutaties in de waarde van de onderliggende beleggingen. Dalende huizenprijzen zorgden voor afboekingen op het eigen vermogen.
De crisis op de huizenmarkt legde ook andere onevenwichtigheden bloot. Door grote renteverschillen in verschillende landen werden zogenaamde carry trades opgezet. Een fraai voorbeeld hiervan is de Ijslandse consument die zijn huis niet in kronen financierde maar in Japanse yen. Grote voordeel van de laatste was dat slechts 4% rente betaald hoefde te worden in plaats van de reguliere 15% in IJslandse kronen. Aflossing van de hypotheek diende echter te geschieden in Yen.
Een dergelijke financiering gaat goed zolang de valuta’s stabiel blijven ten opzichte van elkaar. In IJsland daarentegen is juist het tegenovergestelde gebeurd. De kroon devalueerde scherp ten opzichte van de Yen, waardoor de schuld in kronen enorm is toenam. Consequentie hiervan is dat de kredietwaardigheid van IJsland fors is gedaald.
De afgelopen jaren hebben centrale banken, en met name die van de Verenigde Staten, de rente fors verlaagd. Geld was goedkoop en in overvloed aanwezig. Aangetrokken tot commissie en stijgende transactieprijzen waren banken bereid private equity transacties te voorzien van een fikse dot aan vreemd vermogen. Vaak werden door banken nauwelijks tot geen voorwaarden verbonden aan de kredietverstrekking. Dit leidde tot scherp oplopende prijzen waartegen bedrijven werden gekocht. Bekende transacties in Nederland zijn NXP, Hema, AVR en van Gansewinkel. Medio 2007 kwam hier de klad in als gevolg van de crisis op de Amerikaanse huizenmarkt.
Consequentie is dat banken door verschillende overheden aan het infuus zijn gelegd. Miljardeninjecties in het financiele systeem hebben niet kunnen voorkomen dat de reele economie zware klappen krijgt. Bedrijven, sterk afhankelijk van de conjunctuur, doen een beroep op werktijdverkorting of zien zich gedwongen mensen te ontslaan. De economie verkeert in zwaar weer. Prognoses gaan uit van een krimp van de economie in 2009.
Wat is nu de oorzaak van de crisis? Geld was goedkoop. Dalende rentes en een overvloed aan geld maakten het aangaan van schulden aantrekkelijk. Zoals eerder vermeld was het mogelijk voor Amerikanen zonder inkomen, werk en vermogen een huis te kopen met vreemd vermogen. De lasten werden opgebracht doordat men speculeerde op stijgende huizenprijzen.
Uiteindelijk valt de oorzaak terug te voeren op hebzucht. Een menselijke emotie. Het bezit van een huis, een auto, liefst een SUV werd voor velen bereikbaar vanwege de goedkoop geld politiek. Dat daarmee meer dan 25% wordt verbruikt dan de aarde ons per jaar kan leveren, is de afgelopen jaren geaccepteerd. De ongebreidelde consumptiedrift is ten koste gegaan van ecologische omstandigheden. Anders gezegd, we consumeren ten koste van de toekomst.
Ondernemerschap is de basis van het kapitalisme. Het maken van winst en investeren in de toekomst kan bijdragen aan een duurzame samenleving. Hebzucht, zelfverrijking, korte termijn gedrag en speculatie ondermijnt de solidariteit binnen de samenleving en leidt tot spanningen.
Hoe nu verder? Wat valt te verwachten? Grosso modo zijn er twee verschillende richtingen. Allereerst wordt de roep om toezicht, goed toezicht belangrijker. Het toezicht zal leiden tot meer en beter inzicht in de risico’s van financiele producten. Ten tweede zal korte termijn focus naar de achtergrond verdwijnen ten faveure van langere termijn denken waarbij belangen van eenieder worden geoptimaliseerd.
Banken, in binnen- en buitenland, worden gedwongen opnieuw te kijken naar hun identiteit en hoe zij daar aan invulling willen geven. Naar verwachting worden banken ontdaan van het verhandelen van complexe producten en zullen zich concentreren op de meer traditionele activeiten zoals het uitzetten van spaartegoeden van consumenten aan bedrijven. Het risicomanagement bij banken heeft gefaald, in die zin dat risico’s niet of in onvoldoende mate werden herkend. De gebruikte modellen hielden geen rekening met de recente gebeurtenissen. Naar verwachting zullen meer kwalitatieve toetsen worden doorgevoerd om het gelopen risico inzichtelijk te maken.
De rol van de overheid is aan verandering onderhevig. De afgelopen decennia heeft de overheid tal van belangen afgebouwd. Denk maar aan de privatisering van het post en telecombedrijf PTT. Verdergaande liberalisering wordt mogelijk een halt toegeroepen met de feitelijke nationalisatie van een groot deel van het Nederlandse bankwezen. Ook in het buitenland is een dergelijke ontwikkeling gaande. Traditionele taken ten behoeve van de samenleving komen wederom in handen van de overheid.
Korte termijn gewin verschuift ten gunste naar lange termijn en meer duurzame investeringen. In plaats van maximalisatie van winsten ten behoeve van aandeelhouders zal nadruk wederom komen te liggen op het optimaliseren van de belangen van alle stakeholders, de samenleving. Een belangrijke rol in deze is weggelegd voor investeringen die het ecologische evenwicht ondersteunen. Ondernemersschap komt meer in het teken te staan van dienstbaarheid. Dienstbaarheid in brede zin waarbij belangen van leveranciers, afnemers, personeel en kapitaalverschaffers worden behartigd