The ‘Knowledge Based Networking Nation’.

Het blijft verbazen, althans ik mijn ogen. Als ik met sommige mensen (niet iedereen) op departementen spreek over 'de kennisseconomie' dan worden de ogen glazig, gevoelens van 'dit is slechts een hype' uiten zich nonverbaal of  'waar hebben we het eigenlijk over' en wellicht dat menigeen ook nog eens denkt (maar dat niet zegt) 'dit is géén economie, dus ook geen 'andere' economie, paradigmashift of wat dan ook'.
Als reactie op die glazige ogen een klein stukje visie-ontwikkeling. Ongetwijfeld niets nieuws onder de zon maar toch, zo zie ik zelf enkele samenhangen. En natuurlijk kan ik me vergissen.
Ik nodig je uit om dit stuk aan te vullen, bij te werken, er iets aan toe te voegen, het verder te completeren of wat dan ook.


Waar hebben we het over?
Als ik aan kenniseconomie denk, dan concentreert zich dat eigenlijk rond drie woorden:
* Kennisdeling en kenniscombinaties (innovatie)
* Integraal Ontwerpen/Co-ceratie e.d.
* (Ecologische) Duurzaamheid.

Ad 1. Kennisdeling.
Over dit begrip zijn reeds talloze boeken geschreven.
Bij kennisdeling kun je denken aan het open delen van kennis binnen organisaties maar natuurlijk ook 'tussen' organisaties (intercompany learning).
Bedrijven als Pentascope, bestaande uit kenniswerkers die kennisdeling tot een ware kunst verheffen, varen er wel bij. Ze hebben niet alleen intern maar juist ook met externen (mensen die 'expert' zijn op velerlei gebied),  zulke goede netwerken ontwikkeld dat ze razendsnel in staat zijn  een klant aan de juiste informatie of mensen te helpen. Dat leidt tot een hogere toegevoegde waarde en minder kosten. Door dit open netwerk, waarbij de grenzen tussen Pentascope, externe experts, klanten en leveranciers niet altijd meer even scherp te trekken zijn, krijgen klanten krijgen betere oplossingen voor hun problemen en vaak kost dat slechts enkele telefoontjes. Daarnaast ontstaan er door nieuwe combinaties van mensen en middelen nieuwe inzichten. (innovatie)

Ad 2. Intergraal ontwerpen/Co-creatie e.d.
Integraal ontwerpen is eigenlijk voortgekomen uit de scheepsbouw. Bij het maken van scheepsinstallaties ontkom je niet aan een hechte samenwerking met de andere disciplines omdat je vanwege de tijdsdruk meestal gelijktijdig aan het ontwerpen en bouwen bent. Dan ontstaat de behoefte om je werkmethodes aan te scherpen en af te stemmen op die van de anderen. Dat concept is later geïntegreerd in de plannen voor de stormvloedkering. We hebben meegewerkt aan de Maaslandkering in de Nieuwe Waterweg en daar is eigenlijk voor het eerst sprake geweest van zo'n integrale aanpak. Bij de integrale aanpak werk je in drie fasen. Op de eerste plaats het multidisciplinaire ontwerp. Vervolgens de realisering van het project en tenslotte komen de onderhoudsaspecten in beeld (informatie afkomstig van Jan van Vliet, manager van TCC).

Bij integraal ontwerpen staan het uiteindelijke product en de onderhouds- en gebruikseisen bij het ontwerp centraal staan. Alle partijen die op de een of andere wijze te maken hebben met het eindproduct (in de bouw: van architect tot installateur) worden bij het ontwerp betrokken. Het uiteindelijke doel is een beter ontwerp, een beter proces en een beter totaalproduct aan de klant. Maar ook de diverse bouwpartijen, waaronder ook installateurs, moeten baat hebben bij het Integraal Ontwerp- en uitvoeringsproces.

Flexibiliteit en betrokkenheid vanaf het allereerste begin zijn hierbij sleutelbegrippen. Voor wisselend gebruik gedurende de verschillende levensfasen van een product moet economisch, ecologisch , esthetisch en sociaal maatschappelijk verantwoord ontworpen te worden. De steeds complexer wordende probleemstellingen vragen om een multidisciplinaire benadering. De interactie tussen de disciplines legt de basis voor innovatieve en creatieve interactie tussen  wetenschap en technologie.

Bij integraal ontwerpen speelt natuurlijk ICT een steeds belangrijke rol. De vraag 'wat kan ICT bijdragen aan de communicatie tussen betrokkenen resp. snel up-to-date houden van kennis en het toegankelijk maken van deze kennis?' wordt voortdurend gesteld.
De resultaten die met technieken van integraal ontwerpen worden bereikt, liegen er niet om. Ir. T.M.E. Zaal, Lector Integraal Ontwerpen, Hogeschool Utrecht geeft de volgende pluspunten:

  • Een beter ontwerp, dat vaak goedkoper is dan gedacht (in de industriële wereld vaak tot 40%).
  • Een foutloos ontwerp, doordat de uitvoerbaarheid is getest, zonder faalkosten wordt gerealiseerd (tot 10%)
  • Een kortere tijd om op de markt te komen met een nieuw product (tot 50%).
  • Snellere tijden voor offertes, orderverwerking en werkvoorbereiding door foutloos gekoppelde bestanden (tot 80)
  • Een veel concurrerender uitgangssituatie voor het bedrijf.

Niettemin mag de relatie tussen Integraal Ontwerpen en Kennisdeling wel duidelijk zijn. Als je integraal gaat ontwerpen leidt dat tot een druk op een organisatie om:

  • Aanwezige kennis te hergebruiken resp. optimale benutting daar van.
  • Als een geheel te gaan werken dus weghalen van schotten tussen afdeling.
  • Open kennisstromen tussen klanten, leveranciers en intermediaire organisaties.
Natuurlijk heeft de overheid ook te maken met toenemende complexiteiten. Dat leidt aldaar tot enige (versnipperde) aandacht voor methoden als de ketenbenadering en andere technieken waarbij 'integraal ontwerpen' wordt vertaald naar betrokkenheid vanaf het begin bij de beleidsontwikkeling van wetgevende-, uitvoerende-, handhavende- en toezichthoudende partijen. Ongeschreven regels binnen politiek en ambtenarij remmen het gebruik van dergelijke methoden echter zeer aanzienlijk.
Ad 3. Ecologische duuurzaamheid.
Ecologische duurzaamheid wordt nergens expliciet genoemd maar wel impliciet. Misschien is mijn aandacht er wat extra op gefocused doordat ik laatst twee seminars achter elkaar bijwoonde in twee heel verschillende contexten: een van de Nederlandse afdeling van de Club van Rome over duurzame energie en een dag later een seminar over Integraal Ontwerpen in de bouwsector.
In de diverse presentatie in dit laatste seminar over het ontwerpen van gebouwen en producten werd gesproken over het steeds belangrijker worden van ecologisch denken bij het ontwerpen van producten en de daardoor toenemende complexiteit van het ontwerpen en realiseren van producten. Dit is alleen maar goed te verwezenlijken door integraal te gaan ontwerpen. Maar het mag ook duidelijk zijn dat een dergelijk denken de kosten op de langere termijn drukt.
Over economie.
Waarom noem ik dit stukje 'The Knowledge Based Networking Nation'?
KBNN is eigenlijk een vergroting van een concept gelanceerd door Annemieke Roobeek die lesgeeft op de UVA en Nijenrode, de KBNO: Knowledge Based Networking Organisation.
Nedeland als een op kennis gebaseerde netwerkende natie kan ongetwijfeld bij een enkeling op zijn lachspieren werken maar toch is nog wel eens wat breder over nagedacht.
Op de Europese top in Lissabon enige jaren geleden is afgesproken om Europa tot dé kenniseconomie in de wereld te maken. Een KBNEU (Knowledge Based Networking European Union). Zo werd het natuurlijk niet genoemd.  Die doelstelling, Europa tot dé kenniseconomie van de wereld te maken, lukt niet echt, ook niet nationaal.
Gek eigenlijk. Als je het bovenstaande leest dan kun je toch niet aan de indruk ontkomen dat als Nederland als land nu eens werkelijk aan die drie woorden zou gaan werken je in ieder geval je concurrentiepositie internationaal aanzienlijk zou kunnen gaan versterken. En dat zou de schatkist weer echt ten goede kunnen komen.
Het denken over een kenniseconomie laat je op zijn minst wel nadenken over enkele economische vooronderstellingen. Kijk eens naar het integrale ontwerpen. Het mag duidelijk zijn dat je bij integraal ontwerpen de nadruk legt op het eindresultaat. De grap is dat je bij al die toenemende complexiteit niet echt aan het begin een fixed price kunt geven. Toch zijn al onze offerteprocedures gericht op het geven van een fixed price, met alle problemen van latere extra kosten van dien. Prijs zou meer beschouwd kunnen worden als één van de variabelen in het gehele ontwerpproces die je uiteindelijk pas in een wat later stadium bepaalt (info van prof.dr.ir H.A.J. de Ridder TU Delft tijdens lezing over integraal ontwerpen Hogeschool Utrecht, april 2005).
Het denken in klanten en leveranciers als afzondelijke organisaties krijgt in dergelijke netwerkachtige ontwikkelingen heel andere trekken. Je mag je dus afvragen wat dit bijv. voor zoiets als het ?prijsmechanisme' betekent. E.e.a. lijkt me een nadere studie meer dan waard.

Mogelijke oorzaken van het nog niet echt van de grond komen van de KBNN.

  • Teveel techneuten verkopen het concept KBNN. Hun wijze van presenteren maakt het onderwerp niet echt 'sexy'. Het wordt nationaal niet goed ?vermarket'. (Dit geldt niet alleen voor 'integraal ontwerpen' maar, met alle respect, zeer zeker ook voor de Nederlandse liga van de Club van Rome. De laatsten hebben een zeer gedegen hoeveelheid kennis over duurzaamheid maar van de vermarketing van die kennis word ik niet echt warm.)
  • Het concept is te versnipperd. In Nederland doet menigeen wat maar niet echt in samenhang. En ook een overheid doet wel wat maar maakt van het onderwerp nu ook niet bepaald een belevenis, geeft het resp. een sexy aantrekkingskracht. Je zou menig individu in de talloze organisaties die ons land rijk is zo ver moeten krijgen dat hij of zij denkt 'als ik het niet doe, hoor ik er niet meer bij'.
  • Woorden als ecologie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, kennisdeling etc. worden los  van elkaar gebruikt zonder de samenhang slim te vermarketen.
  • Woorden als kennisdeling, integraal ontwerpen, ecologie staan ver af van het economische jargon zoals Bruto Nationaal Product, inkomensplaatjes e.d.  Dus waarom zou je dan kennisdeling etc. dat als basis voor het denken in concurrentiekracht nemen? Dat past niet bij de bestaande paradigma's.
  • Het denken binnen talloze bedrijven, opleidingen en overheden is nog veel te traditioneel en staat mijlenver af van de cultuur van een club als Pentascope. En juist facetten van een dergelijke cultuur zijn nodig wil een KBNN werkelijkheid kunnen worden.
  • Bijna niemand weet hoe zo'n culturele transformatie vorm kan worden gegeven. (nu ja, als je mijn boek leest 'denkfundamenten ontsluierd', dan krijg je er wel wat handreikingen voor 🙂 ). 

Wat is nodig?
Daar ben ik eigenlijk weer heel simpel in. Enkele slimme acties die bovenstaand concept nu eens nationaal goed 'vermarketen' en niet alleen maar zoiets als het oprichten van een innovatieplatform. Kleine acties, hefbomen, met grote impact. Ik daag je uit om met zoiets aan te komen en natuurlijk dit stuk te verbeteren, aan te vullen of wat dan ook. Ik denk daarbij aan drie niveau's/vragen:

  • Wat kun je doen om als totaal land een grote netwerkende organisatie te worden (macro).
  • Wat op meso niveau (bedrijfstak/bedrijf) om de kennis rond kennismanagement, integraal onwerpen en ecologische duurzaamheid te verspreiden.
  • Hoe kun je individuen helpen te leren denken en handelen in open/transparante kennisnetwerken?
Een tweetal mogelijke randvoorwaarden/aanvullende vragen voor slimme acties:
  • Zijn er enkele eenvoudige acties te bedenken (die niet teveel moeite kosten) die een wezenlijk effect hebben op alle drie de niveau's?
  • Maakt die actie het onderwerp direct dan wel indirect 'sexy', geeft deze het onderwerp 'belevenis/avontuur'?

Auteur:
Max Herold
April, 2005