Internet next generation

Uit: FEM (Financieel Economisch Magazine) week 49, 1999.

Als mensen aan ICT denken, komen bij de meesten de namen Microsoft en Bill Gates al snel naar boven. Toch is er een iets minder bekend bedrijf dat de komende jaren alle aandacht zal gaan krijgen.

Negentig procent van al het internetverkeer wordt afgehandeld door de ?routers' van Cisco. Een router is een geavanceerd computertje, verstopt in een kelder of achter een systeemwand, dat het verkeer regelt tussen computers in het hele grote netwerk dat we het internet noemen. Routers zijn specialistische, ingewikkelde wondertjes van techniek die niet zo maar door de eerste de beste concurrent na te bouwen zijn. Het geeft Cisco daarbij de adem om en te investeren in EN de perfectionering van haar eigen apparatuur plus bijbehorende software EN de ondersteuning van de gebruikers. Gebruik van de juiste router in de juiste situatie luistert zo precies dat het tot Cisco's hoofdtaak behoort om de klant te helpen met het invullen van zijn bestelbon. Dat invullen gaat in negen van de tien gevallen trouwens online – Cisco verkoopt zijn spullen bijna uitsluitend via zijn cyberwinkel. Tot de klanten behoren zowel grote telecombedrijven en internetproviders als mkb-bedrijven die een routertje nodig hebben om hun netwerk op een huurlijn aan te sluiten.

Wie de stelling verdedigt dat de explosieve groei van het internet niets anders is dan de verkoop van Cisco-routers heeft bepaald geen ongelijk. Iemand als Roel Pieper gebruikte de groeicijfers van Cisco in de begindagen van het Net als een indicatiecijfer voor de groei ervan.  En tegenwoordig heeft Cisco nog steeds een goede monopoliepositie in de ?routersmarkt' weten te behouden. Vandaar de de directeur van Cisco wel eens heeft gezegd:"Het internet, dat ben ik." En hun resultaten zijn ook best aardig te noemen Een bedrijf dat in 1999 2096 miljoen dollar winst gaat maken.
Cisco heeft tegenwoordig zijn pijlen gericht op verovering van de telecommarkt. Internet en telecom groeien in technologische zin in hoog tempo naar elkaar toe.

Er is Cisco veel aan gelegen de telecombedrijven in hun hart te raken door hun lucratieve tikken business in lichterlaaie te zetten. Als geboren en getogen internetbedrijf snapt Cisco van nature hoe absurd het is het telefoniewezen in het technologische landschschap anno 2000 is. Terwijl internetgebruikers tegen lokaal tarief onbeperkt kunnen rondhangen op computers aan de andere kant van de planeet, betaalt tante Sjaan guldens per minuut om de stem van haar zoon in Canada te mogen horen. En dat terwijl er in principe geen enkele reden is waarom die stem niet via het internet – lees: via Ciscorouters – tante Sjaan ter ore zou kunnen komen. En die techniek  staat er nu aan te komen. Volgend jaar zul je daarom tenminste een nieuw, wat lang, woord vaker gaan  gebruiken: Voice-over-IP. Spraak die wordt gedragen door InternetPakketjes. Deze pakketjes zorgen er voor dat er geen vertragingen of verstoringen in de stemoverdracht ontstaan. In de Verenigde Staten heeft Cisco zijn eerste V-O-IP-telefoontoestellen al in de winkel staan. Met zo'n telefoon kletst iemand bijna kostenloos zijn vrienden aan de andere kant van de oceaan de oren van het hoofd. Betalen doet hij alleen voor zijn internetabonnement. De grote telefoonbedrijven overleven het V-O-IP-geweld alleen als ze nog sneller dan Cisco nieuwe bronnen van omzet aanboren. Als ze daarin falen rest hun een troost. Cisco zal hen niet verzwelgen. Dat bedrijf koopt alleen bedrijven op die een toekomst hebben