Stadia in E-government I:een G2C-pratijkcase

Vertaling en samenvatting van een stuk uit: 'E-government: e-business strategies for government' van Douglas Holmes.

'G2C: goverment to Citizen' is een kreet die binnen de overheid nog niet veel wordt gebruikt. Dat zal de komende jaren ongetwijfeld gaan veranderen. En daar kun je een patroon in zien. Met alles dat vroeger een zoekmachine heette, of zelfs een stoffige oude website, en die zichzelf nu een 'portal' noemen, heeft het NEC3 (US National Electronic Commerce Coordination Council) een aantal definities voor 'overheidsportals' ontwikkeld, die tevens een aantal ontwikkelingsniveaus in E-government aangeven. 

Veel overheden hebben reeds het eerste niveau bereikt zoals door NEC3 omschreven, of komen er binnenkort, en enkelen zijn de niveaus 2 en zelfs 3 aan het benaderen. 
Niveau 4 en 5 zijn vooralsnog toekomstvisies. In 'stadia voor e-goverment II', het vervolg op dit stuk komende week, staat een interessante case die maakt dat je zeer snel een gevoel krijgt waar de Nederlandse overheid nu staat. Leuk van de niveaus is ook dat ze je een gevoel geven hoe de overheid zich verder zal gaan ontwikkelen.

De ontwikkelingsniveaus.

1. Het eerste niveau portal biedt informatie of diensten die gemakkelijk te verkrijgen zijn
    met een aantal klikken van de muis. Het is functioneel, verbergt de complexiteit van 
    de organisatie en laat de overheid zien zoals de burgers het willen zien.
2. Het tweede niveau portal biedt transacties zoals voertuigregistratie, vergunningen,
    belastingen en betalingen van rekeningen.
3. Het derde niveau portal laat burgers springen van de ene service naar de andere zonder
    zich steeds opnieuw te legitimeren. Dit vereist een nauwe samenwerking tussen
    afdelingen, directies en departementen o.a. m.b.t. afstemming over zoiets als
    legitimering, veiligheid, zoekfuncties en navigatie.
4. Bij het vierde niveau portal worden data voor een transactie gehaald uit alle mogelijke
    overheidsbronnen. Dit vraagt niet alleen samenwerking tussen overheidsonderdelen 
    maar ook zoiets als 'datawarehousing' en technologie waarmee de verschillende
    databases met elkaar kunnen communiceren. De federale overheid van Canada bereikt 
    dit momenteel door wat zij noemen een 'federale architectuur'. Dit laatste omvat 
    zowel gedeelde departementale en overheidsbrede componenten los van de systemen 
    die alle departementen gebruiken voor hun eigen specifieke behoeften.
5. Het vijfde en hoogste niveau portal voegt waarde toe en biedt burgers de mogelijkheid
    om te interacteren met de overheid volgens hun eigen wensen (o.a. tijdstip) waarbij
    geaggregeerde en klantgerichte informatie en diensten m.b.t. verschillende
    onderwerpgebieden wordt aangeboden, gekoppeld aan de specifieke omstandigheden 
    van de burger. 
    Om een voorbeeld te geven m.b.t. de eerdergenoemde voertuigregistratie. In plaats 
    van in te loggen op de voertuigregsitratie-website (de URL die nooit iemand weet 
    te vinden), gaan burgers naar de portal van de overheid en klikken op het icoontje
    van 'mijn auto'. Dit geeft hun toegang tot hun autoregistratie als ook een lijst van 
    hun verkeersboetes, verzekeringsaandachtspunten, wanneer hij opnieuw moet worden
    gekeurd etc.). Zij kunnen er bijv. aan worden herinnerd dat ze hun auto moeten laten
    keuren. Ook kunnen herinneringen m.b.t. andere onderwerpgebieden worden aangeboden
    zoals aanvragen voor huursubsidie. 
    Een vijfde niveau portal is een complex groeiend organisme, rijk in data, transacties en
    multi-media. Het is bijna een complete replica van de samenleving en moeilijk voor te
    stellen omdat het niet te vergelijken is met de overheidsportals van tegenwoordig.