Stadia in E-government II:een G2C-pratijkcase

Een vervolg op 'Stadia in e-government I: de theorie'.

( http://www.managementissues.com/search/e-commerce/artikel39.htm )
Om enig gevoel voor de 'theorie' te krijgen, volgt nu een kleine praktijkcase. Het is een artikel uit de Belgische krant 'De Standaard' ( 5 juli 2002) van de hand van journalist Dirk Delmartino. Om deze praktijkcase naar waarde te kunnen inschatten, adviseer ik je eerst deel I van de Stadia te lezen.
Voor informatie over de Nederlandse situatie zie o.a. http://www.ol2000.nl of http://www.e-government.pagina.nl ).

Bouwstenen e-government zijn gelegd.

Federale portalsite deze maand klaar, performant netwerk in september.

BRUSSEL – Goed nieuws voor de federale ambtenaren. De overheidsdiensten beschikken vanaf september over een erg performante verbinding met elkaar en met het internet. Dat is ook goed nieuws voor de klanten van de overheidsdiensten te weten burgers en bedrijven, want daarmee verdwijnt alweer een obstakel voor een efficient e-government. Vanaf volgende week starten de testen voor een alles omvattende federale portalsite.

Belgi? scoort in internationale vergelijkingen nog steeds erg povertjes als het aankomt op competitiviteit en technologische innovatie bij de overheid, maar ook bij de bedrijven. 'Dat zal weldra veranderen', verzekert Peter Strickx, verantwoordelijke voor de systeemarchitectuur bij Fedict, de federale overheidsdienst informatie en communicatietechnologie. 'We hebben veel geleerd bij de buren', zegt Strickx,'sommige landen hebben massa's webpagina's geopend en zeiden 'kijk eens naar ons e-government', maar ze hadden amper gewerkt aan de achterliggende processen. Zo kun je in Itali? al lang je belastingaangifte – liefst 27 pagina's lang – on line invullen. In Zweden kan dat pas kort geleden, maar je beknopte formulier is wel al nagenoeg volledig ingevuld. Je kijkt het gewoon even na en je ondertekent het. Waar denk je dat de mensen het meest te spreken zijn over de electronische dienstverlening', vraagt Strickx.

Ook Belgi? heeft het voorbije anderhalf jaar de nadruk gelegd op de integratie van alle mogelijke achterliggende structuren. Hoe kunnen de diverse systemen van Financi?n tot Binnenlandse Zaken en Justitie samenwerken en hoe kunnen alle mogelijke computersystemen integreren tot ??n netwerk? Daarvoor is op verschillende niveau's gewerkt. Tango (Target Architecture for networked government operations) is het letterwoord voor het overheidsnetwerk. 'Voor het eerst zal iedereen gelinkt zijn: de overheid met haar klanten, burgers en bedrijven ?n niet te vergeten de eigen ambtenaren', zegt Strickx.
Dat overheidsnetwerk en de link met het Internet wordt in september 2002 tot 500 maal sneller dankzij FedMAN (het Federal Metropolitan Area Network). Dat is een uit de kluiten gewassen performant breedband netwerk zoals dat op kleinere schaal bijvoorbeeld bestaat in bedrijven. Ook de overheid heeft ontdekt dat het internet de productiviteit en efficiency helpt en een fikse kostenbesparing levert", stelt General Manager Stephan Engelen vast. De uitbating van het netwerk is in handen van Belnet, het nationale onderzoeksnetwerk dat (gesubsidieerde) hoogwaardige internet toegang levert aan universiteiten, scholen, onderzoeksinstellingen en de overheidsadministratie. 

Met een goed uitgebouwde basisarchitectuur, gebaseerd op internet standaarden, is de integratie aangepakt om alle mogelijke gegevens te kunnen uitwisselen. Daar bovenop komt de federale portalsite. Ook die is bijna klaar. De portal is opgebouwd rond 'intenties'van de gebruiker. Ik ga met pensioen. Ik wil een huis kopen. Ik wil een bedrijf starten. Ik verhuis. Wat moet ik doen? 'Dat verklaart nog eens waarom de achterliggende administraties klaargemaakt moesten worden', zegt Strickx. Bij dergelijke vragen komt enorm veel kijken. Als je wilt verzekeren dat een burger een adreswijziging slechts eenmaal moet melden en dat geen enkele dienst daarna nog post naar het oude adres stuurt, is veel werk achter de schermen nodig.

Op alle niveau's speelt de G2C (government to citizen) de bekommernis om veiligheid een rol. Vertrouwelijkheid is cruciaal. De ene dienst heeft je adres nodig, de ander je geslacht. Daarin passen ook de elektronische identiteitskaart (die momenteel wordt getest in enkele steden), de electronische handtekening, certificaten, encryptie van communicatie en noem maar op.
Tenslotte is er een intergouvernementele werkgroep van start gegaan met de gewesten en de gemeenschappen en zijn er contacten met de steden over de architectuur van het overheidsnetwerk, en over de inhoud. De virtuele overheid moet ??n zijn en niet gespreid.