Bovenstaande titel is van een tweede boek van Mihaly Csikszentmihaly (MC).
Dergelijke kreten stonden in een recensie (van het blad 'psychologie-magazine') van het boek dat ik nu kort ga samenvatten. En eerlijk is eerlijk, met die kreet wordt ook niets te veel gezegd.
Het boek bevat prachtige verhalen van Creatieve mensen en de wijze waarop ze hun Creativiteit hebben vorm gegeven in hun leven waardoor ze aan het eind van leven kunnen zeggen:"Ik heb een zinvol en rijk leven geleefd."
1. Hij of zij moest grote invloed hebben gehad op een gebied.
2. Hij of zij moest nog steeds actief zijn in dat gebied.
3. Hij of zij moest minsten 60 jaar oud zijn.
In deze samenvatting zal ik met name de perceptie van MC op creativiteit weergeven. MC onderscheid allereerst een drietal bestanddelen van creativiteit:
1. Het gebied waarin iemand creatief is. Dat bestaat uit een verzameling symbolische regels en procedures. Wiskunde is een gebied en zo ook biologie, informatica, organisatiekunde, voetbal, kunst etc.
2. Het veld dat het gebied omgeeft. Dat bevat alle mensen die fungeren als bewakers van het gebied. Het is hun taal om te bepalen welke nieuwe idee?n of producten mogen toetreden tot het gebied. In de beeldende kunst bestaat het arbeidsveld uit docenten, museumconservatoren, kunstverzamelaars etc.
3. De afzonderlijke mens. Creativiteit doet zich voor wanneer iemand, een mens, de symbolen gebruikt van een bepaald gebied, bijv. muziek bouwkunde, of bedrijfskunde en een nieuw idee of inzicht heeft dat door het juiste veld wordt geselecteerd om deel te gaan uitmaken van het gebied.
Gebieden nader bekeken.
Af en toe leidt creativiteit tot de ontwikkeling van een nieuw gebied. Zo zou je kunnen zeggen dat Galiliei de experimentele fysica op poten zette en Freud uit het bestaande gebied van de neuropathologie de psycho-analyse ontwikkelde. Maar als Galilei en Freud geen volgelingen hadden die de respectievelijke gebieden verdere ontwikkelden dan zouden hun idee?n veel minder of helemaal geen invloed hebben gehad.
De definitie die hieruit voortvloeit, is: creativiteit is elke daad, elk idee of elk product dat een bestaand gebied verandert of dat een bestaand gebied verandert in een nieuw. En de definitie van een creatieve mens is dan: iemand wiens gedachten of handelingen een gebied veranderen of een nieuw gebied vestigen. Het is echter belangrijk voor ogen te houden DAT EEN GEBIED NIET VERANDERT ZONDER DE EXPLICIETE OF IMPLICIETE INSTEMMING VAN HET VELD DAT DAARVOOR VERANTWOORDELIJK IS.
Wanneer we de zaak zo bekijken heeft dat wel enige consequenties. We behoeven bijv. niet aan te nemen dat de creatieve mens noodzakelijk verschilt van andere mensen. Anders gezegd: de eigenschap 'creatief' bepaalt niet of iemand daadwerkelijk creatief zal zijn. Wat telt is de vraag of de noviteit die hij produceert daadwerkelijk wordt opgenomen in het veld.
Creativiteit die door het veld wordt opgenomen wordt door MC creativiteit met een grote C genoemd: Creativiteit.
Gebieden 'an sich' kunnen de creativiteit op drie manieren in de weg staan of bevorderen. Met name de drie volgende aspecten zijn van belang: de duidelijkheid van de structuur, de centrale positie in de cultuur en de toegankelijkheid. Stel dat de farmaceutische bedrijven A en B elkaars concurrenten zijn. Gegeven is ook dat de hoeveelheid geld die ze besteden aan onderzoek en ontwikkeling en het creatieve vermogen van hun onderzoekers gelijk is. Nu willen we voorspellen welk bedrijf met het beste nieuwe geneesmiddel komt, waarbij we onze voorspelling alleen baseren op de kenmerken van het gebied. We moeten dan de volgende vragen stellen:
1. Welk bedrijf bezit de meest gedetailleerde data over geneesmiddelen?
2. Welk bedrijf heeft de data het beste geordend? 3. Welk bedrijf legt meer nadruk op onderzoek dat betrekking heeft op aspecten als productie en marketing?
4. In welk bedrijf farmaceutische kennis het hoogst gewaardeerd?
5. Welk bedrijf verdeelt de kennis het beste onder zijn medewerk(st)ers?
6. In welk bedrijf is het gemakkelijker om een hypothese te testen?
Het bedrijf dat zijn kennis beter structureert, de kennis een centrale positie geeft en toegankelijker maakt zal – indien de bedrijven in alle andere opzichten gelijk zijn – waarschijnlijk het bedrijf zijn dat met creatieve vernieuwingen komt.
M.b.t. gebieden is nog een andere opmerking relevant. In zijn algemeenheid kan men m.b.t. gebieden zeggen dat men in strakker georganiseerde gebieden (natuurkunde wiskunde), en waar kwantificeerbare metingen verricht kunnen worden, creativiteit makkelijker kan vaststellen dan in gebieden die diffuser zijn (zoals psychologie). Als voorbeeld een korte anekdote van Heinz Maier-Leibnitz die vertelde hoe hij tijdens een natuurkunde seminar werd onderbroken door een postdoctorale onderzoeker die beweerde een nieuwe manier gevonden te hebben om het gedrag van een subatomair deeltje op het schoolbord weer te geven. De professor erkende de verbetering en binnen een maand wisten via het informele circuit bijna alle universiteiten in de wereld van de verbetering. Zo'n verhaal zul je in het vakgebied van de psychologie niet zo snel horen.
Een en ander heeft ook gevolg dat gebieden waar kwantificeerbare metingen kunnen worden verricht, de voorkeur krijgt boven een gebied waar dat onmogelijk is. En wordt derhalve ook meer serieus genomen. Wij denken dat meetbare dingen echt zijn en dingen die we niet kunnen meten, negeren we. Dit vooroordeel heeft grote gevolgen: hoe bepalen we bijv. zo iets als sociale vooruitgang? Is dat een vraagstelling die serieus wordt genomen?
Velden nader bekeken.
Velden, degenen die bepalen of een nieuwigheid wel of niet in een gebied wordt geaccepteerd, kunnen de mate van creativiteit op drie manieren be?nvloeden.
1. Door reactief of proactief te zijn. Een reactief veld vraagt niet om noviteiten wat een proactief veld wel doet.
2. De keuze van een smalle of brede selectie van nieuwigheden. Sommige velden zijn conservatief en laten alleen maar een paar nieuwe dingen het gebied betreden. Andere velden laten meer nieuwe idee?n in hun gebied toe. Daar volgen de veranderingen elkaar sneller op. Beide strategie?n kunnen , in hun extreme vorm, gevaarlijk zijn. een gebied kan te gronde gaan omdat het te weinig noviteiten opneemt of omdat het te veel niet verwerkte noviteiten toelaat.
3. Ten slotte kan een veld de creativiteit stimuleren door goed in contact te staan met de rest van de wereld en voldoende steun te verwerven voor het eigen gebied. Denk maar eens aan de ontwikkelingen van de kernfysica na WO II. Daar was in die tijd zeer gemakkelijk geld voor te verkrijgen omdat politici en kiezers nog onder de indruk waren van de atoombom.
Soms gebeurt het dat velden die niet competent zijn toch gaan domineren. Galilei bijv. kon niet verder gaan omdat de kerk zich ermee ging bemoeien.
De afzonderlijke mens nader bekeken.
Ten aanzien van het derde facet 'de afzonderlijke mens' dat MC noemt kun je het volgende opmerken.
Voor de meeste mensen zijn de gebieden voornamelijk een bron van inkomsten. We worden verpleegster of loodgieter, arts of boekhouder omdat we bepaalde vermogens hebben en mogelijk goed kunnen verdienen. Maar er zijn ook mensen – en in deze groep vinden we de Creatieve mensen – die een bepaald gebied kiezen omdat ze zich daartoe geroepen voelen. Zij voelen zich in dat gebied dermate op hun gemak, dat het volgen van de regels van dat gebied hen geen enkele moeite kost. Ze zouden die regels op de een of andere wijze sowieso gebruiken, ook als ze er niet voor betaald worden, gewoon omdat ze dat werk willen doen. Algemeen constateer je dat deze mensen het werk doet dat ze leuk vinden. Ze genieten van dat werk. Ze zitten m.b.t. hun werk bijna in een constante 'flow'.
Een ander opvallend kenmerkend punt lijkt veel op het Italiaanse gezegde 'Impara l'arte, e mettila da partei (leer het ambacht en schuif het vervolgens te zijde). Ik zelf herinner me een zeer goede psychologe die me vertelde dat ze er zeven jaar over gedaan had om af te leren wat ze op de universiteit geleerd had. Pas daarna werd ze werkelijk effectief in het helpen van mensen.
Je zou kunnen zeggen dat ze zich een zekere intellectuele 'soepelheid' had eigen gemaakt.
Ook nieuwsgierigheid is een belangrijk kenmerk: gewoon willen weten hoe iets werkt. De psychologe Branda Miller zegt daarover het volgende:"Ik wordt al mijn hele leven geprikkeld door mijn nieuwsgierigheid. En dat probeer ik zo te houden. Ik ben ongelooflijk nieuwsgierig en wil alles weten over de dingen om mij heen, tot de kleinste details aan toe. Mijn moeder dacht dat ik gewoon alles over andere mensen wilde weten. Maar het zijn niet alleen mensen. Het zij alle dingen om mij heen. Ik ben een echte speurder."
Na nieuwsgierigheid wordt doorzettingsvermogen, de voortdurende geconcentreerde aandacht, door Creatieve mensen het vaakst genoemd als gewenste karaktereigenschap. Zonder deze kwaliteit zouden ze het zware werk, het 'zweten' nooit hebben gekund.
Opvallend is ook dat veel Creatieve mensen een zeer sterk verantwoordelijkheidsgevoel hebben met betrekking tot andere mensen en de levende wereld in het algemeen. Algemeen kun je m.b.t. creativiteit constateren dat toegang tot een gebied en toegang tot een veld voor een persoon belangrijk zijn. Als je aanleg hebt voor wiskunde maar je wordt in een derde wereld land geboren dan is het maar zeer de vraag of je toegang tot dat gebied krijgt. Als echter mensen vakkundig zijn in hun gebied maar niet goed kunnen communiceren met het veld, dan zullen deze mensen grote moeite hebben om een creatieve prestatie neer te zetten volgens de gegeven definitie.
Als laatste nog een tweetal kleine 'trucks' die sommige Creatievelingen regelmatig uitvoeren:
1. Het omdraaien van de formulering.
Stel je hebt een probleem met je baas en zegt:"Dit gebeurt me omdat mijn baas me niet mag." Wat gebeurt er als je dan zegt:"Dit gebeurt omdat ik mijn baas niet mag?" Snijdt deze formulering enig hout? Is dit voor deel wellicht waar? En denk dan meteen na over andere mogelijkheden:"Dit gebeurt omdat ik niet met mijn functie ben meegegroeid." of "Dit gebeurt me omdat ik de laatste tijd teveel bezig ben met problemen thuis." Welke formulering past het beste bij het probleem?
2. Robert Galvin van Motorola heeft zichzelf een mentale vaardigheid geleerd die lijk op de vorige. Als iemand iets zegt, vraagt hij zich altijd af wat zou gebeuren als het tegengestelde waar is. In 99 procent van de gevallen heeft het geen enkele zin om ons alternatieven voor te stellen van wat de ander als een voldongen feit ziet. Maar die ene keer kan het innemen van een afwijkend standpunt een inzicht opleveren dat zowel oorspronkelijk als nuttig is.