Learning to Fly: Leren in en van projecten.

Inleiding
Chris Collison & Geoff Parcell hebben mijn favoriete KM boek ‘Learning to Fly’ geschreven. Heel praktisch passeren diverse methodieken de revue aan de hand van een heel bruikbaar holistisch denkmodel. Om het model voor mijzelf concreet te maken, vertaal ik dit naar “Leren in en van projecten”, omdat organisaties veel projectmatig werken. Leren van je handelen moet voortdurend aandacht hebben. Creëer daarvoor het juiste klimaat.

Doelen helder?
Leren in en van projecten begint met het duidelijk maken van de (bedrijfs)doelen, zodat iedereen weet waar hij of zij aan bijdraagt. Doelen moeten zodanig kenbaar worden gemaakt. Bij inspectieprojecten van een Rijksdienst gaat het bijvoorbeeld niet primair om de verbetering van de naleving van wet- en regelgeving in het te inspecteren bedrijf, zoals inspecteurs dat vaak beleven, maar om het effect van de inspecties in de desbetreffende branche. Uit strategisch oogpunt inspecteer je dan op specifieke onderwerpen en niet alle thema’s van je dienst. Vissen waar vis zit, maar hebben we het over snoeken, paling, karpers of kabeljauw? Elke vissoort vergt immers zijn eigen technieken en instrumenten.

Leermomenten
Als de doelen duidelijk zijn, is het interessant om te weten welke leermomenten een project kent. Collison en Parcell noemen er drie: leren voor, tijdens en na de projectuitvoering. Belangrijk is ervaring op te doen, dus niet te lang nadenken en uitstellen: Just do it! Hou het simpel. Creëer het juiste klimaat, door ook de barrières te begrijpen. Maak iets wat voor een ieder bruikbaar is. Krijg inzicht in kennisvragers en -aanbieders en de huidige en gewenste kennissituatie: Het boek presenteert het River diagram, die en Ist- en Soll-situatie visueel maakt.

Leren vooraf.
Uitgangspunt is dat hergebruik van kennis sneller werkt dan het wiel opnieuw uitvinden. Dus leer zoveel mogelijk van voorgaande trajecten. Onderzoek goed de resultaten van voorgaan projecten, zowel op kwantitatieve, kwalitatieve als procesmatige uitkomsten en ervaringen. Bij nieuwe projecten zou je jezelf in deze fase kunnen afvragen welk herbruikbaar materiaal je na het project wilt opleveren: het herbruikbaarheidsgesprek vooraf (6.1) . Tijdens deze fase is het al belangrijk dat je weet wie wat weet of kan: De Gouden Gids (Yellow Pages) van kennisdragers in de organisatie of relevante netwerken. Wie kan je helpen met relevante inzichten en ervaringen? Herkenning tussen peers is een krachtige motivator: organiseer ook face to face contacten. Bijvoorbeeld in een Peer Assist (9.1), want van peers leer je gemakkelijker. De Peer Assist wordt uitgebreid beschreven.

Leren tijdens.
Heel interessant is de snelle evaluatietechniek uit het Amerikaanse leger: de After Action Review (AAR, 6.3). Bij de AAR kan je met de betrokkenen snel evaleren hoe de uitvoering verliep. Wat had er moeten gebeuren? Wat is er werkelijk gebeurd? Waardoor zijn de verschillen te verklaren? Wat kunnen we hiervan leren? Deze techniek vergt weinig tijd en levert snel kennis op om het project bij te stellen en of beter te laten verlopen. Uitermate handig! Ook kan je in deze fase intervisie (4.1) inzetten.

Leren achteraf.
Natuurlijk is het verstandig om na de projectuitvoering te evalueren zowel het product als het proces. Wat hadden we beter kunnen doen? Herbruikbaarheidgesprek achteraf (6.2) en Learning History (3.3), zijn nuttige instrumenten, maar staan niet in dit boek. De retrospect die veel dieper gaat dan de AAR, wordt hier wel stapsgewijs besproken. Een evaluatie moet de essentie, de belangrijkste leerpunten bevatten, maar zeker geen dikke rapporten opleveren. Anders wordt het niet meer gelezen voor hergebruik.

Vasthouden van verkregen kennis.
Natuurlijk wil je al de geleerde lessen bewaren, maar je hebt ook geen behoefte aan bergen met informatie. Hoe hou je de essentie van de opgedane know how vast voor hergebruik? Expliciete kennis kan je vastleggen in documenten, maar hoe sla je dat op zodat anderen dat eenvoudig kunnen hergebruiken? Op Intranet? Eenduidig documentbeheer, eenmalig opslaan en eenvoudig toegankelijk. En hoe hou je alle impliciete kennis (kennis in de hoofden van mensen) vast, want je wilt vast niet alle kennis documenteren. Hoe borg je die geleerde lessen in de primair processen van jouw organisatie? Een Community of Practice, zoals ook het VAK is, kan daarbij helpen. Storytelling, Instructievideo’s (7.2) en een Leaving Expert Interview (7.4) helpen ook bij het overdragen van impliciete kennis. Dezestaan ook niet expliciet in dit boek.

En last but not least: Hoe vertaal je deze geleerde lessen naar de concrete bedrijfsresultaten?

Het boek staat vol met praktische voorbeelden en ervaringen: een aanrader.

Verwijzing naar de website over het boek: http://www.chriscollison.com/l2f/

Berend de Bruin
bdbruin@minszw.nl