Zijn boek 'The Tipping Point' was een van mijn favorieten maar dit boek van Gladwell ‘David & Goliath: Understanding Misfits and the Art of battling Giants’ mag er ook wezen.
Wat maakt dat ‘underdogs’ vaak veel meer kunnen doen dan je in eerste instantie zou denken? En hoe manoeuvreren 'underdogs' de sterksten uit?
Gladwell begint zijn boek met een uitleg over de wijze waarop David de op het eerste gezicht vele malen sterkere Goliath versloeg door eenvoudig de regels van het spel te wijzigen. Goliath verwachtte een strijd zoals die dat gewend was. Een ‘hand-to-hand’/man-tegen-man gevecht.
Het kwam niet eens bij hem op dat het gevecht wel eens op een heel andere wijze zou kunnen plaatsvinden. Zijn pantser maakte hem langzamer en dat werd zijn probleem. David gebruikte een slinger en was daar zeer precies mee. Daarmee trof hij met een projectiel op afstand Goliath recht tussen de ogen en werd het pleit vervolgens snel beslecht.
Het spel anders spelen is ook te zien in een voorbeeld dat Gladwell geeft van een aantal meisjes die startten met basketbal spelen. Ze waren geen talenten maar hanteerden een compleet nieuwe ‘pressing’-techniek waardoor ze vrijwel alles wonnen.
Manet, Cézanne, Monet en Renoir
Een ander voorbeeld dat in het boek wordt besproken komt uit de kunstwereld.
Zo’n 150 jaar geleden trof een groep schilders elkaar elke avond in een bepaald café met de naam Guerbois. Dat waren Manet, Cézanne, Monet en Renoir. Als je destijds als schilder voor vol wilde worden aangezien, moest je jouw werk aanbieden aan de Salon, de meest belangrijke kunstshow ter wereld. Als je werk daar werd gekozen, dan stelde je wat voor maar…..hoe groot was die kans? De Salonselectie was conservatief en de Impressionisten, zoals de groep later ging heten, had compleet andere ideeën over schilderkunst. Na vele discussies besloten de Impressionisten hun eigen soloshow te beginnen vanuit de gedachte ‘wil je groot zijn in een kleine wereld of klein in een grote wereld?’
In hun eigen wereld konden de Impressionisten groot zijn. Dat was met hun afwijkende stijl niet mogelijk in de enorm grote wereld van de Salon. De keuze die de Impressionisten maakten, bleek uiteindelijk de juiste te zijn. Ze konden daardoor een nieuwe identiteit vinden/scheppen en uitbouwen in plaats van platgewalst te worden door de grote conservatieve massa van de Salon.
Is het wel verstandig naar Harvard te gaan?
Iets vergelijksbaars kun je waarnemen als je naar een gerenommeerde universiteit gaat. Stel je bent het slimste jongetje of meisje op de middelbare school en je gaat naar een topuniversiteit waar allemaal slimme meisjes en jongens zitten. Hoe slim je je voelt is relatief. Relatief ten opzichte van de andere personen in je klas. Dat maakt dat je snel bij de mindere personen kunt horen. Zeker als er op de desbetreffende universiteit ook nog een grote competitiedrang tussen studenten onderling is. Er is niet veel ruimte aan de top! Depressiviteit en afhaken ligt dan versneld op de loer. Soms is het dus beter om ook met betrekking tot de keuze van een universiteit niet louter naar de rankings te kijken. Ook hier geld, je kunt beter een grote op een kleinere universiteit zijn dan een kleine op een topuniversiteit. De kans dat je afhaakt is bij de laatste vele malen groter.
'Afwijkingen' die talenten zijn
Vervolgens geeft Gladwell vele voorbeelden van hoe ‘afwijkingen’ zoals dyslexie of ‘in arme omstandigheden’ opgroeien worden omgebogen in een voordeel. Door een bewuste compensatie-techniek te ontwikkelen, dan wel het besef dat je de wereld anders waarneemt dan een doorsneepersoon, blijkt juist die ‘afwijking’ zich tot een voordeel te kunnen ontwikkelen. 'Elk nadeel heb zijn voordeel', zei Cruijff al. Gladwell merkt in dat kader op:”Een groot aantal succesvolle ondernemers is dyslectisch.”
Leren omgaan met steeds achtergesteld worden of voortdurende tegenslag en tóch tegelijkertijd leergierig, creatief en integer blijven, lijkt op termijn zich altijd terug te betalen in een of andere vorm van positief rendement.
Andere voorbeelden van Gladwell zijn vormen van groepsaanpakken. Hij gaat in op de wijze waarop de groep rondom Martin Luther King heel bewust zocht naar punten waar juist de onoverwinnelijke blanken in het zuiden aangepakt konden worden. En geleidelijk aan ontwikkelde zich een strategie van geweldloosheid, kinderen die mee gingen doen en slimme mediafoto’s die het imago van de ‘negerhaters’ in het zuiden juist tegen zichzelf liet keren.
Meer is niet altijd beter & het principe van de legitimiteit
En daarmee komt Gladwell aan bij het derde deel van zijn boek. Daarin bespreekt hij de grenzen van de macht door o.a. het Noordierse voorbeeld te analyseren.
De kern van zijn betoog: hoe meer geweld wordt toegepast, hoe minder effectief dat uiteindelijk gaat worden en zelfs helemaal niet meer werkt.
Ook een ander interessant voorbeeld komt ter sprake. Dat bespreekt de wijze waarop de politie in Brownsville werkte vanuit het besef:
”When people in auhority want the rest of us to behave, it matters-first and formost – how they behave.”
Dit wordt het principe van de legitimiteit genoemd.
Er is sprake van een ‘inverted U’. Meer is niet altijd beter. Er komt een punt dat bij machtigen hun belangrijkste hulpbron, hun vooronderstelde grootste voordeel, alleen maar helpt om zaken slechter te maken en tegen hun zelf richten. Dat bijv. de angst die mensen voelden voor machtigen er niet meer toe doet, ze die terzijde leggen en nieuwe vormen van aanvallen vinden en kiezen tegen juist die machtigen.
De casus Brownsville
Brownsville had een ontzettend hoge ‘crimerate’. In 2003 kreeg een politieofficier met de naam Joanne Jaffe de leiding aldaar. Zij begon een analyse te maken van alle jonge personen die op zijn minst een keer waren gearresteerd in de afgelopen 12 maanden. Dat leidde tot een lijst van 106 namen die samen 180 maal waren gearresteerd. Ze maakte een speciale projectgroep die contact opnam met al deze 106 jongeren afzonderlijk. Deze kregen de boodschap:
”Je zit in het programma en het programma is dat we je een keuze bieden. We zullen alles in het werk stellen je terug op school te krijgen en je te helpen een diploma te verwerven. Maar je criminele gedrag zal moeten stoppen. En als het niet stopt en je wordt gearresteerd, zullen we alles doen om je in de gevangenis te houden. Hoe klein het vergrijp ook is.”
Vervolgens maakte het projectteam een detailanalyse van deze 106 personen. O.a de social media contacten, kennissennetwerk etc. zodat ze bijna precies wisten wat de jongens op elk moment van de dag deden. Af en toe werden die naar het bureau geroepen en kregen te horen in welke trein ze hadden gezeten en bij ze waren geweest. Dat gaf de jongens het gevoel dat ze constant in de gaten werden gehouden.
Een probleem was echter dat de politie nog steeds als vijand werd gezien. Dat loste Jaffe op door op Thanksgiving bij al die jongeren een kalkoen te laten afleveren met de boodschap:
”I know you can sometimes hate the police. I understand all that. But I just wanted you to know, as much as it seems that we’re harrassing you by knocking to your door, we really do care, and we really want you to have a happy Thanksgiving.“
In al deze arme gezinnen met vaak weinig te eten, was dat een doorbraak. De agenten werden hartelijk verwelkomd. Tegelijkertijd deed Jaffe meer. De projectgroep begon tegen de jongens te basketballen, ze keek of ze vakantiebanen kon regelen en liet ze naar doktersafspraken brengen.
Tot slot organiseerde ze een kerstdiner waarvoor de jongeren en hun familie voor werden uitgenodigd. Ze omarmde de jongeren liefdevol.
Overbodig te zeggen dat haar aanpak werkte en de ‘crimerate’ in Brownsville begon te dalen.
Wat Jaffe bewees, is dat machtigen bewust dienen te zijn over hoe anderen/'ondergeschikten' over hun denken en dat degenen die orders geven, direct kwetsbaar zijn vanuit de opinies van degenen die de orders ontvangen.
Max Herold
November 2013
Meer weten?
Via Managementboek.nl
Wanneer is het goed dat u een ongelukkige jeugd had? Hoe komt het dat zoveel dyslectici buitengewoon succesvol zijn? Denk nog eens goed na of u uw kind wel naar de beste school wilt sturen! En waarom zijn de echte toptalenten zo vaak door diepe dalen gegaan? We weten allemaal dat de underdog soms wint: kijk maar naar het verhaal van David en Goliath. En we zien het soms zelf gebeuren – maar zien we het goed? In dit boek onthult Malcolm Gladwell de verborgen regels die bepalen wie er succes heeft.
Inhoudsopgave
Inleiding
Deel 1: De voordelen van nadelen (en de nadelen van voordelen)
1. Het was echt toeval. Ik bedoel, mijn vader had nog nooit eerder basketbal gespeeld
2. Mijn grootste klas had negenentwintig kinderen. Dat was zo leuk
3. Als ik naar de University of Maryland was gegaan, zat ik nu nog in de bètawetenschap
Deel 2: De theorie van de wenselijke moeilijkheid
4. Niemand zou zijn kind dyslexie toewensen. Of wel?
5. Geen idee hoe Jay het deed
6. Het konijn is het meest gehaaide beest dat god ooit gemaakt heeft
Deel 3: De beperkingen van macht
7. Ik ben niet zo geboren. Het is me opgedrongen
8. We hebben allemaal weleens iets vreselijks gedaan, of de neiging gehad om dat te doen
9. We voelen ons verplicht om u te vertellen dat er een aantal joden onder ons zijn
Klik op:
http://www.managementboek.nl/boek/9789047006275/
david-en-goliath-malcolm-gladwell?affiliate=1910