De relatie tussen bedrijf en werknemer is veel vrijblijvender geworden. Een baan voor het leven bestaat niet meer, en dus moeten werknemers veel flexibeler zijn. In “Solo; werken en leven in de 21ste eeuw’ biedt Harriet Rubin antwoord op de ultieme Solo-vraag: “Hoe zet je je leven en je werk naar je eigen hand?”
In het voorwoord van dit boek schrijft Avram Miller, voormalig vice-president van Intell en thans manager van zijn eigen leven: “Velen van ons zijn verstrikt geraakt in hun succes. We werken hard om een positie te verwerven en bewijzen onszelf keer op keer tegenover een eindeloze reeks van bazen. We raken gefrustreerd door de bureaucratie van onze bedrijven, maar voelen ons tevens prettig bij de structuur die ze ons bieden. We weten dat we tot meer in staat zijn en geven het systeem de schuld dat we in onze mogelijkheden worden beperkt. Het zijn echter onze eigen angsten.”
Harriet Rubin werkte als succesvol uitgever toen ze besloot om er uit te stappen en een solocarrière te beginnen.
In dit boek beschrijft ze wat een solocarrière onderscheid van het werken in een organisatie, als ondernemer of als freelancer. Ook gaat ze in op de psychologische processen om zover te komen en om het vol te houden. Sololand is druk bezet. Mensen uit de generatie Nix verlaten de onderneming waar ze zijn gestart en beginnen voor zichzelf, veelal op internet. Babyboomers vragen zich op de top van hun carrière af of dit nu alles is. Ook de senioren beginnen al dan niet na hun pensionering voor zichzelf.
Rubin beschrijft solisten als mensen die werken om ervaring op te doen, zoekers van uitdagingen en avontuur. Als voorbeeld is er de kunstenaar, de creatieveling. De solist speelt om het spel, het plezier, de verassing en de vernieuwing. De werknemer of ondernemer daarentegen speelt om te winnen en is doelgericht. Hij speelt op zeker en wil zo goed getraind zijn dat niets hem kan verassen.
Voor iemand besluit als solist van start te gaan en zijn bedrijf te verlaten duurt gemiddeld drie jaar. Vaak zijn dit jaren van twijfel. De vraag die opdoemt is dan ook waarom mensen de verwezenlijking van hun dromen uitstellen. Waar zijn ze bang voor? Rubin vergelijkt het proces met een echtscheiding. De organisatie verlaten is een beetje sterven: je verliest een deel van jezelf. Als je een organisatie verlaat ga je door verschillende fases, van ontkenning tot acceptatie. De eerste fase in het afscheid nemen is het nemen van het besluit. De basis van het besluit is een negatief antwoord op de vraag of iemand van zijn werk houdt. Vervolgens ontstaat er een periode van uitstel. Weggaan naar een andere baan met vergelijkbare zekerheden is al heel wat, laat staan vertrekken voor wat vage fantasieën over het leven als solist. Uiteindelijk volgt de effectuering van het ontslag en de overgang naar een nieuwe situatie.
Vervolgens ontstaat een tijd vol experimenten. Kunstenaars – wat solisten in hun hart zijn – zoeken gebieden waar ze niet kunnen terugvallen op hun vaardigheden of intellectuele vermogens. Daardoor kunnen ze verder groeien en verder leren. Belangrijk is het om als solist te ontdekken waar je passies liggen. De eerste tijd is onmiskenbaar een periode van introspectie. De hoogste tijd om je af te vragen: Wie ben ik? Voor een goed oordeel heb je mensen nodig die jij respecteert. Je moet relaties ontwikkelen die op vertrouwen zijn gebaseerd. De volgende vier vragen zullen je terugbrengen tot de essentie:
1. Wat vind ik spannend?
2. Wat onderscheidt me?
3. Wat is mijn meest waardevolle karaktereigenschap?
4. Hoe zou de persoon die me het meest waardeert mij karakteriseren?
• Als probleemoplosser?
• Als creatief genie?
• Als organisatietalent?
Een tip: neem je curriculum vitae en herschrijf het als een verkoopbrochure waarin jezelf het te verkopen product bent!
Om te groeien als solist moet je aan de slag met projecten. Projecten zijn de huizen van de kunst. Projecten zijn experimenteel en ongeordend. Je begint zonder precies te weten waar je naar zoekt. Toch werk je binnen een strak raamwerk. Een project leert je wie je bent omdat het zoveel van je vergt. Een project is een verdiepende ervaring.
Solisten bouwen geen bedrijf op. In plaats daarvan bouwen ze aan een levenswerk. Daarom moet ieder huidig project beter zijn dan het voorgaande. Doel van het leven is niet je werk als werk te zien, maar er je leven en je plezier van te maken.
Het boek van Rubin is interessant omdat het de intensiteit van het proces beschrijft van degene die solo gaat. Ook geeft het aan dat je weliswaar en bedrijf kunt beginnen, maar dat het wel essentieel is met welke instelling je dat vorm geeft. Haar beschrijving van de ondernemer niet vleiend. De voorbeelden die zij beschrijft gaan veelal om echte toppers. Het is echter zeer de vraag of iedere werknemer, freelancer of ondernemer in staat is deze weg te bewandelen. Een krachtig pleidooi voor de volle inzet van je eigen persoonlijkheid en het zoeken naar geluk en plezier in iets wat volledig bij je past spreekt mij zeer aan!
Bert van Ravenhorst,
juli 2009.