Veranderingen horen tot onze dagelijkse realiteit in organisaties. Of we dat nu willen of niet! Als manager denk je dat je regie hebt op veranderingen. Medewerkers in lagere echelons hebben die regie niet of nauwelijks. Voor hen geldt nog sterker dan voor degenen die de veranderingen initi?ren en implementeren dat ze een houding moeten kiezen om met veranderingen om te gaan. Het verlaten van de status quo valt niet mee, zeker niet wanneer de toekomst ongewis is. Een aantal keren heb ik medewerkers veranderingen in het vooruitzicht moeten stellen zonder exact te kunnen aangeven hoe de eindsituatie er uit zou komen te zien en wat dat concreet voor hen zou gaan betekenen. Wat je dan meegeeft is onzekerheid en een onduidelijk toekomstbeeld. Het is lastig om daarmee om te gaan. Materiaal ter ondersteuning van dit proces is weinig voorhanden. Wel zijn er mooie, vaak dikke, boeken over hoe je vanuit de top van de organisatie veranderingen leidt en begeleidt.
Het verhaal begint met een gesprek tijdens een re?nie van een aantal voormalige klasgenoten. Zij vertellen hun levensverhalen aan elkaar en het valt hen op dat zij zich altijd verzet hebben tegen veranderingen omdat ze er bang voor waren. E?n van hen vertelt vervolgens dat hij anders tegen veranderingen aan is gaan kijken nadat hij het verhaal "Wie heeft mijn kaas gepikt?" had gehoord.
In het verhaal wordt beschreven hoe twee muizen, Snel en Snuffel, en twee minimensjes, Peins en Pieker, zich in een doolhof bevinden. Zij zijn op zoek naar Kaas. Op een gegeven moment vinden ze zoveel Kaas dat ze niet meer hoeven te zoeken. Dat leidt tot verschillende reacties. De muizen blijven alert en veranderen hun levenswijze niet. Wel gaan ze steeds weer terug naar de Kaas om er van te peuzelen. Die is er nu eenmaal! De minimensjes veranderen hun leven wel. Zij gaan bij de Kaas wonen en gedragen zich alsof de Kaas er altijd voor hen zal zijn.
Op een dag gaat het mis: de Kaas is plotseling weg! Dat de voorraad geleidelijk was afgenomen en dat de laatste stukjes al niet zo lekker meer smaakten daar had niemand acht op geslagen. Hoe nu verder? Teleurstelling en verwarring alom! De muizen denken er niet lang over na. Zij gaan direct op zoek naar nieuwe Kaas. De minimensjes blijven dralen en piekeren. Hen is onrecht aangedaan. Hoe kon dit gebeuren? Een ander heeft dit veroorzaakt. Laat die ander het oplossen!
De muizen trekken intussen de doolhof in. Ze komen op plaatsen waar ze nooit zijn geweest. Na lang dwalen vinden ze wat ze zoeken: nieuwe Kaas! En: meer dan ze ooit hadden gezien!
Peins en Pieker blijven maar nadenken en verzwelgen in zelfmedelijden. Geleidelijk groeien de gedachten van Peins en Pieker uit elkaar. Peins volhardt in het willen behouden van de Kaas die er eens was. Het beviel hem goed en het is gevaarlijk in de rest van de doolhof. Hij is doodsbang! Pieker probeert Peins ervan te overtuigen dat ze iets anders moeten proberen en op zoek moeten gaan naar nieuwe Kaas. Peins wil er niet aan. Uiteindelijk trekt Pieker de stoute schoenen aan en gaat alleen op stap.
Pieker ontdekt onderweg veel over zichzelf. In de hoop dat Peins achter hem aankomt schrijft hij zijn levenslessen op de muur. Hij vraagt zich af:
? Wat zou je doen als je niet bang was?
En leert:
? Houd je Kaas in de gaten, zodat je het merkt als hij oud wordt;
? Wie niet verandert sterft uit;
? Hoe sneller je afstand neemt van je oude Kaas, des te sneller vind je nieuwe;
? Als ik me sneller aan een verandering zou aanpassen, zou dat alles een stuk eenvoudiger maken;
? Het is veiliger om op zoek te gaan, dan zonder Kaas te blijven zitten;
? Als ik me nieuwe Kaas voorstel, komt die dichterbij, al heb ik hem nog niet gevonden;
? Hoe sneller je afstand neemt van je oude Kaas, des te sneller vind je nieuwe;
Na een lange tocht vindt Pieker Nieuwe Kaas. Nu ziet hij ook zijn vriendjes Snel en Snuffel terug. Hun buikjes zijn rond. Zij zijn er al een tijdje!
Pieker leert van Snel en Snuffel dat het belangrijk is niet te lang te blijven nadenken en de dingen niet ingewikkelder te maken dan ze zijn. Toen de omstandigheden veranderden pasten ze zich aan. Pieker hoopt nog steeds dat hij Peins ook terug zal zien. Hij hoopt dat de aanwijzingen die heeft achtergelaten hem kunnen helpen de weg te vinden.
In het derde deel praten de oud-klasgenoten na over het verhaal. Ze komen tot de conclusie dat verandering iets is wat ze allemaal treft en onvermijdelijk is. Hoe ermee om te gaan is de centrale vraag!
hoofd Algemene Zaken gemeente Maassluis,
november 2005,
lt.vanravenhorst@wanadoo.nl