Het succes van Foppe de Haan

“Van een schouderklopje heeft nog nooit iemand een blessure opgelopen!”
Uitspraak (al dan niet overgenomen van iemand anders) van Foppe de Haan
tijdens Penta Scope lezing.

“Als je tijdens een wedstrijd ‘kom op’ tegen elkaar zegt, heeft dat alleen
maar effect als je ook door de week tijdens de training ‘kom op!’ tegen elkaar zegt”
Uitspraak van ex-volleyballer Ron Zwerver.

Recentelijk werd ik via Penta Scope uitgenodigd voor een presentatie over sportmanagement in het Friese Heerenveen. Plaats waar e.e.a. gehouden werd was het centrum van Friesland: het Abe Lenstra stadion alwaar een prachtig standbeeld staat van Abe himself.

Een van de sprekers was Foppe de Haan, trainer van SC Heerenveen die een verhaal vertelde over waarden, houding en teammanagement. Het was fascinerend om deze man te horen spreken. Iemand die zonder ge-etaleerde boekenkennis relatiemanagement, kennismanagement, en NLP-technieken gewoon in de praktijk toepast.
Een man met een gezonde visie en een filosofie die hij combineert met ontwapenende nuchterheid. Iemand die gewoon zichzelf is waarbij hij integer en positief ingesteld is. 

Foppe de Haan startte 16 jaar geleden bij Heerenveen, dat toen onder aan de eerste divisie bengelde. In de afgelopen jaren is er een andere club ontstaan mede door de inbreng van De Haan. 

Foppe de Haan liet tijdens deze lezing zien dat hij vanuit een aantal principes werkte. Principes waar veel leidinggevenden wat van kunnen leren. Ik had het voorrecht om hem na de lezing daarover nog enkele vragen te kunnen stellen.
Onderstaand vind je zijn principes weergegeven.

1. Positivisme.
Foppe is een voorstander van positief denken en positief cre?ren.  Positiviteit en de bijbehorende gevoelens zorgen voor een goede atmosfeer waarin ontwikkeling van zowel de individuele voetballer als van
het gehele (team)collectief alsmede de club kan plaatsvinden. Die vindt niet plaats in een negatieve sfeer. Die positiviteit wil hij ook graag in het voetbal zien. Een team met voetballend vermogen, aanvallend, opportunistisch en liefst voortdurend op de helft van de tegenstander.
Dit positivisme wil hij eveneens graag terug zien op de tribune. Vaders (en moeders) moeten met hun kinderen naar het voetballen kunnen gaan kijken. Ook daar lijkt hij samen met de rest van de club in te slagen.

2. Feedback.
* In het verlengde van punt 1. accepteert Foppe niet dat op het veld de ene speler op de andere scheldt als er een fout wordt gemaakt. Dat heeft geen nut meer. De fout is immers al gemaakt. Schelden vergroot alleen maar een negatieve spiraal die moet worden omgedraaid. Beter is het om dan aandacht te geven aan de positieve dingen en directe suggesties in de vorm van aanwijzingen en met een normaal stemgebruik. Als er na de wedstrijd al op een ‘fout’ moet worden gewezen dan liefst via de ‘sandwichmethode’. Vertel eerst iets dat goed ging, vertel dan wat er beter kan, en vertel dan weer iets dat goed ging. Het minder positieve punt dus inpakken tussen twee positieve punten.

* Daarnaast organiseert Foppe feedbackbijeenkomsten op het niveau van het collectief/het team. Dit gebeurt met behulp van de video-opnamen die van de wedstrijd zijn gemaakt. Hierbij zorgt hij er voor dat dit op een constructieve wijze gebeurt.
Wat waren de afspraken?
Wat was het verschil met die afspraken (niet wat ging er fout)?
Wat ging er in de samenhang van voetbalactiviteiten van spelers mis.
Hoe kunnen 
de oorzaken worden opgelost respectievelijk, hoe kunnen wij als team en als individu in samenhang met elkaar het probleem oplossen voor een volgende wedstrijd?
Meer algemeen kan daar de vraag aan worden toegevoegd: hoe houden wij elkaar aan de gemaakte afspraken? Alles onder het motto: there is no failure only feedback!

3. Relatiemanagement.
Foppe doet aan wat je zou kunnen noemen ‘intern’ relatiemanagement.
In het team is hij alert op de verhoudingen tussen de diverse spelers onderling en poogt er gelijk meteen wat aan te doen met zijn eigen relationele vaardigheden als hij iets van negativiteit tussen individuele spelers bespeurt. Is de lijn tussen twee individuen niet goed, dan is de kans groot dat dit zich ook op het veld vertaalt in minder goed spel.

Ook maakt hij spelers bewust van de externe relaties van de club met de omgeving. Zo was er een voetballer die op een gegeven ogenblik andere voetbalschoenen aantrok dan gebruikelijk. Foppe vroeg hem om de normale voetbalschoenen aan te trekken waarop eer een protest volgde.
“Kijk”, zei Foppe vervolgens, “De club betaalt jouw een goed salaris. Een deel van dat salaris wordt betaalt door de firma die deze schoenen levert. Zij betalen daar sponsorgeld voor. Naast een vast bedrag van E. 100.000,- moet je er nog eens E. 100.000- bij optellen voor andere sponsoractiviteiten. Als jij nu op die nieuwe schoenen van jou wilt spelen, gaat deze sponsor protesteren en zijn we mogelijk een deel van het geld kwijt waarmee we jouw salaris betalen.”
De desbetreffende speler trok vervolgens weer zijn ‘gesponsorde’ schoenen aan.

4. Kennismanagement: het delen van kennis.
Foppe stimuleert ‘het delen van kennis’ tussen spelers. Als een bepaalde speler een vaardigheid goed kan dan stimuleert hij die speler om het de anderen ook aan te leren. Een voorbeeld was Kornejev. Kornejev presteert het om tegen de doelman van Heerenveen 20 schoten af te vuren te nemen en die er ook allemaal in te schieten, tot groot ongenoegen van de keeper. Kornejev werd gestimuleerd om deze vaardigheid de anderen aan te leren.

5. Toepassing van NLP-technieken.
Foppe gebruikt onbewust een aantal zogenaamde NLP-ankermethoden. Allereerst legt hij een ‘koppeling’ tussen een ritueel gebaar dat een speler maakt en een positief gevoel. Stel bijv. dat een speler bij het nemen van een strafschop de neiging heeft om eerst zijn sokken op te trekken Wat Foppe dan doet is dat hij de persoon eerst laat denken aan een situatie waarin deze een goede strafschop nam, en als hij in dat goede gevoel zit dan zijn sokken op te trekken. Dit herhaalt hij een paar maal zodat er een koppeling in het hoofd van de speler ontstaat tussen het goede gevoel bij penaltyschieten en het ‘sokkengebaar’. Daarna kan de speler dat in de praktijk gaan oefenen.

6. Leren omgaan met stresssituaties.
Om maar bij het penaltyschieten te blijven. De spelers trainen niet op deze vaardigheid door het vaak te doen. Op vrijdag mag iedere speler één penalty nemen. Gaat hij mis dan moet de speler fl. 50,- in de pot doen. Getrained wordt dus op het omgaan met de spanning die zich in de speler kan voordoen op het moment dat hij een strafschop moet nemen. (Er staat dan wat op het spel en die druk die zich ook in een wedstrijd voordoet, bootst hij in de training na met die E. 50,-).


7. Loyaliteit.

Foppe zelf is 100% loyaal aan de club. Hij als trainer is er ten dienste van de club, van het geheel. In die zin zou je kunnen zeggen dat Foppe een missiegevoel heeft. Hij werkt vanuit het besef dat hij een onderdeel is van een groter geheel, de club met zijn externe omgeving waar nauwe banden mee zijn. Zijn missie is om dit grotere geheel goed te laten functioneren en steeds verder te verbeteren. Daar heeft hij een functie in waarbij hij positieve effecten in het (club)organisatiesysteem kan cre?ren maar iedere andere medewerk(st)er ook (zeker de spelers waar hij intens mee te maken heeft). Bij hem is een echte passie waar te nemen voor dit doel. Daarom zorgt hij er ook voor dat de spelers een clubgevoel ontwikkelen.

Een voorbeeld: Bij Heerenveen is er een man die al sinds jaar en dag de club helpt als vrijwilliger. hij is er elke ochtend om 7 uur en gaat om 16.00 h weg. Elke keer aan het begin van het seizoen vraagt hij deze man om in de kleedkamer bij de spelers te komen waarbij hij elke keer weer grinnikend de reactie krijgt:”Trainer, moet ik weer?” Deze man vertelt de spelers over het Heerenveengevoel en wat het is om loyaal te zijn resp. het gevoel dat ‘oog’ te hebben voor het club’ iedereen kan opleveren. Het uitgangspunt is simpel voor iedereen, het club belang staat voorop, de club gaat voor alles.

Resultaten.
Wat zijn de resultaten van zijn aanpak en die van anderen bij Heerenveen die met dezelfde instelling werken:

1. De laatste jaren een uitstekende positie op de ranglijst.
2. Heerenveen is de meest populaire 2-de club bij supporters van andere ploegen.
3. In Denemarken zeggen ze:”Heerenveen daar wordt je een betere voetballer.
4. Supporters zeggen: Bij Heerenveen kun je gezellig en veilig toeschouwer zijn.
5. Last but not least een uitspraak van de voorzitter van Heerenveen (Van der Velde): “Heerenveen maakt elk jaar winst. Van de belasting die we daarvan betalen worden de FC Groningen en Cambuur onderhouden. Dus we zijn ook nog sociaal richting andere clubs!!!!! “

Max Herold
October 2005