Innovatie in Nederland.

Het valt mij op dat allerlei deskundigen zich vooral negatief uitlaten over innovatie in Nederland. Er spreekt een angst uit dat Nederland zal gaan achterlopen en dat dit ten koste zal gaan van onze welvaart. Die angst wordt (onder meer) onderbouwd met verwijzingen naar de hogere uitgaven aan R&D in andere landen, de zesjescultuur bij onze studenten, de forse groeicijfers in opkomende economieën, de grote aantallen ingenieurs die jaarlijks in andere landen afstuderen, de dominantie van de dienstensector in ons land ten opzichte van de industrie.
Het lijkt op het eerste gezicht zinvol om dit soort waarschuwende signalen te geven, maar het is zeer de vraag of het beeld dat hiermee wordt opgeroepen wel klopt en of je met zulke signalen iets opschiet.

Dat in NL de R&D-uitgaven minder hoog zijn dan in veel andere landen, klopt wel, maar je moet natuurlijk vooral kijken naar het rendement van die uitgaven. Er zijn diverse indicaties dat Nederland het wat dit betreft juist goed doet, dus laat die andere landen maar met geld smijten terwijl wij er met minder geld meer uithalen, zou ik zeggen. Bovendien zeggen die R&D-uitgaven niets over de innovatie in het MKB, want dat wordt nauwelijks gemeten. En juist het Nederlandse MKB is op werkvloerniveau behoorlijk actief met voortdurende verbeteringen van producten en processen, ondersteund door de nationale cultuur van werknemers die de baas mogen tegenspreken.

Die zesjescultuur is eigenlijk helemaal niet zo bedenkelijk. Veel vakken zijn voor studenten vooral noodzakelijk kwaad, ze worden er nauwelijks door in vervoering gebracht. Zodra een student echt geïnteresseerd raakt in een onderwerp, gaat het vanzelf de goede kant op, dan laat hij of zij zich meevoeren en komen de resultaten juist wel op het gewenste niveau.

Er zullen ook heel wat studenten zijn die voor geen enkel vak enthousiast te krijgen zijn, omdat ze een verkeerde richting hebben gekozen of omdat ze de aanleg ervoor missen. Het is in zulke gevallen maar goed dat zoiets in lagere cijfers tot uitdrukking komt, want dat bewijst dat docenten nog steeds in staat zijn de minder goede studenten te onderscheiden van de goede. De goede studenten zijn volgens mij meer dan voldoende gemotiveerd om ook echt iets van hun vak te maken, zeker ook na het afstuderen.

De hoge groeicijfers in opkomende economieën behoeven ons niet te verontrusten. Het is nogal logisch dat zij in een sterke groeifase verkeren, want ze hebben nog steeds een forse achterstand in termen van BNP per hoofd. Zodra ze op westerse niveaus komen remt de groei vanzelf af, zoals we hebben gezien in landen zoals bijvoorbeeld Japan en Zuid-Korea. Er is nog geen heldere economische theorie over, maar het lijkt erop dat er vanaf een bepaald welvaartsniveau allerlei remeffecten gaan werken, zoals: verzadiging, behoefte aan een sobere levensstijl, sociaal beleid, milieubewustzijn, spaarzaamheid, kwaliteit boven kwantiteit. Dat is juist heilzaam, lijkt me.
Verder dient te worden bedacht dat die opkomende economieën voor ons ook gunstige effecten hebben, zoals: goedkope import, export van met name dure spullen, concurrentieprikkels.

De grote aantallen ingenieurs in landen als China en India hebben te maken met de veel grotere bevolking in die landen. Ze zijn nodig om de groei van hun economieën mogelijk te maken. Ze zullen ongetwijfeld werk overnemen van onze ingenieurs, zoals bijvoorbeeld in de ICT-sector al gebeurt. Ik zou zeggen: hoe meer ingenieurs hoe beter, want er zijn nog talloze technische oplossingen nodig om een betere wereld te krijgen. Denk bijvoorbeeld maar aan duurzame productie, waterhuishouding, landbouw, nieuwe energiebronnen, ICT-toepassingen. Onze ingenieurs zijn gespecialiseerd op een aantal van dit soort terreinen en zullen ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen.

Bedenk hierbij, dat Nederland diverse grote, toonaangevende, wereldwijd opererende ingenieursbureaus heeft, en daarmee werkgever is van vele buitenlandse ingenieurs. Hun kennis is voor ons dus onder handbereik.
De aanmeldingen bij onze TU’s zijn ondertussen alweer een tijdje aan het stijgen, zelfs zodanig dat men het enigszins wil afremmen. Dat laatste is trouwens te betreuren.

Een dominante dienstensector is voor ons land helemaal niet vervelend, want er valt goed te verdienen in de handel, de logistiek, de zakelijke dienstverlening e.d. Bovendien komt er heel wat technologie kijken bij dienstverlening, denk maar aan ICT, om de diensten op hoog niveau te kunnen leveren.

Maar onderschat ondertussen niet onze industrie. Relatief is die niet zo gek groot, maar wel enorm belangrijk voor de export omdat er hoogwaardige producten worden geleverd, zoals onderdelen voor de Duitse automobielindustrie, machines voor het vervaardigen computerchips en allerlei andere industriële producten, vele hoogwaardige chemische halffabrikaten. Diverse Nederlandse bedrijven behoren op hun gebied tot de wereldtop. En die positie hebben ze verkregen door voortdurend te innoveren. 

Kortom, het beeld van een achterlopend Nederland dat door velen wordt geschetst deugt niet. Dat beeld werkt volgens mij alleen maar demotiverend. Het behoort niet tot onze nationale cultuur om ons op de borst te slaan: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg. Maar sla niet door naar de andere kant, die mensen hoogstens mismoedig maakt en die verder ook niet bijdraagt aan enigerlei verbetering (als die al nodig zou zijn).

Peter van Hoesel
November 2013

Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag

Via Bol.com

Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van

Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.

Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.

Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.

Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.

In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.

Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.

Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting

2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa

3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting

4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting

5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering

6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?

7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies

8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138

9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd

10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789023241614/
beleidsonderzoek_in_nederland_peter_van_hoesel?affiliate=1910

 

Methoden van beleidsonderzoekers
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen