Het thema psychopathologie is niet nieuw in de organisatieliteratuur.
Manfred Kets de Vries en Danny Miller schreven jaren terug reeds over neurotische organisaties (Kets de Vries & Miller, 1984)[1]. Annemiek van Dongen schreef recentelijk een interessant artikel waarbij ze neurotische manager onder de loep nam.
Als leidinggevenden dan wel medewerk(st)ers geblokkeerd zitten in een gedragsvorm die persoonlijke groei, ontwikkeling en een toename van gedragsflexibiliteit tegenhoudt, dan kun je binnen een organisatie spreken van neurotisch gedrag. Hierdoor wordt natuurlijk ook de groei, ontwikkeling en gedragsflexibiliteit van de organisatie als totaal tegengehouden. De organisatie is immers opgebouwd uit de medewerk(st)ers. Om die blokkeringen wat te verduidelijken gebruiken Kets de Vries en Miller een indeling van Sigmund Freud en spreken over:
-
Paranoïde organisaties.
Achterdochtige organisatie in crisis, (te) negatief verdedigend reactief. -
Dwangneurotische organisaties.
(Te) perfectionistisch ingestelde organisatie, Teveel gefocust en arrogant. -
Theatrale organisaties.
Teveel op zichzelf gerichte organisatie en daardoor acterend vanuit subjectiviteiten i.p.v. feiten. -
Depressieve organisaties.
Behoudzuchtige, bureaucratische organisaties, zonder entrepreneurship. -
Schizoide organisaties.
Verdeelde organisatie met veel machtswisselingen en eilandjes.
Van neurotische organisaties naar neurotische managers.
Annemiek van Dongen schreef recentelijk in een artikel ‘werken voor psychopaat in pak’ dat een slechte verstandhouding met de baas een van de drie belangrijkste redenen is voor medewerkers om een nieuwe baan te zoeken. Medewerkers met een intimiderende leidinggevende hebben niet alleen minder plezier in hun werk en zijn minder gecommitteerd aan hun baan, ze blijken ook een hogere kans op burn-out, depressie en angstaanvallen te hebben. Volgens onderzoeksinstituut TNO Arbeid melden jaarlijks meer dan 50.000 werknemers zich korte of langere tijd ziek vanwege een conflict op het werk. (Van Dongen, 2008).
De Canadese professor en forensisch psycholoog Robert Hare stelt dat het niet toevallig is dat bij veel managers een steekje los lijkt te zitten. Er is in zijn ogen slechts een dunne scheidslijn tussen de eigenschappen die typerend zijn voor een persoonlijkheidsstoornis en de vaardigheden die je nodig hebt om carrière te maken als leidinggevende. Zo is een goede manager enigszins dominant, maar het gaat mis als die dominantie doorslaat in overheersen en onderdrukken.
Psychopaten zijn gewetenloos en houden zich niet aan regels of wetten omdat ze vinden dat deze niet op hen van toepassing zijn. Spijt of schuldgevoelens kennen ze niet (Van Dongen, 2008). Hare omschrijft hen als manipulatief en intimiderend, maar ook charmant. Intelligente psychopaten die niet in de gevangenis willen belanden, proberen hun pathologische neigingen op een legitieme manier te uiten, schrijft Hare: ‘Door posities van macht en controle op te zoeken. Daar zijn organisaties bij uitstek geschikt voor. Waar het draait om macht, prestige en geld, zul je ze aantreffen.’
1 à 2 procent van de beroepsbevolking voldoet aan Hare’s definitie van psychopaat en nog eens 5 tot 10 procent leidt aan een andere persoonlijkheidsstoornis zoals narcisme (een obsessie voor zichzelf). Maar onder leidinggevenden ligt dat percentage aanzienlijk hoger.
De Nederlandse hoogleraar en psychotherapeut Manfred Kets de Vries schat dat 20 procent van de managers een geestelijke stoornis heeft. Dat betekent dat heel wat werknemers overgeleverd zijn aan de grillen van een gestoorde leidinggevende.
Psychologe Dominique Haijtema (auteur van ‘Psychologie op de werkvloer’) geeft :”Vooral in traditionele, hiërarchische organisaties is de kans groot dat medewerkers geconfronteerd worden met een pathologische baas. Denk aan medische beroepen, de advocatuur, de politiek en de media. In die sectoren zijn de werkdruk en de competitie groot. Door het ‘voor mij honderd anderen’-gevoel staan medewerkers onder druk en durven ze hun mond niet open te doen. Realiseer je op tijd dat je baas gestoord is. laat je zelfbeeld niet aantasten. Je kunt het probleem aankaarten bij zíjn baas, maar in de meeste gevallen zal er toch weinig anders opzitten dan zelf ander werk zoeken.
Omgaan met managers die een steekje los hebben. Kan het niet anders?
Een persoonlijkheidsgestoorde manager (en daarmee bedoel ik vooral de persoonlijkheidsstoornissen die zich op een gewetenloze manier uiten), is bijzonder slim in het vinden van geaccepteerde wegen (binnen de regelmarge) om zijn stoornis te uiten.Toch blijft de vraag of jij je moet laten wegdrukken door een manager die een ‘gewetenloos’ steekje los heeft? In mijn jarenlange praktijk binnen overheden heb ik wel wat managers gezien waar ik de nodige twijfels in psychologisch opzicht over had (en zij ongetwijfeld over mij).De ervaring is dat je ‘managers met een gewetenloos steekje los’ overal tegenkomt en dat maakt dat je beter kunt leren er effectief om te gaan. Dat je zelfs zo ver komt dat je er je hand niet meer voor omdraait.
Besef je eigen programmering/neurose.
Om met dergelijke managers te kunnen omgaan is het wel zinvol je eigen programmering te snappen. Een manager met een persoonlijkheidsstoornis kan dat alleen maar doen naar jou toe omdat jij gevangen bent in je eigen programmering.De managementmethoden uit het industriële tijdperk, van waaruit tallozen nog denken en handelen, zijn gericht op het controleren en sturen van mensen. De doorsnee werknemer kijkt daardoor meer verticaal naar boven naar de baas, en de baas van de baas, dan horizontaal. Dat leidt tot een zeker werknemersautisme, tot ivoren toren gedrag. Je eigen medewerkersprogrammering die je belemmert in het vinden van nieuwe wegen.
Daarmee verdwijnt een gezonde verwondering en nieuwsgierigheid die je kan helpen creatief om te gaan met managers die een persoonlijkheidsstoornis hebben.. Doorbreek, wat de bekende managementgoeroe Stephen Covey noemde, je eigen mentale programmering van het industriële tijdperk.
Enkele eerste tips.
Wat zou je kunnen doen?
-
Stel de volgende HOE-vragen. Ga dus niet teveel in WAAROM-termen denken.
-
Hoe zorg je voor een context dat de stoornis langzaam zichtbaar wordt voor relevante personen in de zin dat het organisatie-systeem en slechter door gaat functioneren. Kortom: hoe maak je de effecten van de stoornis transparant? Menigeen is er in geslaagd het gedrag van een manager die een negatief effect op een systeem had spelenderwijs, met kleine stapjes, transparant te maken. Vind je eigen vormen daar voor.
-
Blijf bij jezelf. Iemand met een persoonlijkheidstoornis en gewetenloosheid, is voortdurend op zoek naar de zwakke plekken in jou. Hoe kun je die ‘sensing’ van hem/haar benutten tegen zichzelf?
-
Oefen. Elke keer dat je een gesprek hebt, met een dergelijke persoon, je de vraag stelt:”Wat wil IK hieruit halen ten behoeve van mezelf en de hele organisatie?” Ga desnoods zo’n gesprek periodiek oefenen met anderen. Hoe ga ik dat gesprek voeren?
-
En daarmee komen we bij de volgende tip. Hoe legitimeer ik mijn eigen handelen? Hou voor jezelf het belang van het totale organisatiesysteem voor ogen. Dat is de meest krachtige legitimatie voor hetgeen je doet. Maak de opmerking tegen een desbetreffende managers dat ‘jij je verantwoordelijkheid neemt voor je rol om deze organisatie als totaal beter te laten functioneren.”
-
Last but not least. Hoe help ik zo’n manager? Ook al ben je geen therapeut. Een manager met een persoonlijkheidstoornis is nog steeds een mens. Poog uit te vinde of er mogelijkheden zijn om iemand uit zijn ‘persoonlijkheidsstoornis-trance’ te halen. Hoe krijg je hem of haar weer ‘wakker’?
Bedenk dat een manager met een persoonlijkheidsstoornis een uitmuntende situatie is om je sociale vaardigheden en overtuigingskracht te oefenen. Literatuur:
Dongen, A. van. Dagblad De Pers, Amsterdam. Verkregen op 22 september 2008 via http://www.depers.nl/economie/246333/Werken-voor-psychopaat-in-pak.html.
De Vries, M.F.R & Miller, D. (1984). De neurotische organisatie. Stenfert Kroese, Leiden.