De al decennialang lopende privatiseringsprocessen bij min of meer monopolie-achtige bedrijven met een groot algemeen belang, zoals spoorwegen, energiebedrijven, zee- en luchthavens, zorginstellingen, woningcorporaties, roept al enige tijd de discussie op of er niet te ver wordt doorgeschoten met dit soort privatiseringen?
Doel van de privatisering was een betere marktwerking voor dit soort organisaties, maar wel zodanig dat kwaliteit niet minder zou worden en de prijzen omlaag zouden gaan. Die marktwerking verloopt deels naar wens, maar deels ook niet. De toegankelijkheid komt soms in het geding door rationalisatie van de dienstverlening (bv. in het busvervoer), administratieve rompslomp staat soms een goede kwaliteit in de weg (bv. de zorg), bezuinigingen leiden soms tot minder onderhoud (bv. spoorwegen).
De prijzen gaan soms juist omhoog door de marktwerking in plaats van omlaag: bv. bij de tandartsen, bij sommige woningcorporaties wegens onverantwoorde risico’s, bij energiebedrijven die veel geld uitgeven aan reclame. Daar komt bij dat de arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden in sommige gevallen verslechteren (bv. de postbezorgers). Dagelijks kun je in kranten en media voorbeelden zien van diverse negatieve aspecten van privatiseringen.
Dat roept de vraag op of we hiermee wel moeten doorgaan. Er zijn meerdere politieke partijen die bepaalde privatiseringen liefst zouden terugdraaien. Andere politieke partijen vinden dat te ver gaan, omdat er ook goede kanten zitten aan de marktwerking. Zo tref je in de zorg instellingen aan met een uitstekende dienstverlening tegen schappelijke prijzen. De prijzen van de postbezorging zijn omlaag gegaan en de kosten van busvervoer ook.
Een lastig obstakel in deze discussie is, dat de economische wereld in twee grote sectoren wordt verdeeld: de publieke en de private. Je hebt ofwel een bedrijf en moet dan aan alle verwachtingen voldoen die voor een bedrijf gelden (zoals aandeelhouderswaarde creëren) ofwel een overheidsorganisatie en die moet zich houden aan de formele regels die voor de publieke sector gelden (zoals iedereen toegang verlenen ongeacht de hoge kosten die dat met zich meebrengt). Wanneer je tussen die twee werelden in probeert te opereren ben je al gauw verdacht bezig (je eet van twee wallen, je hebt teveel marktmacht, de overheid en de toezichthouders hebben er geen greep op, etc.) of kom je terecht in een spagaat (kosten besparen maar toch hoogwaardige dienstverlening overeind houden, investeerders aantrekken die je maar weinig rendement kunt bieden).
Een derde keuze: de publieke coöperatie
Dit soort organisaties, die we vroeger ook wel nutsmaatschappijen noemden, moeten een oneigenlijke keuze maken voor de publieke dan wel voor de private sector. Die keuze is oneigenlijk, omdat er een derde keuze zou moeten zijn, namelijk de keuze om nutsmaatschappij te zijn met een daarbij passende rechtsvorm. Dat ouderwets klinkende woord ‘nutsmaat-schappijen’ zou uit de kast gehaald kunnen worden om de privatiseringsgolf weer in goede banen te krijgen. Wie niet van ouderwets houdt zou dit soort organisaties bijvoorbeeld ‘maatschappelijke organisaties’ kunnen noemen.
Een wellicht betere aanduiding zou zijn om te spreken van ‘publieke coöperaties’.
Dan moet er wel werk worden gemaakt van een nieuwe rechtsvorm die het dergelijke organisaties mogelijk maakt te doen waar ze voor zijn bedoeld, namelijk het aanbieden van min of meer monopolistische dan wel oligopolistische diensten van algemeen belang, en dat op een zo doelmatig en doeltreffend mogelijke manier.
Dus geen vennootschap, geen stichting, geen ZBO, maar een publieke coöperatie. In de statuten van een dergelijke rechtsvorm worden in elk geval de volgende zaken geregeld:
• het algemene doel en de middelen die daarvoor ter beschikking staan
• winstbestemming in het kader van dit doel
• de diensten die worden aangeboden
• bevoegdheden van bestuur en toezichthouders (passend bij het doel)
• overheidsvoorschriften waaraan moet worden voldaan
• wijze waarop met prestaties wordt afgerekend
• de wijze waarop klanten invloed kunnen uitoefenen op kwaliteit en prijs
• de toegang die wordt verleend aan marktpartijen.
Er is, kortom, behoefte aan een structuur tussen markt en overheid, die niet wordt beschouwd als een hybride vorm zwalkend tussen twee werelden, maar die als een op zichzelf staande derde wereld wordt gezien en behandeld.
Het zou wel eens kunnen zijn dat de nutssector langs deze weg tot grote bloei kan komen, terwijl er nu vele organisaties bestaan die zich ongelukkig voelen met hun huidige hybride status, onder meer wegens de negatieve publiciteit over wangedrag bij sommige van hun branchegenoten. Bovendien zouden bepaalde bedrijven die inmiddels geheel geprivatiseerd zijn ervoor kunnen kiezen zich om te vormen tot een publieke coöperatie èn zou aan bepaalde overheidsinstellingen die nog niet geprivatiseerd zijn de kans kunnen worden geboden om langs deze weg ‘gesemiprivatiseerd’ te worden.
Een dergelijke oplossingsrichting zou ook een goede verbinding kunnen leggen tussen uiteenlopende opvattingen van diverse politieke partijen over dit uitermate belangrijke onderwerp.
Peter van Hoesel
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen