Ik ben Marinus Cornelis Wagtmans, geboren net na de oorlog in St-Willebrord ( West Brabant), waar in die tijd kleine boertjes woonden die alleen voor zichzelf en hun naasten konden zorgen zonder verder iets te kunnen betekenen voor een ander. Daar kwam verandering in: Eind jaren vijftig, toen de regering op voordracht van Marga Klomp? een soort marshall plan bedacht voor West Brabant. Er volgde een prachtig mooie periode van investeringen en ontwikkelingen die veel West Brabanders de kans gaf zich te ontwikkelen zodat de regio economisch iets kon gaan betekenen voor Nederland.
Dit bedrijf was een van de eerste uitzendbureaus van Nederland en de mensen werkten in Rotterdam en omgeving. Het bedrijf heb ik professioneel en goed overgedragen aan de firma Bis uitzendgroep, die naar mijn beste weten nog steeds bestaat.
Toen ik wielrenner werd begreep ik dat ook een wielrenner weleens ziek zou kunnen zijn en geblesseerd kan raken. Ik besefte als een van de eerste Nederlandse topsporters dat ik sociaal verzekerd diende te zijn om tegenslagen op een waardige manier het hoofd te kunnen bieden. En wat bleek? In 1973 sloeg het noodlot toe en werd ik van de ene op de andere dag afgekeurd als topsporter. Ik kon dus op een waardige manier afscheid nemen van de wielersport en langzaam maar heel bewust kiezen voor een ander beroep. Na een paar jaar geacclimatiseerd te hebben in de maatschappij werd ik PR-man en sales promotor van de koninklijke Borsumij-Wery, die toen als Adidas importeur furore maakte.
In dezelfde periode was ik bondscoach van de KNWU en begeleidde ik jonge wielrenners op wereldkampioenschappen en Olympische spelen. Ook dat verliep redelijk succesvol, temeer omdat de talenten die ik begeleidde niet de minsten waren (van der Velde, Hanegraaf, Oosterbosch en van der Poel).
Ik gebruikte mijn kennis en ervaring uit de sport om nieuwe producten te ontwikkelen, zoals neopreen, dit waren pakken waar triathlon atleten in zwommen en die wielrenners gebruikten tegen koude en regen. Wij modelleerden samen met mode ontwerpers wielershirts en lieten in Zwitserland bij Eschler moderne tri-thermo stoffen produceren. Ook werden er kunststof wielerzeemen en Carbon producten ge?ntroduceerd. De carbon fietsen en accessoires, liet ik reeds in 1991 als een van de eersten in Rusland fabriceren. Tot en met nu ben ik ervan overtuigd, dat ik meestal de juiste zakelijke keuzes heb gemaakt. Ik ben nu bijna zestig jaar en ik ben er trots op om met mijn visie en inzet structurele werkplekken voor enkele honderden mensen te hebben gecreëerd en ook heb ik belangeloos in het West Brabantse, mijn visie en inzichten indirect en direct ter beschikking gesteld, wat uiteindelijk in onze omgeving heeft geresulteerd in nog eens een paar honderd arbeidsplaatsen.
Naar mijn mening zal een ministerie iedere ondernemer duidelijk moeten maken in hoeverre het ministerie iets voor hen zou kunnen betekenen. Dit gebeurt niet of te weinig
Anders is dit met mijn vrijwilligerswerk als ambassadeur van EXODUS, waar een van de ministeries in samenspraak en in overleg met de sociale dienst van Leiden, in een sneltreinvaart subsidie en een vergunning heeft toegekend voor een uitzendbureau voor ex gedetineerden, die daarmee werkervaring en arbeidsritme op kunnen doen en zich zodoende zonder problemen in de maatschappij kunnen handhaven. Waarvoor mijn dank.
Dat zijn belemmeringen die ik heb ervaren voor het ontwikkelen van nieuwe producten en het opzetten van een nieuwe onderneming in Nederland.
In het begin van de jaren negentig werd ik geconfronteerd met een nieuw product, waarvoor ik een grote toekomst met ongekende mogelijkheden zag. Het ging hier om het uit de ruimtevaart afkomstige halffabrikaat Carbon fiber en de verwerking hiervan tot een eindproduct.
In Rusland had ik kennis gemaakt met dit product en enkele ruimtevaart wetenschappers die ruime ervaring hadden met de verwerking van dit high-tech half fabrikaat tot eindproduct. Ik voorzag vele toepassingen in de Wielrennerij zoals; wielen, frames en andere accessoires. Momenteel is Carbon het toverwoord voor alle high-tech toepassingen in het topsegment van de profwielersport.
Toentertijd stond dit product in de kinderschoenen en waren er op de hele wereld maar een handjevol mensen die dit materiaal konden verwerken tot een eindproduct. Men kon deze vinden bij de NASA of bij de Russische ruimtevaart industrie, die met toestemming van de regering dit product mochten verwerken.
Toen wij met onze monsters in Milaan op de beurs verschenen was iedereen met stomheid geslagen en was dit product dusdanig “hot” dat de mensen uit Japan (SHIMANO), Itali? (CAMPAGNOLO), Frankrijk (MAVIC) en zelfs bedrijven uit de VS en Engeland in ST- WIllebrord op de stoep stonden.
Uiteindelijk heb ik van alles en nog wat geprobeerd om een productielijn op te starten hier in West Brabant. Ondanks de enorme investeringen die ik inmiddels zelf had gedaan, bleek het verkrijgen van een simpele werkvergunning voor EEN gespecialiseerde ingenieur uit de Russische ruimtevaart het struikelblok. Ik had deze man nodig als productieleider en opleider van de mensen alhier ( LET WEL; er waren toentertijd wereldwijd een handjevol specialisten die dit materiaal konden verwerken) .
Het is jammer dat ik toen niet wist dat er samenwerking mogelijk was met het ministerie van SZW en er mogelijkheden hadden bestaan vele arbeidsplaatsen met dit uiterst succesvolle product te cre?ren.
De geest van ons land heeft internationaal de reputatie “over de horizon heen te kijken” Deze pragmatische, vrije, gedurfde en creatieve manier van denken en handelen zullen wij nu en in de toekomst moeten en kunnen aanwenden en inzetten ten behoud en schepping van werkgelegenheid, het aanboren van nieuwe markten en het ontwikkelen van innoverende producten en diensten. Dat de overheid hierbij zich meer en meer initiatief nemend, dienstverlenend en serviceverlenend op moet stellen zal vanzelfsprekend zijn. De overheid zal zich niet langer moeten verschuilen achter hun rol dat de burger/ondernemer op de hoogte moet zijn van alle regeltjes en nieuwe ontwikkelingen. De overheid zal actief, uiterst pragmatisch en toekomstgericht met hun regels naar de burgers toe moeten komen. Dit geldt zowel voor het woud van bestaande als de nieuw te introduceren regels, wetten en subsidies.
De overheid zal zich met deze vraag in hun achterhoofd moeten bezinnen of het woud van regels en wetten wel heeft geleid tot rechtvaardigheid en het gelijkheidsprincipe.
Immers; de overheid heeft zoveel regels geschapen dat deze voor de burger/ondernemer niet meer overzichtelijk zijn en het dus moeilijk wordt voor de burger/ondernemer, zich aan deze regels te houden, danwel er optimaal van te profiteren. Is het niet zo dat de ondernemer hierdoor genoodzaakt is kostbare accountants en juristen in te huren om optimaal te kunnen ondernemen/functioneren (wie de beste en duurste kan inhuren behaald het meeste voordeel). De vraag die we ons moeten stellen als zowel ondernemer, politicus en ambtenaar, is of dit wel de beoogde rechtvaardigheid en gelijkheid heeft teweeggebracht. Mijns inziens is dit niet zo.
Enerzijds, houden deze regels en wetten de ondernemer van zijn primaire taak en dit is ondernemen.
Anderzijds, bevoordeelt dit de ondernemers die zich in het administratieve en adviserende gat in de markt hebben genesteld dat de overheid voor hen heeft geschapen
Elk weldenkend mens zal hierop antwoorden dat het een eigenschap en deugd is welke in combinatie met het bezit van kapitaalmiddelen het best tot wasdom kan komen.
Dit betekent indirect dat een fors potentieel aan ondernemers nooit aan ondernemen kan toekomen en dus dat er groot stuk werkgelegenheid niet ingevuld kan worden.
Zijn er dan geen voorzieningen voor ondernemers met geen of weinig kapitaal. Hierop moet het antwoord zijn: NAUWELIJKS. De regelingen die er bestaan zijn amper toereikend om een eenmansbloemenkiosk te beginnen en als er al andere regelingen bestaan heb je dure informatie/diensten nodig om er gebruik van te maken en hiermee ben ik bij de clou van dit verhaal.
De overheid zou, zoals bij sommige hypotheek verstrekkingen weleens gebeurde, garant kunnen staan bij jonge ondernemers, die met een goed plan voor zichzelf en anderen formatieplaatsen kunnen cre?ren.
Ik zou als medewerker van de overheid willen weten wat er in de toekomst met de arbeidsmarkt gaat gebeuren.
Ik zou willen dat de regelgeving aangepast wordt naar de toekomst en niet op ervaringen in het verleden wordt gebaseerd (blik vooruit).
Ook zou ik denken aan werkvoorziening die gekoppeld is aan:
? De zorgsector (vergrijzing)
? De bouwsector (vergrijzing)
? De energiesector gekoppeld aan bouwen
? Toerisme, sport en vrije tijd
? De multi culturele samenleving en de hieruit voorvloeiende specifieke behoeftes