Vermindering van regeldruk kun je zien als een doel op zichzelf. Maar het is vooral te zien als een middel, namelijk een middel om de kwaliteit van het beleid te verbeteren. Hoe zit dat? Eenvoudiger beleid is namelijk niet alleen goedkoper voor het bedrijfsleven, maar ook goedkoper voor de overheid, en bovendien doeltreffender, rechtvaardiger en consistenter. Een voorbeeld kan dat verduidelijken.
Er zijn in Nederland in vele honderden subsidieregelingen voor het bedrijfsleven. Het binnenslepen van die subsidies kost een bedrijf een substantieel deel van de opbrengst van de subsidie. Organisaties die deze regelingen uitvoeren tellen bij elkaar duizenden ambtenaren. Door de complexiteit van dit systeem maakt het grootste deel van het bedrijfsleven er geen enkel gebruik van, terwijl ze er eigenlijk wel voor in aanmerking komen.
Veel subsidies worden achteraf verstrekt, dus nadat de bedrijven de investering al hebben gedaan, waarbij het vooral gaat om grotere bedrijven die het geld niet eens nodig hebben. Sommige regelingen zijn van het karakter: wie het eerst komt het eerst maalt. Als je dan een keer je best hebt gedaan om een subsidie te verwerven, maar je vist achter het net, dan laat je het een volgende keer wel uit je hoofd om weer mee te doen. De score van al dit soort regelingen op de kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid is dan ook bedroevend laag.
Stel nou eens dat je al die regelingen beperkt tot een paar regelingen die via het belastingformulier lopen. Dat verlaagt de verwervingskosten voor bedrijven enorm en dat geldt ook voor de uitvoeringskosten. Laten we er even van uitgaan dat de beleidstheorie dat subsidies het goede gedrag uitlokken klopt, wordt het beleid dan ook vele malen doeltreffender. Als de beleidstheorie niet klopt, is het beleid dan nog altijd veel rechtvaardiger en consistenter.
Je zou in dit voorbeeld zelfs kunnen overwegen deze subsidieregelingen allemaal af te schaffen en te vervangen door een algemene lastenreductie. Vermoedelijk zou 90% van de ondernemers dat nog het liefste hebben. Je moet er als overheid dan wel op vertrouwen dat de ondernemers die lastenreductie gebruiken om te investeren. Wie ondernemers goed kent, zal weten dat hun investeringen bepaald niet worden aangedreven door subsidieregelingen, maar door hun ondernemerschap. Lastenreductie zou dan wel eens minstens zo effectief kunnen zijn.
Het voorbeeld laat tevens zien dat het zoeken naar vermindering van regeldruk zich niet zou moeten beperken tot het behalen van reductiepercentages per beleidsinstantie. Percentages die overigens weinig zeggen over hetgeen bedrijven in werkelijkheid ervaren als regeldrukvermindering. Je moet wezenlijk willen zoeken naar beleidsvereenvoudiging.
Als je systematisch werkt aan beleidsvereenvoudiging zal het niet moeilijk zijn om tientallen miljarden aan bezuinigingen bij de overheid te vinden. En dat gaat zeker niet ten koste van de beleidsdoelstellingen, want die worden juist veel beter bereikt. Voor minder geld beter beleid! En soms moet je gewoon maar stoppen met bepaalde beleidsmaatregelen, als het beleid obsoleet blijkt te zijn; dan hoeft er helemaal geen geld meer aan te worden uitgegeven. Misschien nog wel het meest interessante is, dat de kloof met bedrijven en burgers zo weer kan worden overbrugd, niet alleen om je burgers en bedrijven niet onnodig lastig valt maar ook omdat het beleid er veel rechtvaardiger en consistenter van wordt.
Je hebt voor deze benadering een andere, meer fundamentele aanpak nodig dan de bestaande instrumenten voor de reductie van nalevingskosten, zoals het standaardkostenmodel (meten en reduceren van administratieve lasten van bestaande regelgeving) of regulatory impact assessment (kosten-baten analyse van voorgenomen regelgeving). Wel kunnen bestaande instrumenten behulpzaam zijn bij een fundamentelere aanpak, omdat ze in kaart kunnen brengen wat de nalevingskosten van bestaand en voorgenomen beleid zijn.
Voor een wezenlijke vereenvoudiging van het beleid moet je gaan kijken naar de hele beleidsketen: wat was ook weer het maatschappelijk probleem en is dat nog steeds zo, zijn de beleidsdoelen wel SMART, deugt de beleidstheorie, is de implementatie in orde, sluit de praktijktheorie aan op de beleidstheorie, evalueren we het beleid zo dat we er ook echt wat van leren?
U zult wel denken: dat is weer typisch de benadering van een onderzoeker; onderzoekers willen graag diep graven, maar wat heb je eraan? Inderdaad, onderzoekers willen dieper graven en met een goede reden. Dieper graven is helaas de enige weg naar beleidsvereenvoudiging. Alleen door goed te kijken naar hoe het beleid precies werkt, kun je zorgvuldig snoeien. Vergelijk het maar met een chirurg, die wil eerst precies weten waar het gezwel zit voordat hij begint te snijden. Wie het beleid goed onderzoekt ontdekt vele en soms heel grote gezwellen. Het is de hoogste tijd die gezwellen te gaan bestrijden.
Peter van Hoesel
Mei 2013
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen