Zo’n tien jaar geleden moest ik bij het ministerie van VROM interactieve beleidsvorming introduceren. Het zogenoemde Pegasus programma was gebaseerd op een rapport van een aantal bestuurskundehoogleraren die allemaal vonden dat de wereld alleen nog maar uit netwerken bestond, en dat hiërarchie volledig uit de tijd was. Netwerken – ik noem die stijl van werken nu netwerk governance – gaat over samen problemen oplossen, over goed naar elkaar luisteren, consensusvorming, over informele, horizontale vormen van coördinatie, en vooral over elkaar leren vertrouwen.
Na een tijdje kregen we ruzie met een andere projectleider, die binnen VROM resultaatgericht management moest invoeren. Die stijl van werken was zo uit het bedrijfsleven gekopieerd. Leidinggevenden moesten managementtechnieken leren, hun medewerkers empoweren, de verantwoordelijkheid moest laag komen te liggen, er kwamen prestatiecontracten en de kernkwaliteit was niet vertrouwen maar efficiëntie. Die stijl noem ik nu markt governance.
We kwamen er niet goed uit, maar ineens werd een slapende reus wakker: de hiërarchische manier van sturing was helemaal niet verdwenen, maar bleek springlevend. Zie verder: Artikel Metagovernance