Wat hebben Al Qaida en Internet met elkaar gemeen? En wat hebben beiden gemeen met wortelstelsels? Juist: rizoom!
Het onderscheid met bomen en ?single' wortels is dat het rizoom een willekeurig punt met een ander willekeurig punt verbindt, elk van de lijnen verwijst niet noodzakelijk naar soortgelijke lijnen maar brengt heel verschillende tekenstelsels in het spel en zelfs toestanden zonder tekens". Het is een beeld van eindeloze en onbewuste vertakkingen die almaar groeien.
Dat klinkt allemaal heel moeilijk maar is gemakkelijk te verduidelijken. Laten we eerst eens even naar de historie kijken.
Het begon allemaal met Gilles Deleuze.
De Franse filosoof Gilles Deleuze gebruikt dit concept om een nieuwe manier van denken en een nieuwe manier van samenwerken aan te duiden[i].
Als kind van de jaren zestig verafschuwde Deleuze iedere vorm totalitarisme. De menselijke geest en het lichaam mogen op geen enkele manier geterroriseerd worden door welke formele systemen dan ook. Deleuze pleitte in zijn denken voor open systemen die permanent in beweging zijn. Iedere vorm van indoctrinatie, controle of verstomming door het clich? moet worden voorkomen.
Lineaire processen met een definitieve en pure waarheid in het vooruitzicht moeten worden vermeden, ze leiden immers allemaal naar totalitarisme. Deleuze en zijn collega Felix Guattari zetten tegenover dit alles het idee van het rizoom.[1]
Rizoom-denken toegepast op een organisatie betekent dat niet alleen de punten (lees: individuen die een functie uitoefenen) maar vooral de lijnen tussen die punten van belang zijn.
In tegenstelling tot een statische harkjesorganisatie-structuur die zich definieert door stelsels van punten en posities, bestaat een rizoom als andere uiterste slechts uit lijnen (relaties) als dimensies".
Terwijl het in het 'klassieke' organisatiedenken dus gaat over formaties die als statische spiegels vooropgestelde idee?n representeren, is bij het rizoomdenken de centrale aandacht gericht op zelforganiserende activiteiten die zich op bepaalde, al dan niet virtuele plekken, kunnen afspelen. Daarbij ontstaan talloze nieuwe activiteiten uit talloze nieuwe verbindingen. We krijgen dus een open en daardoor voortdurend instabiel systeem door de al maar nieuwe relaties.
Door zijn open karakter en meer diffuse relatie tot de omgeving is zo'n rizoom-organisatie ook nooit echt stabiel in de traditionele zin van het woord. Er blijft een constante stroom van ?nieuwe' informatie door het netwerk lopen.[2] . Het rizoom stelt iedereen in de ?organisatie' in verbinding met elkaar ?n tevens met alle mensen buiten de organisatie. Organisatiegrenzen worden diffuser.
Door deze nieuwe relaties vervagen de rollen van medewerkers en klanten totdat deze gelijk zijn geworden, waardoor de klant en de organisatie meer ?een' worden.[3]
Een organisatie die is ge-evolueerd naar een rizoomgemeenschap kenmerkt zich daarom door een focus op relaties en samenwerking, een open netwerkdemocratie en het vermogen van mensen zichzelf te managen.[4]
Er is sprake van actieve participatie, een constant wordingsproces zonder enige vorm van disciplinering. Of in de woorden van de Sloveense cultuurcriticus Slavoj Zizek: "… the aim of Deleuze is to liberate the immanent force of Becoming from its self-enslavement to the order of Being".[5]
…..en wat betekent dat allemaal voor mij als individu?
Sinds ik in een lezing voor het eerst met deze nieuwe manier van denken werd geconfronteerd ?n er vooral door werd ge?nspireerd, gaan er letterlijk werelden voor me open. Of die wereld nu Afrika is of "gewoon" de Nederlandse overheid, dat maakt geen verschil.
Sindsdien benader ik de wereld als ??n groot stelsel in verbinding. Waarin hi?rarchie minder relevant is en structuren slechts bedenksels. Ik ervaar dat je, door zo naar de wereld te kijken, de verbinding aangaat zonder drempels of andere beren op de weg.
Zo ben ik begonnen me als leek in de reiswereld (samen met mijn Afrikaanse echtgenoot, die w?l de nodige ervaring heeft) een weg te zoeken ?n zoeken anderen de verbinding met ons.
Op een heel spontane manier: zullen we eens kijken of we iets aan elkaar kunnen hebben? Iets van elkaar kunnen leren? Elkaar een beetje verder kunnen helpen? Laten we eens beginnen met onze websites te linken. En misschien kunnen we zelfs een combinatiereis aanbieden? Een ander die op je pad komt organiseert evenementen voor bedrijven, geeft schilderworkshops, geeft yogalessen etc. Door de verbinding aan te gaan kom je er achter dat je veel aan elkaar kunt hebben en samen mooie dingen kunt maken. Zo ontstaat een sneeuwbaleffect en wordt de rizoom steeds meer uitgebreid.
Maar ik merk ook dat bij veel mensen de vonk, die ik voelde tijdens die bewuste lezing, absoluut ni?t overslaat. Die dit filosofische gedachtegoed afdoen als soft geleuter waar je in de praktijk van alle dag niets mee kunt. Die vooral barri?res zien en beren op de weg. "Structuur moet er zijn! Iemand moet de knopen doorhakken, dus hi?rarchie is onvermijdelijk!"
Nu moet ik toegeven dat ik niet direct een pasklaar antwoord heb op alle bezwaren (ik ben dan ook heel benieuwd naar reacties…), ik kan alleen aangeven dat het "denken als rizoom" krachtig is en uiteindelijk in mijn visie veel meer oplevert. Je zoekt gelijkgestemden, wat synenergie oplevert, waardoor mooie resultaten kunnen ontstaan. Ieder sluit aan vanuit de eigen authenticiteit en creativiteit; niets moet dus niets remt, daardoor ontstaat ruimte die tot hogere kwaliteit leidt. En dat kan je zelf initi?ren; zowel in de organisatie waarin je werkt als in andere contexten.
Ik heb het gevoel dat de afhakers een breukvlak in de tijd markeren. Een tijd die – als ik dat als organisatiekundige benader – begon in de industri?le revolutie (of vast nog eerder; denk aan slavernij), waarin het mechanisch denken werd verheerlijkt en een wetenschappelijke basis kreeg in het scientific management van Taylor. Een tijd die nu (eindelijk) begint af te brokkelen doordat we gaan inzien dat gelijkheid, autonomie en verbinding in deze tijd veel meer nodig zijn en vruchten afwerpt. Zeker in professionele, kennisintensieve organisaties, waar alle specialisten net zo hard nodig zijn als de "primus inter parus" die de boel co?rdineert en verder brengt.
Maar ook als een antwoord op allerlei maatschappelijke tegenstellingen en vraagstukken als bijvoorbeeld integratie, zou het adagium kunnen zijn: "niet over elkaar, maar met elkaar". Beleidsmakers die m?t allochtone en autochtone buurtbewoners gaan kijken wat beter kan. Niet direct wederzijds de standpunten bepalen en verdedigen. Maar vanuit de verbinding en met een onbevooroordeelde houding het gesprek aangaan. Als je inziet dat je in principe allemaal deel uitmaakt van dat (wortel)stelsel, die buurt, die stad, die wereld, kun je ook losweken van de eigen standpunten, uit de loopgraven stappen en samen gaan onderzoeken: "eens kijken wat we aan elkaar kunnen hebben". Vanuit dat bewustzijn is de kans groot dat er wat moois ontstaat!
Mr. E. Grooteman MA is organisatieadviseur bij het Ministerie van Justitie en mede-eigenaar van reisorganisatie Experience Nubia (www.adifferentegypt.com)