“Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst”. En jeugd heeft zijn eigen perceptie-ontwikkeling op de maatschappij, gebruikt de technologie van tegenwoordig en ontwikkelt daardoor een eigen ‘mindset’ en cultuur.”
Kinderen, vanaf groep 8 en op de middelbare school. leren denken en handelen in participatief democratische processen is afwijkend van de representatieve democratie waarin ouderen zijn grootgebracht. Toch wordt dat steeds belangrijker.
Bij de representatieve democratie kies je bestuurders die het voor jou bepalen. Daarnaast denk je in ‘raden’, zoals de gemeenteraad.
In de participatieve democratie leer je collectief met zijn allen, transparante op kennisgebaseerde beslissingen te nemen.
Dat voor dat laatste meer aandacht komt, is geen toeval. Toenemend complexe samenlevingen hebben toenemend complexe problemen, die verschillen van gecompliceerde problemen.
Gecompliceerde problemen zijn uiteen te rafelen en te structureren in causale diagrammen en schema’s waarna gerichte oplossingen kunnen worden vastgesteld. Indien op gecompliceerde problemen lang wordt gestudeerd, leidt dat tot gecompliceerde, rationele expertkennis en ‘weten hoe het zit’. Met andere woorden weten hoe de gecompliceerde patronen in elkaar zitten. Het is onbetwistbare kennis vanwege de logica die in dergelijke problemen, patronen en oplossingsvormen zit verdisconteerd.
Dat is anders bij complexe problemen. De startcondities zijn te bepalen maar de gevolgen ongewis. Veel sociale problemen kunnen niet worden opgelost en aangepakt met lineaire klassieke manieren van analyseren.
Complex? Één persoon kan het niet meer bevatten
Bij de overgang van gecompliceerd naar complex wordt een grens overschreden die maakt dat niet alleen één persoon een vraagstuk niet meer in zijn eentje kan bevatten, maar ook een organisatie niet meer. De kern van complexe problemen is als volgt samen te vatten:
Kennis:
- Het probleem is veel moeilijker duidelijk te omschrijven. Het kan niet worden losgezien van andere problemen aan aanpalende gebieden.
-
Wat relevante kennis is, is niet precies duidelijk.
-
Er zijn geen eenduidige oplossingsrichtingen.
Stakeholders:
-
Er zijn veel stakeholders.
-
De stakeholders hebben verschillende waarden, normen en denken anders over doelen en in te zetten middelen.
-
Van individuele naar collectieve beslissingssystemen (kennis-onderbouwd).
Als dé bestuurder het niet meer kan overzien, dat wordt het raadzaam om de collectieve intelligentie van een heel systeem (lees: grote groepen mensen) te benutten. De inzichten voortkomend uit die collectieve intelligentie dienen dan wel zodanig te worden gestructureerd dat ze:
1. Tot collectieve afgewogen beslissingen kunnen leiden.
2. De wijze waarop gegevens worden verzameld en omgezet in beslistabellen, of andere vormen die overzicht helpen scheppen, transparant en natrekbaar is.
De drie belangrijkste vragen worden dan:
-
Wie zijn bij het verzamelen van inzichten en beslissen betrokken (inclusie)?
-
Hoe is dat gedaan (participatiekwaliteit)?
-
Wat is de kenniskwaliteit van bepaalde deeloplossingen in de oplossingsconstellaties? Zijn de onderliggende aannames getoetst?
Essentieel is ook de omgevingsrobuustheid (hoe werkt iets uit in de totale omgeving?) en toekomstrobuustheid (werkt het ook op termijn of moeten we weer snel iets met iets anders komen?) in complexer wordende contexten. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt in breedte-validiteit en diepte-validiteit. Breedte-validiteit beantwoordt de vraag of het relevante netwerk, gerelateerd aan het probleem, in al zijn facetten wordt meegenomen én waarbij eenzijdige lobby-dominantie wordt voorkomen. Diepte-validiteit kan worden gezien als te verzamelen aanvullende expertkennis ten behoeve van het uitdiepen van specifiek technische deelaspecten of oplossingsrichtingen.
Terug naar de kinderen
Wat leert ons dit toch enigszins complexe bovenstaande verhaal over de participatieve kinder-kennis-democratie?
-
Breng ze basismethoden van (collectieve) probleem oplossen bij.
-
Leer ze collectieve grootschalige kennisgefundeerde beslissingen nemen. Dus niet het denken in getrapte systemen als ‘leerlingenraden’ of andere klassieke vormen.
-
Gebruik de huidige technologie creatief.
-
Breng ze enkele basisprincipes van collectief te verrichten onderzoek bij.
-
Zorg voor neutrale begeleiders / kennisfacilitatoren bij kinder-groepsbijeenkomsten.
Enkele voorbeelden/gedachten
Een wijkverkenning vanuit kinderperspectief via mentimeter
Stel je wilt een wijk ontwikkelen vanuit de perceptie van kinderen. Nu is er tegenwoordig een systeem dat heet ‘mentimeter waarmee je met een groep razendsnel een vraagstuk kunt verkennen ( https://www.mentimeter.com ). Ga naar een middelbare school (of kinderen in groep 8 van de basisschool) en doe het volgende:
-
Laat ze met hun mobiele telefoon op mentimeter inloggen en de volgende vragen beantwoorden: * Wat is voor jou leuk in deze wijk? * Als daar meer van zou zijn hier in deze wijk, hoe ziet dat dan uit? Dit kan in 10 minuten.
-
Projecteer vervolgens de ‘wordcloud’ (lees: de woorden die het meest worden gebruikt) op een scherm in de hal van binnenkomst. Daarmee wordt een eerste prioritering van verschillende leuke items al zichtbaar.
-
De facilitator begeleidt dan een collectieve discussie gericht op de verdere concretisering vanuit kinderperspectief. Bijvoorbeeld via meetingsphere ( www.meetingsphere.com )
De fotoshoot
-
Maak een wijkinstagramaccount aan. Vraag kinderen foto’s van leuke plekken te posten, bijvoorbeeld op een plek op instagram. Vraag ook naar inspirerende foto’s van andere plekken in de wereld waarvan ze ook iets in de wijk zouden willen terugzien.
-
Ga samen met een groep kinderen de foto’s ordenen.
-
Organiseer een kinderwijk-ontwerp-sessie voor en door kinderen waarbij het collectief verzamelde en geordende materiaal vertrekpunt is.
De collectieve kinder-‘verkennings-en-beslis’-game
Vraag ontwerpers een beslisspel te maken dat toepasbaar is op alle soorten vraagstukken en door grote groepen kinderen gemakkelijk gespeeld kan worden. Vragen die op een eenvoudige manier verwerkt kunnen zitten in de beslisgame:
- Wat is het vraagstuk vanuit verschillende groepen mensen bezien?
-
Hoe ziet het vraagstuk vanuit de perceptie van verschillende mensen eruit?
-
Wat speelt nog meer een rol?
-
Waar vinden we inzichten of best practices’ van positieve bijdragen aan mogelijke (deel)oplossingen?
-
Wat is belangrijk bij het nemen van beslissingen? Nu en kijkend verder in de toekomst Overig (geld, tijd, etc.).
-
Hoe iets te realiseren?
De kinderraadzaal
Kinderen spelen en leren in het heden. Maar zijn zij in staat om na te denken over de toekomst in hun eigen leefomgeving?
Ter voorbereiding van een eenmalige kinderraad, hebben tien kinderraadsleden een tekening gemaakt over hun toekomstbeeld. Deze tekeningen zijn gedigitaliseerd en levensgroot afgebeeld op het projectiescherm in de raadzaal. In een open cirkel hebben de kinderen met enige trots een toelichting gegeven over hun uitvergroot toekomstbeeld. En wie denkt dat het alleen om klein bier gaat, wordt verrast. Kinderen hebben weldegelijk een beeld over toekomstige energievraagstukken of centrumfunctionaliteit. Alleen dan in een taal die iedereen begrijpt.
Kahoot! in de klas
U kent het beeld nog van het drukke baasje met in de ene hand een soort van huistelefoon en de andere een enorme accu? In het huidige digitale landschap is de smartphone een standaard communicatietool geworden voor kinderen vanaf groep 7. Met handige apps kun je elke laagdrempelige vorm van kinderparticipatie organiseren.
Met Kahoot! bijv. wordt de smartphone een eenvoudig stemapparaat, waarbij leerlingen hun kennis kunnen delen of mening kunnen geven in een quiz, discussie of enquête. De uitkomsten daarvan vormen een mooie start voor een verdere verdieping van het onderwerp.
Tot slot
Deze varianten kunnen verder worden aangevuld en ormgegeven met behulp van erkende probleemoplossende methoden die je met een groep kunt doen. Daarmee leer je kinderen ook eenvoudige techniekjes aan waarmee ze, als ze volwassen zijn, zélf problemen kunnen aanpakken. Denk aan bijvoorbeeld de volgende vormen:
Het BOB-model: Beeldvorming – oordeelsvorming – besluitvorming
Beeldvormende vragen zijn: ‘Wat is het probleem (in één zin)? Wat weten we? Klopt alles wat we (denken te) weten? Wat weten we niet? Hebben we die informatie echt nodig om tot een goed besluit te komen? Hoe gaan we deze informatie verzamelen?’
Oordeelsvormende vragen zijn: ‘Wat is ons doel? Waar maken we ons zorgen om? Wat zou onze zorgen verminderen? Aan welke voorwaarden moet het besluit voldoen om acceptabel te zijn? Wat zijn (combinaties van) oplossingsopties?’
Besluitvormende vragen zijn: ‘Gegeven de randvoorwaarden, welke opties zijn optimaal? Wat besluiten we? Wat gaan we doen? Weet iedereen welk besluit genomen is? Is iedereen het met het besluit eens?’ Zie ook: http://www.atim.eu/upload/pdf/BOB-model.pdf
Het wordcafé: borrelpraat met resultaat
Een eenvoudige manier om met grote groepen kinderen informeel een thema te verkennen en er constructieve uitspraken over te doen. Zie: http://www.managementissues.com/index.php/ontwikkelingstools/77-ontwikkelingstools/456-worldcafe-borrelpraat-met-resultaat
De Methode Klinkers: Onderzoekend een vraagstelling oplossen
Dit is een methode die onderzoekkenmerken heeft maar ook goed is uit te leggen aan kinderen. Zie: http://www.klinkershovens.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=2&Itemid=42
Appreciative Inquire: de positivo manier van een probleem aanpakken
Leert kinderen op zoek te gaan naar wat al goed gaat m.b.t. een vraagstelling en hoe daar meer van te maken. Zie: http://www.managementissues.com/index.php/ontwikkelingstools/77-ontwikkelingstools/810-appreciative-inquiry-positieve-organisatie-ontwikkeling
Voor meer informatie kunt u bij een van de auteurs terecht.
Drs. Danny van den Boom, www.groupsupport.com
Dr. Max Herold, www.managementissues.com