Antisolidariteit.

Met de PvdA in de regering zou je zeggen dat het wel goed zit met het solidariteitsniveau van het regeringsbeleid. Een inkomensafhankelijke ziektekostenpremie zat er niet in, maar daarvoor zijn andere min of meer nivellerende fiscale maatregelen in de plaats gekomen. Merkwaardig genoeg wordt daarbij alleen maar gekeken naar box 1 van de loon-/inkomstenbelasting. Alsof de solidariteit alleen daar vandaan moet komen en alsof er niet allerlei andere beleidsmaatregelen bestaan (of juist ontbreken) die momenteel nota bene antisolidair uitpakken, maar die door de regering totaal worden genegeerd.

Zo’n antisolidaire maatregel is bijvoorbeeld de belastingheffing in box 3. De sterkste schouders dragen hier de lichtste lasten en de zwakste schouders de zwaarste. Immers, hoe hoger het feitelijke rendement op je vermogen des te lager is het belastingtarief. Een rendement van 10% of meer op de aandelenbeurzen was vorig jaar makkelijk te behalen. In dat geval betaal je hoogstens 12% belasting op dat rendement. Een spaarrekening met een rente van 2.4% levert een belastingdruk op van 50% op het rendement. Omgekeerde solidariteit dus.

Een ander voorbeeld is de belasting die bedrijven betalen. Hoe groter het bedrijf, des te lager pakt de belastingdruk uit. De kleine MKB’er betaalt het meest en de grote multinational het minst. Via ontwijkingsconstructies kan het zelfs zijn dat grote bedrijven helemaal geen belasting meer betalen, in elk geval niet in de landen waar ze feitelijk hun werk doen. Leuk voor de aandeelhouders van zulke bedrijven, maar natuurlijk volstrekt antisolidair omdat gederfde belastinginkomsten door gewone belastingbetalers moet worden opgehoest.

Derde voorbeeld betreft de overheidssteun aan banken. De kosten daarvan worden verhaald op de belastingbetaler. Aandeelhouders, obligatiehouders, managers en adviseurs van de banken zijn daarbij tot nu toe ontzien. Lichtpuntje is dat in het geval van SNS een andere benadering lijkt te worden gevolgd (we zijn benieuwd wat ervan terecht komt).

Bij Europese steun aan banken kan het zelfs zover komen, dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor het redden van de criminele vermogens van Russen die hun geld in Cyprus hebben gestald. Antisolidairder kan je het niet verzinnen.

Vierde voorbeeld betreft de pensioenen. Gepensioneerden en bijna gepensioneerden leveren fors in ten gerieve van jongeren. De pensioenfondsen realiseren veel hogere rendementen dan de lage rentenorm die zij momenteel moeten toepassen voor het berekenen van hun verplichtingen. Daardoor blijft er geld dat eigenlijk voor de huidige generatie ouderen was bedoeld in kas van de fondsen en dat geld zal te zijner tijd ten goede komen aan jongere generaties. Zodra de ECB-rente niet meer kunstmatig laag wordt gehouden zal blijken dat de dekkingsgraden van de fondsen omhoog schieten (wellicht zelfs zodanig dat werkgevers opnieuw in de verleiding zullen komen om premievakanties te bepleiten). Ondertussen heeft een hele generatie ouderen te weinig pensioen ontvangen.

Vijfde voorbeeld betreft de zorgkosten. Gezonde mensen krijgen premievoordeel als ze hun eigen risico verhogen, zieke mensen worden geconfronteerd met een hoger eigen risico en talloze kosten die niet langer vergoed zullen worden. Dit komt neer op een stukje antisolidariteit van gezonden tegenover zieken.

Tenslotte, een wel heel merkwaardig recent voorbeeld is de Inkomensafhankelijke Bijdrage Zorgverzekeringswet die voor iedereen geldt en door de Belastingdienst wordt geheven. Voor werknemers nemen de werkgevers dit onderdeel van de ziektekostenpremie voor hun rekening. Tot 1 januari 2013 was de werkgeversbijdrage belastbaar voor de IB van de werknemer. Dat vond men broekzak-vestzak en gaf teveel rompslomp (administratieve lasten) voor de werkgevers.

In het kader van de Wet Uniformering Loonbegrippen is besloten om de werkgeversbijdrage niet langer meer te belasten. Om te voorkomen dat dit een oneigenlijk voordeel zou opleveren voor werknemers is het belastingpercentage in de eerste schijf IB voor iedereen verhoogd. Daarmee is de merkwaardige situatie ontstaan dat door het voorkomen van een oneigenlijk belastingvoordeel voor werknemers, alle overige inkomenstrekkers zijn opgezadeld met een oneigenlijk belastingnadeel. Onbedoeld of niet, het is een opvallend stukje antisolidariteit van werknemers tegenover andere burgers.

Alleen al deze zes voorbeelden overziend, kan worden gesteld dat het huidige regeringsbeleid overwegend antisolidair is, maar er zijn nog heel wat meer andere voorbeelden te noemen (zoals te hoge inkomens van publieke mana-gers/bestuurders, onproductieve banen in de publieke sector, overbodige sub-sidieregelingen bv. voor het bedrijfsleven, speculatiewinsten, beleggers met sprinkhaangedrag etc.) die beleidsmatig niet worden aangepakt. 
 
De heersende antisolidariteit heeft tevens als gevolg dat de eenzijdige druk op box 1 om voor de gewenste solidariteit te zorgen erg hoog is opgelopen. Zo begint de hoogste schijf van 52% al bij een jaarinkomen van 56.000 euro (deze toch al lage grens is door deze regering nota bene nog verder verlaagd), terwijl de hoogste schijf in andere Europese landen pas begint bij jaarinkomens in de orde van een paar ton. Maar ook voor lagere inkomensgroepen die het moeten hebben uit inkomen uit arbeid (of voormalige arbeid) valt de belastingdruk inmiddels ontzettend hoog uit.

Het zou goed zijn wanneer de regering tot het besef zou komen, dat er nog veel te verbeteren valt aan het solidariseren van het beleid. Als de PvdA dit allemaal laat zitten zullen ze dat wel merken bij de volgende verkiezing. Maar eigenlijk zou ook de VVD hier wat aan moeten willen doen, want al die antisolidariteit heeft een negatief effect op de economie en zeker op de door de VVD zo geliefde hardwerkende Nederlander.

Peter van Hoesel
Februari 2013

Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag

Via Bol.com

Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van

Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.

Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.

Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.

Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.

In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.

Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.

Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting

2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa

3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting

4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting

5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering

6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?

7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies

8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138

9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd

10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789023241614/
beleidsonderzoek_in_nederland_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Methoden van beleidsonderzoekers
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen