Beroepsdeformatie.

Iedere beroepsbeoefenaar beziet de wereld vooral vanuit zijn of haar beroepsperspectief. Je hebt als beroepsbeoefenaar niet alleen veel contact met vakgenoten, waardoor je veel over je vak praat, maar natuurlijk ook met de klanten of burgers die je bedient. Daardoor bekijk je de wereld anders dan andere mensen.

Zo bestaat de wereld voor een arts vooral uit patiënten, voor een bankier uit geldverdieners, voor een leraar uit leerlingen en hun ouders, voor een winkelier uit consumenten, voor een fabrikant uit afnemers, voor een arbeidsbemiddelaar uit werkzoekenden en werkgevers.

Bij het bedienen van klanten en burgers spelen twee motieven op elkaar in: beroepstrots en het verwerven van inkomen. Gevoed door deze motieven worden de behoeften van klanten/burgers meestal schromelijk overschat. Die klanten en burgers worden ondertussen via diverse kanalen beïnvloed om hun eigen behoefte zo hoog mogelijk in te schatten. Dat leidt tot een enorme overvloed aan onnodige productie, zowel in de private als de publieke sector. Zeker wanneer het om publieke goederen gaat, die schijnbaar niets kosten want de belasting had je toch al betaald, kan daardoor een forse overconsumptie ontstaan. De betreffende beroepsbeoefenaren die in deze overmatige behoeften voorzien remmen de overconsumptie wegens eerdergenoemde motieven niet af, integendeel ze moedigen het nog verder aan.

Het ligt voor de hand dit verschijnsel vooral toe te schrijven aan het economische motief: zoveel mogelijk geld verdienen. Het zou wel eens zo kunnen zijn, dat beroepstrots een net zo belangrijke oorzaak is. Er is niets dat je zozeer onderscheidt van andere mensen als het beroep dat je beoefent. Je ontleent er maatschappelijke status aan en die status wordt hoger naarmate je beroep door leken moeilijker te doorgronden is.

Veel beroepsbeoefenaren gebruiken dan ook technisch jargon om zich te onderscheiden van leken, zoals bijvoorbeeld het geval is bij artsen, juristen, ambtenaren, accountants, ICT-ers, installateurs, consultants. Deels is dat waarschijnlijk wel zinvol of zelfs noodzakelijk, maar deels heeft het alleen maar als doel om indruk te maken.

Praat eens met een actuaris over het pensioensysteem en je komt al gauw onder de indruk van de ingewikkeldheid van zijn vak. Je wordt bijna blij dat er actuarissen zijn die het nog snappen, aan de andere kant ondermijnt het feit dat je het zelf niet snapt eigenlijk ook je vertrouwen in het pensioensysteem. Praat met een fiscaal jurist over belastingconstructies en je wordt bevangen door ontzag voor het ingewikkelde fiscale stelsel. Een ondernemer moet wel in zee met zo’n belastingdeskundige want anders betaalt hij gegarandeerd teveel belasting. Als artsen met elkaar praten in aanwezigheid van patiënten zorgt hun jargon niet alleen voor de nodige afstand maar ook voor een indruk van competentie, wat enerzijds ontzag met zich meebrengt maar anderzijds ook ongerust kan maken.

Beroepsbeoefenaren concurreren met elkaar, dus worden ze voortdurend uitgedaagd om innovaties te bedenken, die nu en dan positief uitpakken voor de klanten maar veelal slechts een nieuwe manier zijn om klanten tot aankopen of behandelingen te bewegen. Er kunnen zelfs wanproducten uit ontstaan, zoals te zien is aan woekerpolissen, afslankmiddelen, verkeerde adviezen van consultants, de UWV-website, de meeste overheidssubsidies, etc.

Bij elke beroepsgroep ontstaat een eigen vakcultuur, die enerzijds nodig is om de kwaliteit van de beroepsbeoefening te borgen, maar die ook kan leiden tot allerlei vormen van beroepsdeformatie. Dit laatste verschijnsel leidt helaas tot forse maatschappelijke onkosten. Denk maar aan onnodige behandelingen in de zorg, nodeloos opgerekte juridische procedures, in wezen alle belastingconstructies, ongebruikte producten die (na verloop van tijd) in de afvalbak verdwijnen, onnodig hoge beheerskosten bij pensioenfondsen, frustrerende bureaucratische procedures bij de overheid, problemen die je worden aangepraat door consultants, de meeste reclame-uitingen, overbodige verpakkingen, allerlei niet werkzame middelen, etc.

De kosten van beroepsdeformatie zijn dan ook gigantisch. Het zou wel eens een derde van het BNP in beslag kunnen nemen, dat zou dan gaan om 200 miljard per jaar. Dat lijkt een ongeloofwaardig hoog bedrag, maar wie even nadenkt over de samenstelling van dat bedrag komt er al gauw achter dat het best eens zou kunnen. Het volgende (bij lange na niet complete) rijtje voorbeelden kan dit illustreren:

  • Terugdringen nalevingskosten bedrijfsleven (10 mrd.); de totale nalevingskosten van bedrijven lopen in de tientallen miljarden, via vereenvoudiging van regelgeving moet hierop minstens een derde te besparen zijn.
  • Terugdringen AWBZ-uitgaven (10 mrd.); de totale kosten van de AWBZ zijn in de afgelopen 11 jaar verdubbeld tot 25 mrd. per jaar door vele nieuwe ingangen te scheppen.
  • Legalisering soft drugs en regulering hard drugs (10 mrd.); zie de column van Rens van Tilburg in de Volkskrant van 14 augustus 2013.
  • Afschaffen subsidies bedrijfsleven (8 mrd.); deze subsidies zijn onnodig omdat het een oneigenlijke lastenverlichting van het grootbedrijf betreft en de subsidies verder geen positief effect sorteren.
  • Terugdringen hoeveelheid weggegooid voedsel (3 mrd.); er wordt voor 4.5 mrd. voedsel jaarlijks weggegooid, dat kan (en moet) voor het grootste deel worden teruggedrongen.
  • Beperken kosten van banken en verzekeraars (12 mrd.); alleen al verlaging van de onnodig hoge hypotheekrente met 1% levert 6 mrd. op, de andere helft kan worden gevonden in het afschaffen van slechte verzekeringsproducten, dure spaarproducten en leningen, en niet in het minst in verdere automatisering.
  • Beperken beheerskosten pensioenfondsen (4 mrd.); dat zou een besparing betekenen van 60% op de beheerskosten, hetgeen kan worden bereikt door kleine fondsen op te laten gaan in grote en door flink te wieden in het aantal (extreem dure) adviseurs/tussenpersonen en (dure) bestuurders/medewerkers van pensioenfondsen.

Het zou mooi zijn als we alle onnodige kosten (geleidelijk) zouden kunnen uitbannen. Dat kost weliswaar banen, maar die kunnen beter worden omgezet in nuttig werk of anders in meer vrije tijd.
In deze tijd van overheidstekorten zou de overheid het goede voorbeeld moeten geven en systematisch op zoek moeten gaan naar overbodige overheidsuitgaven.

De overheid neemt waarschijnlijk de helft van de overbodige productie voor zijn rekening, want de overheid neemt ook de helft van het BNP in beslag. Denk hierbij aan het schrappen van nutteloze subsidies, ingewikkelde procedures, onnodige bureaucratische overhead, overbodige behandelingen in de zorg, slecht werkende beleidsmaatregelen, inefficient werkende publieke voorzieningen. Zo’n aanpak zal tevens voorkomen, dat de burger de zoveelste lastenverwaring voor zijn kiezen krijgt. Sterker nog, de burger kan dan eindelijk weer eens een lastenverlichting tegemoet zien, wat zoals we weten goed zou zijn voor de economie.

Peter van Hoesel
Augustus 2013

Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag

Via Bol.com

Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van

Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.

Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.

Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.

Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.

In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.

Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.

Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting

2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa

3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting

4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting

5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering

6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?

7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies

8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138

9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd

10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789023241614/
beleidsonderzoek_in_nederland_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Methoden van beleidsonderzoekers
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen