Afgelopen nacht had ik een nachtmerrie. Ik droomde dat ik in Iran was. Volle straten met protesterende mensen. Ze stonden in veel rijen, naast en tegenover elkaar, waaronder vier rijen dominant aanwezig. Achter de meeste rijen zag ik de contouren van ayatollahs. Iedereen riep om gerechtigheid. Het was verwarrend. Ik wist niet precies wie wat wilde! Van al die mensen in mijn droom is mij alleen heel vaag wat bijgebleven van de vier groepen. De ene groep wilde afrekenen met degenen die 30 jaar lang aan zelfverrijking gedaan hadden en het oliegeld in hun dure villa`s en auto`s hadden gestopt.
Maar deze groep was niet op zoek naar meer individuele en sociale vrijheid. De islam vonden ze een vaststaand feit en het enig mogelijke rechtvaardige systeem. Alle andere staatsvormen vond deze groep verwerpelijk. Ze waren bereid om tot de laatste druppel bloed te vechten voor de islam. Ze riepen dood aan Amerika, dood aan Israël, dood aan contrarevolutionairen, en groet aan de opperste leider.
De tweede groep wilde afrekenen met degenen die hen beschuldigde van zelfverrijking. Deze groep vond ook dat de islam een vaststaand feit was en dat Iran door een islamitisch systeem geregeerd moest worden. Maar deze groep was bereid andere religies en denkvormen buiten zijn staat te gedogen zolang ze geen bedreiging voor zijn eigen staatsvorm zouden zijn. Deze groep vond dat hij de ware opvolger van imam Khomeini was en het opperste leiderschap zijn absolute recht, wat hem ontnomen zou zijn door de eerste groep. Deze groep wilde Iran uit het isolement halen en was voor een vrije economie en open internationale betrekkingen.
Er was een derde groep die niemand beschuldigde van zelfverrijking en werd er ook niet van beschuldigd. Deze groep stond niet in de rij voor het opperste leiderschap, maar hij was ook zeker niet tegen dat instituut. Deze derde groep beschuldigde de eerste groep van een foutief beleid in de binnen- en buitenlandse politiek. Deze groep wilde meer vrijheid van meningsuiting en meer erkenning voor vrouwenrechten. Maar dit allemaal binnen het kader van de islam en het opperste leiderschap. Wat het buitenlandse beleid betreft stond deze derde groep aan de kant van de tweede groep.
Achter deze drie groepen zag ik ayatollahs staan. De vierde rij, bestaand uit voornamelijk jonge vrouwen en mannen, had geen leider, had geen absolute waarheid met een boodschap voor de hele wereld, geen georganiseerde beweging, geen ambities voor het toe-eigenen van de macht. Deze groep wilde uitsluitend individuele vrijheden en erkenning als fatsoenlijke burger. Deze groep bepleitte het respect voor en de acceptatie van alle religies en opvattingen in een vrij land waar de rechten van de mens gerespecteerd zouden worden en waar vrouwen met of zonder hoofddoek in het openbaar zouden mogen verschijnen.
Maar deze groep dacht dat zijn stem nooit gehoord zou worden als hij zich niet aan zou sluiten bij een groep die ayatollahs achter zich had. Ik zag in mijn droom dat deze laatste groep langzaam en voorzichtig onder de vlag van de derde groep ging staan en dezelfde leuzen riep als hij. Alle groepen riepen uiteindelijk door elkaar en hoe harder ze riepen hoe moeilijker ik ze kon verstaan. De stemmen werden vager en vager en de rijen liepen in elkaar over.
Opeens zag ik dat de vierde groep omringd werd door de eerste. De kring rond deze groep werd dichter en dichter. De menigte begon tegen deze jonge mannen en vrouwen aan te duwen, ze werden tegen elkaar aangeperst . Ik zag mannen en vrouwen die naar hun keel grepen. Een aantal dat zich van de klauwen van de menigte wist te bevrijden zocht rennend een vluchtweg. Ik volgde dat beperkte aantal en zag ze wegrennen voor hun leven terwijl ze om hulp riepen. Alle deuren waren dicht en niemand durfde ze binnen te laten. Ik riep dat ze mij moesten volgen. Ik kende een veilige plek voor hen.
Ze volgden mij, het was een lange weg met veel obstakels. Eindelijk waren we er. Ik wees naar een poort en riep blij, daar is het. Wij kwamen er aan en stonden voor een dichte poort. Boven de poort stond:
“De Europese Unie, verboden toegang voor mensen uit de moslimlanden”.
Ik zocht in mijn tas naar mijn paspoort en vond er twee. Een Iraanse en een Nederlandse. Ik gooide mijn Iraanse weg en ging door de poort met mijn Nederlandse, terwijl ik met pijn in mijn hart zwaaide naar de mensen die uitgeput om hulp riepen achter de poort. Ik had gekozen voor de Nederlandse nationaliteit.
Zwetend werd ik wakker naast mijn Nederlandse man met maar één nationaliteit en één identiteit die elkaar nooit in de weg staan. Een gelukkige man die nooit hoeft te kiezen tussen twee nationaliteiten. Hij streelde liefdevol over mijn hoofd en probeerde mij te kalmeren. In de kamer naast ons lag onze lieve dochter van 10 die nog niet voor deze keuze hoeft te staan. Zij heeft namelijk alleen de Iraanse nationaliteit met de Nederlandse identiteit.
Ferdows Kazemi