Je kunt aan veel zaken verslaafd zijn: drugs, roken, alcohol, gokken, computerspelletjes, internet en, niet te vergeten, aan geld. Geldverslaving zien we bijvoorbeeld bij bankiers, beleggers, graaiende bestuurders en overbetaalde sporters. Dat is vervelend voor al degenen die voor dat geld moeten opdraaien. De ernstigste geldverslaving is te vinden bij de overheid, waarbij het gaat om een collectieve verslaving van het gehele overheidssysteem. En dat is minstens zo vervelend voor al degenen die dat geld moeten opbrengen.
Geldverslaving, uitgaven en bezuinigingen
De totale uitgaven van de overheid dalen eigenlijk nooit, wel stijgen ze door bezuinigingen wat minder hard dan eerder was gepland. Gebruikelijke argumenten om niet teveel te bezuinigen liggen voor het oprapen, we kunnen ze dagelijks via alle media vinden. Bezuinigen bij de overheid betekent in veel gevallen niet eens dat er wordt gesneden in de uitgaven maar dat simpelweg de lasten voor burgers worden verhoogd.
In het bedrijfsleven gaat bezuinigen wel anders. Als een bedrijf te maken heeft met tegenvallende inkomsten wordt er vrijwel meteen ingegrepen in de uitgaven om ervoor te zorgen dat het bedrijf winstgevend blijft. Daarbij ontkomen bedrijven veelal niet aan inkrimping.
Niet teveel bezuinigen bij de overheid lijkt wel verstandig, maar daarbij wordt helaas over het hoofd gezien dat de overheid verslaafd is aan het uitgeven van geld. Dat geld kan bovendien zonder noemenswaardige tegenstand bij de bevolking worden weggehaald, dus daarmee wordt de verslaving makkelijk in stand gehouden.
Een drugsverslaafde moet zijn toevlucht zoeken tot liegen en bedriegen om aan drugs te komen. De overheid doet ook zoiets, alleen mag de overheid dat gewoon doen en worden de (niet al te sterke) protesten gewoon genegeerd of weggepraat met het soort argumenten dat drugsverslaafden ook gebruiken (ik ga mijn leven beteren, maar nu kan ik nog even niet zonder).
Vervelend is bovendien dat de overheid makkelijk geld kan lenen, waardoor ook nog eens een wissel op de toekomst wordt getrokken, in de (verkeerde) veronderstelling dat toekomstige economische groei het wel weer goedmaakt.
De geldverslaving van de overheid houdt ondertussen ook in dat allerlei onnodige uitgaven overeind blijven. Een verslaving heeft namelijk als vervelende bijwerking dat het realiteitsbesef wordt ondergraven. In roes van de verslaving worden de nadelige effecten dan ook nauwelijks opgemerkt.
Waar komt die verslaving van de overheid eigenlijk vandaan?
Allerlei mensen die werken voor de overheid beseffen maar al te goed dat echt snijden in de uitgaven niet goed is voor hun eigen inkomen. Zij zullen dan ook van alles uit de kast halen om zo min mogelijk te bezuinigen en in elk geval zo pijnloos mogelijk voor henzelf. Een effectieve strategie is dan (onder meer) om de regelgeving verder te compliceren waardoor er meer werk komt voor de betreffende uitvoerders (dit is tevens een belangrijke verklaring voor het ontstaan van onnodige bureaucratie). Het is een strategie die vergelijkbaar is met de manier waarop drugsverslaafden hun omgeving op allerlei manieren misleiden.
Op die manier ontstaat er ook nog een nevenverslaving, namelijk een verslaving aan bureaucratische regels. Ook druggebruikers ontwikkelen veelal nevenverslavingen.
Bij gemeenten vindt men het heel normaal om elk jaar tenminste de inflatiecorrectie door te berekenen in de diverse tarieven, terwijl burgers er in koopkracht op achteruit gaan. Als zich zware tegenvallers voordoen, verhoogt men de lasten van burgers en bezuinigt men vooral op out of pocket kosten.
Het rijk dempt zijn tekorten met goedkope leningen en rekent zich daarbij rijk met optimistische groeicijfers. Let wel, ook kamerleden maken onderdeel uit van dit systeem, de meeste kamerleden staan zelfs vooraan bij het tegengaan van echte bezuinigingen.
Bedrijven die voor de overheid werken zien liever ook geen bezuinigingen bij de overheid. Aangezien dit vooral de grotere bedrijven betreft, waarvan bekend is dat die weinig belasting betalen, hoeven ze zich over de tekorten bij de overheid niet druk te maken en dat doen ze dan ook niet.
Wie betaalt het gelag?
Het gelag wordt dus betaald door burgers en kleine bedrijven, maar die kunnen weinig vuisten maken.
Burgers kunnen proberen via hun stemgedrag de politiek te beinvloeden, maar zij vergeten daarbij dat de politici waarop ze stemmen juist verslaafd zijn aan overheidsuitgaven. Daarbij komt dat burgers die voor de overheid werken vooral stemmen op partijen die veel overheidsgeld willen uitgeven, dus dat maakt de vuist van burgers nog zwakker.
Het MKB kent wel een eigen belangenvereniging maar die wordt overheerst door de belangenvereniging van het grootbedrijf. En het grootbedrijf is zeker zo verslaafd aan overheidsuitgaven als de overheid zelf.
Een revolutie zal in dit land niet gauw uitbreken. De enige hoop die je kunt koesteren is dat er vroeg of laat een partij opstaat met een verkiezingsprogramma dat gaat werken als een afkicktherapie voor de verslaafde overheid en dat de tot wanhoop gedreven burgers daar massaal op gaan stemmen.
Peter van Hoesel
Juli 2103
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen