Meer weten?
Lokale democratie in de steigers
Auteurs: Hans Kennepohl & Eric de Kluis (red.)
Leusden: ISVW Uitgevers, 2016
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789492538048/lokale-democratie-in-de-steigers-?affiliate=1910
De gemeenteraadsverkiezingen komen er aan. Hoewel 21 maart 2018 nog ver weg lijkt zijn lokale partijen zich al volop aan het voorbereiden. Lastig, want lokale democratie leeft niet echt. Opkomstpercentages zijn vaak laag en landelijke trends meestal bepalend. Tegelijk zien we dat de rijksoverheid meer bij gemeenten neerlegt. De decentralisaties in de zorg maken dat gemeenten tot achter de voordeur van hun inwoners betrokken zijn. De vraag is hoe gemeenten hun rol de komende decennia beter kunnen pakken. Het opnieuw vormgeven van de verhoudingen tussen landelijke regelgeving en gemeentelijke verantwoordelijkheden is daarbij een succesbepalende factor. Deze probleemstelling was reden voor het Nederlands Gesprek Centrum en Binnenlands Bestuur om een groep deskundigen bij elkaar te roepen. Dit boekje vormt de weerslag van de discussie en geeft kernachtig een aantal thema’s weer die de lezer gelijk in het hart van de discussie plaatsen.
Peter van Lieshout, hoogleraar theorie van de zorg aan de Universiteit van Utrecht, stelt dat het binnenlands bestuur beter af is bij verdere decentralisatie. Hij adviseert gemeenten geheel verantwoordelijk te maken voor het sociaal domein en ze een grotere vinger in de pap te geven op economisch terrein. Er is in Nederland nooit helder gekozen welke maatschappelijke functie op welk bestuurlijk niveau werd belegd. Het zou goed zijn als er een samenhangend systeem komt waarin taken helder verdeeld zijn. Van Lieshout voorziet dat deze ontwikkeling gepaard gaat met een vergroting van de schaal tot regionaal niveau. Het zal ook de opstap zijn naar verruiming van de belastingheffing op lokaal niveau. Tevens verwacht hij dat ook het economisch beleid meer gedecentraliseerd zal worden. Wie immers werkgelegenheid wil scheppen, wil daar ook sociale doelstellingen mee bereiken.
Maarten Allers, hoogleraar economie van decentrale overheden aan de Rijksuniversiteit Groningen, vindt dat de bestuurlijke omgeving van gemeenten de laatste jaren sterk is veranderd. De manier waarop gemeenten worden bekostigd loopt daarbij achter. Het is tijd om keuzes te maken. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende taken die gemeenten uitvoeren. Is er beleidsvrijheid of is er sprake van uitvoering van rijksbeleid? Beleidsvrijheid bij producten die landelijk hetzelfde moeten zijn – zoals paspoorten – is er niet. Ook uit solidariteitsoogpunt kan uniformiteit wenselijk zijn, bijvoorbeeld als het gaat om sociale uitkeringen. Is uniformiteit niet nodig, dan ligt decentralisatie veel meer voor de hand. Te denken valt aan wegenonderhoud of sport. Bij deze laatste voorzieningen kan de eigen gemeentelijke belasting een veel grotere rol gaan spelen.
Marcel Boogers, bijzonder hoogleraar innovatie en regionaal bestuur aan de Universiteit Twente, beschrijft hoe de regio zich kan ontwikkelen tot een regionaal bestuur dat democratischer en slagvaardiger is. Volgens Boogers komt regionaal bestuur via samenwerkingsverbanden moeizaam van de grond. Het ontbreekt vaak aan een gedeelde visie op regionale vraagstukken. Ook een gebrek aan vertrouwen in partnergemeenten en de vrees dat lokale belangen gevaar lopen spelen een rol. Nu steeds meer gemeentelijke taken worden behartigd door regionale samenwerkingsverbanden, wordt de vraag naar democratische legitimiteit van regionaal bestuur steeds urgenter. Boogers wil een drastische democratisering van de regio. Momenteel wordt er veel te veel vanuit lokaal perspectief naar regionale belangen gekeken en weinig vanuit het regionaal perspectief. Hij wil dan ook dat de regio zich ontwikkelt tot een politieke gemeenschap waarin regionale belangen naar voren kunnen worden gebracht en tegen elkaar kunnen worden afgewogen.
Alexander Rinnooy Kan, hoogleraar economie en bedrijfskunde aan de Universiteit van Amsterdam, becommentarieert de essays van de collega’s en concludeert dat de lokale democratie toe is aan een wezenlijke wijziging en een fundamentele herbezinning. Hij komt tot de conclusie dat met het toenemen van gemeentelijke taken opschaling voor de hand ligt. Nadeel daarvan is echter dat hierdoor de afstand tot de burgers weer toeneemt. Rinnooy Kan ziet als opgave voor verruiming van het lokaal belastinggebied dat het verschil tussen rijke en arme gemeenten wordt meegenomen. Experimenten met regionale vormen van democratie juicht Rinnooy Kan zeker toe. Dat kan op verschillende manieren: door te delegeren naar regio’s, vormen van directe democratie of ruimte te creëren via adviesraden.
Deze essaybundel geeft beknopt een aantal belangrijke issues in de lokale democratie weer. Discussies die de komende jaren steeds nadrukkelijker gevoerd zullen worden en ook tot oplossingen moeten komen om de lokale democratie ruimte te geven zich verder te ontwikkelen.
Bert van Ravenhorst,
December 2017