Meningsverschillen.

Of het nu gaat over vluchtelingen, inkomensverschillen, milieuproblemen of gezondheidszorg, er blijken steeds weer grote meningsverschillen te bestaan over maatschappelijke onderwerpen. En die meningsverschillen zitten mogelijke oplossingen voor dergelijke problemen ernstig in de weg, omdat het leidt tot patstellingen of (als een bepaalde mening de overhand krijgt) tot eenzijdige oplossingen die nogal eens slecht uitpakken.

Mensen met een mening willen graag gelijk krijgen en liefst voor 100%. Maar dat doet geen recht aan de meningen van anderen. Er zijn nu en dan wel meningen te vinden die helemaal nergens op slaan, maar dat zijn uitzonderingen. Bijna altijd zitten er goede redenen en motieven achter een mening, dus dat moet je niet willen negeren.

Goede oplossingen voor maatschappelijke problemen komen juist tot stand door serieus rekening te houden met uiteenlopende meningen. Zulke oplossingen zijn op het eerste gezicht lastig te bedenken, maar leveren uiteindelijk een stabielere situatie op. Een paar voorbeelden kunnen dit verduidelijken.

Het vluchtelingenprobleem verdeelt de bevolking grofweg in drie groepen: een groep die iedereen terug wil sturen, een groep die iedereen welkom wil heten en een groep die streng wil selecteren.
Voor de eerste groep is de enige oplossing om de grenzen te sluiten en iedereen die desondanks binnenkomt terug te sturen.
Voor de tweede groep is de beste oplossing om de reis van vluchtelingen naar Europa te faciliteren zodat mensensmokkelaars worden uitgeschakeld. Voor de derde groep lijkt de beste oplossing om meldposten bij de toegangspoorten van Europa in te richten.

Elk van deze groepen zou geholpen zijn als de aanleidingen waarom mensen vluchten zouden worden weggenomen. Daarbij gaat het om zaken als: snel regelen van voldoende geld voor opvang in de regio, stimuleren van de regionale economie, investeren in diplomatieke oplossingen voor diverse regionale conflicten, normale migratie (zoals binnen de EU al bestaat) juist wel mogelijk maken, onderwijs faciliteren. Dit zal het korte termijn probleem niet snel oplossen, maar uiteindelijk wel tot een beheersing van het probleem leiden.

Linkse partijen willen verdere verkleining van inkomensverschillen en rechtse partijen vinden dat de nivellering van inkomens is doorgeschoten en dat verdere nivellering de economie beschadigt. Hoe dan ook, de sociale ongelijkheid is (ook in Nederland) groot en een grote groep mensen krijgt weinig kansen om uit de armoede weg te komen.

Een oplossing die grotendeels recht doet aan beide standpunten zou zijn om een (ruimhartig) algemeen basisinkomen in te voeren. Daarmee wordt niet alleen armoede bestreden, maar worden de kansen op zinvolle deelname aan de samenleving voor iedereen vergroot en last but not least krijgt de economie hiermee een forse extra impuls.

Milieu-activisten pleiten voor radicale oplossingen om het milieu te redden, grote bedrijven schuiven zulke oplossingen graag op de lange baan, gewone burgers worden voor moeilijke en soms onbegrijpelijke dilemma’s gesteld. Merkwaardig genoeg zijn veel milieuregels gericht op het achteraf beperken van milieuschade in plaats van het voorkomen van deze schade.

De beste milieuoplossingen (voor alle betrokkenen) kunnen worden gevonden aan het begin van de economische keten, waarin keuzes worden gemaakt voor het gebruik van grondstoffen, voor de inrichting van productieprocessen en voor de eigenschappen van producten.

Volgens sommige partijen staat marktwerking haaks op een goede gezondheidszorg, volgens andere partijen zou meer marktwerking de steeds verder groeiende kosten van de gezondheidszorg kunnen beteugelen. De tweedeling markt-overheid zit hierbij nogal in de weg.

Een derde categorie, die noch tot de marktsector noch tot de overheid behoort en die je bijvoorbeeld zou kunnen aanduiden met ‘publieke coöperatie’ zou een mooie oplossing kunnen bieden voor beide kampen.

Het is eigenlijk merkwaardig dat de politici nauwelijks in staat blijken om met zulk soort oplossingen te komen. Misschien ligt het aan hun neiging om altijd de politieke tegenstanders te willen verslaan, misschien zijn ze verstrikt in netwerken van belanghebbenden, misschien zijn ze onvoldoende creatief in het bedenken van dit soort oplossingen.

Waarschijnlijk is het een combinatie van deze oorzaken (en wellicht nog andere) die hun steeds weer suboptimale keuzen kan verklaren. Hoe dan ook, het zou goed zijn als politieke partijen meer zouden samenwerken om tot dit soort oplossingen te komen in plaats van elkaar zodanig in de haren te zitten dat de burger wordt opgezadeld met veel te veel matig tot slecht beleid.

Goede oplossingen voor maatschappelijke problemen krijgen weinig kans in de korte tijdspanne waarin een regeerakkoord in elkaar moet worden gezet. Daarom zou het goed zijn als politieke partijen ruim voor de verkiezingen zouden werken aan een gezamenlijk programma dat op alle belangrijke gebieden hoogwaardige oplossingen aanbiedt en dit programma vervolgens tot inzet zouden maken van de verkiezingen.

Peter van Hoesel
November 2015