Eind maart was collega Ursula Rozemeijer overvallen bij haar voordeur en werd haar laptop (waarde 1300 euro met veel data) ontvreemd. Ze was net het hofje binnengekomen, haar sleutel in de voordeur gestoken toen het gebeurde. De twee daders renden natuurlijk hard weg en wellicht is er niets meer gebeurd dan alleen de diefstal door Ursula’s geschreeuw en de buren die het gezien hebben. Een getuige had gemeld dat hij het gezien had dat ze haar hadden gevolgd. De politie was er met een kwartier en de volgende dag heeft zij aangifte gedaan.
Inmiddels had ik een nieuwe laptop aangeschaft en de zaken liepen verder normaal.
Op woensdag j.l. werd er naar de zaak gebeld of wij een laptop misten want een man uit Breda had een laptop via Marktplaza gekocht en vond er allemaal bedrijfsgegevens op. Ursula belde het gsm nummer en ja wij wilden de laptop graag terug vanwege die gegevens. Hij had hem voor 350 euro gekocht zei die. Dat wilde wij er ook wel voor geven. Hoe konden we dat doen?
Ik moest de volgende dag naar Dordrecht voor een sales call en kon daarvoor wel even de laptop ophalen als hij ook in Dordrecht kon zijn. We spraken om 11.30 op het station af en ik zou de 350 euro betalen.
Ursula belde nog even naar de Politie of er nog wat gedaan kon worden om de overvallers te pakken. Er werd in eerste instantie lauw gereageerd. Ik spotte nog dat we de Amsterdamse politie niet moesten lastig vallen voor een laptopje.
Ik haalde 350 euro uit de muur en ging naar een (andere) afspraak. Onderweg belde Ursula dat de Politie terug gebeld had en of ik wilde meewerken om de persoon aan te houden. Even daarna werd ik inderdaad gebeld dat ik gebeld zou worden door de Politie in Dordrecht en die zou verdere instructies geven.
De rechercheur die mij belde vroeg of ik rond 11.00 uur langs kon komen zodat we voor konden bespreken hoe we het zouden aanpakken.
Zodoende kwam ik om 11.00 uur op het bureau op de Groene Markt aan, na te zijn weggejaagd door parkeerwachters die het niet goed vonden dat ik voor de deur zou parkeren.
Eenmaal binnen werd ik met de nodige egards ontvangen door een oudere ge?niformeerde politieman en werd ge?ntroduceerd aan een lid van het team dat de arrestatie zou verrichten.
“Ah, u bent dhr. Benno Pieters van de laptop?”
“Inderdaad.”
“Hoe is het gebeurd?”
Ik vertelde het verhaal van de overval en het telefoontje van gisteren.
Men verontschuldigde zich dat ik door de parkeerwachters was weggejaagd; dat overkwam hun ook telkens.
Ze schetsten de situatie bij het station voor me en we spraken af hoe ik contact zou leggen en hoe de val opgezet kon worden.
“Laat ze gewoon de laptop geven, doe de deal, jij loopt weg en dan nemen wij het over. Je moet wel de deal doen.”
Ik gaf de details van mijn auto en reed vervolgens naar het station dat op 3 minuten rijden afstand ligt. Ik kreeg een speciaal gsm nummer om te bellen om zodoende in contact te blijven gedurende de operatie. Helaas moest de laptop in beslag genomen worden en het geld ook totdat de Officier van Justitie het vrij gaf.
“Wat als hij oprecht is?”
“Dat zullen we gauw genoeg merken. Het blijft heling.”
11.20 uur zette ik de auto voor de ingang. Er was nog 1 parkeer plek over. Tot mijn frustratie werkte die niet en ik had al visioenen van een geslaagde actie maar dat mijn auto weggesleept zou worden. Dan maar even in de auto bellen naar het gsm nummer van mijn contact persoon. Er werd opgenomen door een dame. Die zei dat ze ook mee zou komen.
“Hoe ver zijn jullie? Ik ben er bijna en ik ga naar het stationsrestaurant.”
“Wij staan op het punt weg te gaan; we zijn er zo”.
“Hoe herken ik jullie?”
“We bellen wel als we het restaurant binnenkomen, dan merken we het snel genoeg. Maar hij heeft een pet en een zwart jasje.”
“Ik heb een gestreept jasje”.
Vervolgens belde ik de leider van het team.
“Ze komen met zijn twee?n. Ze bellen zodra ze het restaurant betreden dus als je een stel ziet dat begint de bellen zodra ze binnenwandelen dan weet je dat die de juiste mensen zijn. Ik ga nu naar binnen.”
Ik zette mijn auto op een inmiddels vrijgekomen parkeerplek. Er zat nog geld in de meter. Ik deed er wat bij.
Ik nam plaats links achter in het restaurant met mijn rug tegen de muur. Links een raam met zicht op de straat, halverwege de linkermuur was de hoofdingang, er recht tegen over de ingang vanaf het perron. Recht tegen over me, voor mij achterin, was de bar met 2 personeelsleden. Het was half vol. De Politie had me gezegd dat er vier man mee zouden doen en die zouden verborgen opgesteld zijn. Ik keek rond en beelde me in wie dat zouden kunnen zijn. (Achteraf zat ik ernaast; ik weet nu wat de standaard outfit is van een politieman in burger). Ik bestelde een grote kop koffie en pakte de Metro om de tijd te doden. De kelner maakte mijn tafel schoon en zette een grote bak neer. Ik rekende meteen af om daar niet mee te knoeien later.
11.30 uur. De politie aan de lijn. “Zit u achter het raam achterin de restauratie? “
“Ja, inderdaad.”
“Ja, dan zie ik je zitten. Ik ben aan de overkant van de straat. Wij zijn in positie. Wij kunnen de transactie zien gebeuren.”
11.35 uur. Mijn mobiel ging weer af. Een mannenstem.
“We zijn onderweg, maar ongeveer 15 minuten te laat”
“Zijn jullie met de trein?”
“Nee, met de auto”.
“Okay ik zie je zo.”
Ik riep het GSM nummer van de politie in mijn scherm.
“Ze zijn 15 minuten verlaat, ze komen met de auto en niet met de trein.”
“Okay, ik geef het door”.
Alle leden van het team hebben zo’n draadje naar hun oor en staan continu met elkaar in verbinding.
Ik las wat over flirten in de Metro en volgens onderzoek doet iedereen het maar slechts 10 % deed er echt iets mee. Ik bladerde verder naar de film sectie en de sport.
11.47 De telefoon ging af.
Ze kwamen binnen lopen al bellend en ik stak mijn hand op. We schudden elkaar de hand. Ze gingen zitten en hij keek nogal om zich heen. Ik deed net alsof ik het niet merkte.
“Komen jullie nu uit Breda?”
“Ja, inderdaad.”
“Dan hebben jullie het snel gedaan.”
“Het is niet zover.”
“Inderdaad, dat klopt wel.”
“Ik ben zo blij dat jullie de laptop bij je hebben. Al die data is voor ons belangrijk.”
Zij: “Ja dat dachten we ook.”
Ze vroegen naar hoe de diefstal had plaatsgevonden. Ik vertelde het verhaal.
Ze hadden een plastic tas bij zich.
“Zit de laptop daarin?”
“Ja inderdaad.”
Hij haalde het eruit.
“Ik wil even zien of dit de juiste is. Mag ik hem aan zetten.”
“Maar natuurlijk.”
Ik zette het aan en terwijl het opstartte vertelde dat hij dat hij het naar voor Ursula vond.
“Ja ik ben blij dat we de laptop terug hebben want het scheelt ons een boel werk met al die gegevens.”
“Ja, ik wil helpen bij het pakken van de dieven. Ik wordt nog regelmatig gebeld op een andere mobiel en als ze weer bellen dan zal ik het nummer doorgeven. “
“Goed, dan geef ik het ook weer door.”
Hij zei: “Ik had hem bijna verkocht in Duitsland, ik had er een koper voor.”
“Ik ben blij dat je dat niet gedaan hebt.”
“Er is toch aangifte gedaan bij de politie?” vroeg zij.
“Ja, we hebben een volledige aangifte gedaan en ook bij Dell is bekend dat de laptop gestolen is.”
Hij: “Ik wil geen trammelant met de politie. Daarom werken we mee.”
De machine toonde inmiddels een desktop. Het zag er anders uit dan hoe ik de machines normaal configureer.
Zij: “Ik heb hem al gebruikt en er wat bestanden afgehaald.”
“Nee toch! Dan is die waardeloos!”
Hij: “Nee, alles zit goed, het staat allemaal op schijf D:”
Ik zocht verder en kwam namen van werknemers tegen en die van onze klanten.
“Ja, deze is van ons en ik zie onze data. Dit is hem. Is de adapter erbij?”
Hij haalde een andere plastic tas uit de tas en daar zat het in.
“Mag ik die plastic tas?”
“Ja je mag ze allebei.”
Ik pakte het geld uit mijn portemonaie en telde het opzichtig uit. 7 briefjes van 50.
“Willen jullie het natellen?”
“Nee dat hoeft niet.”
Hij gaf het geld aan haar en mompelde iets dat zij het moest bewaren voor een persoon of gebeurtenis. Zij keek een beetje vreemd.
Ik pakte de laptop, deed het in de tas, gaf ze een hand en bedankte ze en wilde naar de deur lopen.
11.59 uur. Er stormde vier mensen naar binnen.
“POLITIE!! ZITTEN!! Alles op tafel, mobiel en alle persoonlijke bezittingen!!!”
Ik zag haar gezicht en ze keek geschrokken en schuldig naar de tafel. Het restaurant was direct in rep en roer. Ik liep verder en de laatste man zei: “Loop maar door”.
Ik liep rustig naar buiten en naar mijn auto, ver genoeg van de crime sc?ne om er niet meer bij betrokken te zijn.
Ik ging in mijn auto zitten en keek terug naar de ingang.
Binnen een minuut kwamen ze er geboeid uit en werden in een onopvallende surveillance wagen afgevoerd. Het team bestond uit 3 mannen en een vrouw. Een van de agenten was een beer van een vent, zeker meer dan 2 meter. Zij was ook groot maar naast hem zag ze er normaal uit. Ik wachte rustig in de auto.
Ik zag de hoofdman met een collega naar buiten lopen.
Ik klom uit de auto en wachte tot dat ze me zagen en naar mij toe kwamen.
Hij had een Big Smile op zijn gezicht: “Zo, dat ging goed zeg!!”
Hij vroeg naar hoe het binnen ging. Ik vertelde wat er gezegd werd.
Ik moest nog mee naar het bureau om een verklaring af te leggen.
“Mag ik een lift? Ze zijn in mijn auto afgevoerd.”
We reden in mijn auto naar een ander politiebureau.
“Is dit zo’n superzuinige auto?”
De motor sloeg automatisch af bij het stoplicht. Het was doodstil. Ik legde hem de snufjes uit.
“Je moet wel je riem vastdoen, anders blijft die piepen en ik betaal de bekeuring niet.”
De agent vroeg: “Was je nog bang of zo?”
“Nee, ik was alleen bezorgd dat ze niet zouden komen opdagen en dat was het hele circus voor niets geweest.”
De verklaring moest toch maar in Amsterdam gedaan worden en ik zou nog gecontacteerd worden. Ik stond wel op een ontvangstbewijs voor de laptop. Die kreeg ik. De 350 euro zou ik ook weer terug krijgen.
Na wat telefoontjes naar diverse mensen vervolgde ik mijn weg naar mijn volgende afspraak.
Benno Pieters bpieters@tc-one.com