Veelzeggende getallen
De ambachtseconomie genereert per jaar 127 mrd. euro aan omzet, waarvan 64 mrd. toegevoegde waarde waarvan 40 mrd. op het conto komt van het MKB.
Van de beroepsbevolking werkt 16% ofwel ruim 1.2 mln. personen in de ambachtseconomie, waarvan ruim 800.000 in het MKB. In deze aantallen zijn niet opgenomen personen met een ambachtelijk beroep die bij bedrijven werken die niet tot de ambachtseconomie worden gerekend.
De ambachtseconomie bestaat uit 242.000 ondernemingen, dat is 30% van alle actieve ondernemingen in het bedrijfsleven.
Zelfstandigen zonder personeel die minder dan 16 uur per week als ondernemer werken zijn in deze getallen niet meegenomen.
Invulling en afbakening en van de ambachtseconomie
Bovenstaande getallen worden pas veelzeggend, zodra je weet wat er verstaan wordt onder het begrip ambachtseconomie.
Er zijn 159 ambachtelijke branches, ondergebracht in onderstaande 9 clusters. Bij elk cluster staan enkele voorbeelden vermeld van beroepen die eronder vallen.
-
Bouw: metselaars, dakdekkers, stratenmakers
-
Afbouw/afwerking: schilders, timmerlieden, stucadoors
-
Gebouwverzorging: schoonmakers, gevelreinigers
-
Uiterlijke verzorging/gezondheidstechniek: kappers, opticiens, voetverzorgers
-
Installatie/electrotechniek: loodgieters, electriciens, cv-installateurs
-
Metaal/hout/overige productie: carrosseriebouwers, meubelmakers, kleermakers
-
Reparatie/onderhoud: automonteurs, stoffeerders, schoenmakers
-
Voeding: bakkers, slagers, ijsbereiders
-
Creatieve industrie/communicatie: podiumkunstenaars, architecten, reclamemakers, fotografen, drukkers.
Voor degenen die zich afvragen waarom bepaalde branches zoals de hoveniers niet tot het ambacht worden gerekend moet worden vermeld, dat branches met verwantschap aan de land- en tuinbouw tot die sector worden gerekend. De sector land- en tuinbouw wordt in Nederland altijd apart behandeld in economische analyses.
Waarom scharen we bovenvermelde branches/beroepen allemaal onder de ambachtseconomie? Het betreft toch zeer uiteenlopende soorten werkzaamheden, die op het eerste gezicht weinig verband met elkaar houden.
Waar het om draait is het handwerk van de vakman, dat in al deze beroepen doorslaggevend is voor de kwaliteit van het product of de dienst die wordt geleverd. Het gaat hierbij niet zozeer om wat er wordt geproduceerd maar om hoe het wordt geproduceerd.
Handwerk betekent zeker niet dat er geen hulpmiddelen/gereedschap wordt gebruikt, maar het gaat erom hoe de vakman met die hulpmiddelen omgaat. Zoals het Hoofdbedrijfsschap Ambachten het zelf kernachtig samenvat: a fool with a tool is still a fool.
De ambachtseconomie is vooral gericht op de binnenlandse markt of beter gezegd op de regionale markt. Ambacht is sterk plaatsgebonden, hetgeen samenhangt met het handwerkmatige karakter van de beroepen. Export is staat dan ook niet voorop in de ambachtseconomie.
Ambacht is van oudsher gekoppeld aan fysieke arbeid of fysieke producten. Sedert een aantal creatieve beroepen (zie cluster 9) tot de ambachtseconomie worden gerekend, is die koppeling niet langer te gebruiken als bepalend kenmerk voor ambachtelijke beroepen.
Belang van het ambacht
Zonder ambacht zou het comfortabele dagelijkse leven dat wij in onze moderne samenleving gewend zijn niet houdbaar zijn. Apparaten die niet worden onderhouden, begeven het na verloop van tijd. Gebouwen die niet worden onderhouden vervallen tot krotten. Het autoverkeer zou zich tevreden moeten stellen met landweggetjes. Zonder stoelen, tafels en bedden wordt werken en wonen een stuk minder prettig. Verwarming kan alleen nog met ouderwetse kachels. Ons voedsel zou alleen nog op industriële manier kunnen worden vervaardigd. Mensen met slechte ogen kunnen geen TV meer kijken. Zo kan je nog wel even doorgaan.
Kijkend naar de verhouding met de industrie zou je kunnen zeggen, dat het ambacht begint waar de industrie ophoudt. De industrie levert spullen af, maar die moeten vervolgens onderhouden worden. Er wordt in dit verband wel gesproken van de ‘verlengde hand’. Zonder onderhoud zou het milieu het zwaar te verduren krijgen omdat apparaten veel vaker moeten worden vervangen.
Het omgekeerde is ook waar: het ambacht houdt op waar de industrie begint. Een ambacht is geen ambacht meer, zodra het zodanig geautomatiseerd verloopt, dat het vakmanschap van de ambachtsman nauwelijks invloed meer heeft op de kwaliteit. Hier zit een paradox in: een zeer innovatieve ambachtelijke ondernemer zou door middel van vergaande automatisering erin kunnen slagen zijn bedrijf weg te innoveren uit de ambachtseonomie.
Ontwikkelingen
In de ambachtseconomie werken veel zelfstandigen zonder personeel. Dat heeft te maken met de brede groei van het aantal zzp’ers in ons land, maar ook met het feit dat er in de ambachtseconomie minder drempels zijn om als zzp’er te werken dan in industriele sectoren. Overigens bestaan er ook heel wat grote ambachtelijke bedrijven, dus kleinschaligheid is geen bepalend kenmerk van de ambachtseconomie.
Innovatie is ook in de ambachtseconomie van wezenlijk belang. Het gaat daarbij vooral om procesinnovaties, leidend tot een hogere productiviteit en een beter product voor de klant.
ICT speelt hierbij in toenemende mate een wezenlijke rol. Het is overigens niet zo dat ICT vervangend kan zijn voor het vakmanschap in het ambacht, het blijft een hulpmiddel (anders is het geen ambacht meer).
Het spreekt vanzelf dat de ambachtseconomie te lijden heeft gehad van de economische crisis en die nog steeds zijn sporen nalaat. Inmiddels is sprake van een licht herstel. Gelet op het belang van de ambachtseconomie voor onze samenleving mag worden verwacht dat dit herstel een blijvend karakter heeft. Er is wel een waarschuwing op zijn plaats: het aantal leerlingen voor ambachtelijke vakken is veel lager dan gewenst. Het is dan ook van groot belang om scholen, ouders en leerlingen te wijzen op de kansen die de arbeidsmarkt voor ambachtslieden te bieden heeft. En in de meeste gevallen verdien je ook nog meer dan in administratieve beroepen.
Peter van Hoesel
Mei 2013
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen