Overheidsinvesteringen.

In het debat over het niet doorschuiven van schulden naar toekomstige generaties wordt weinig aandacht besteed aan wat er met behulp van vorige generaties allemaal is opgebouwd.

Dan moet het niet alleen gaan over zoiets als de goudvoorraad of de deviezen-reserve, maar over alle materiële en immateriële bezittingen van een land. En dat is nogal wat: infrastructuur (wegen, rails, dijken, havens, vliegvelden, riolering, leidingen, etc.), cultureel kapitaal (oude binnensteden, musea, kunstcollecties, archieven), juridisch kapitaal (wetten, verdragen, planprocedures, justitionele voorzieningen), veiligheidsvoorzieningen (militaire faciliteiten, politiefaciliteiten), kenniskapitaal (scholen, bibliotheken, kenniscentra, laboratoria), onroerend goed (bezittingen van rijksgebouwendienst, provincies, gemeenten, zorginstellingen, woningcorporaties), pensioenfondsen van ambtenaren en zorgverleners, internationale goodwill (lage rentes op staatsleningen, goede handelsbetrekkingen) en er is vast nog wel meer te bedenken.

De waarde van dit alles is hoe je het ook berekent vele malen hoger dan de huidige staatsschuld. Je zou op de achterkant van een sigarendoos zomaar op 6000 miljard euro kunnen uitkomen. Het zou aardig zijn als een paar goede accountants een poging zouden doen om tot een goede schatting te komen, waarbij overigens nu al moet worden toegegeven dat elke berekening aanvechtbaar zal zijn. Maar toch, stel dat je dit soort bezittingen allemaal zou kunnen activeren, zou er een enorm hoge solvabiliteit uitkomen.

Hier staat wel tegenover dat er ook rekening moet worden gehouden met een hoeveelheid milieuschade die in de loop van de tijd is aangebracht en die nog maar slechts ten dele is gerepareerd. Trek 1000 miljard voor het repareren van de resterende schade (schoonmaakacties, dijkverhoging, wetswijzigingen etc.) dan resteert er alsnog een fors positief saldo en een behoorlijk hoge solvabiliteit.

Kunnen we eigenlijk nog meer schulden gaan maken?
Gelet op de veronderstelde hoge solvabiliteit kan dat zeker. Het is alleen niet verstandig dit te doen door makkelijk exploitatietekorten te laten ontstaan. Wat wel zou kunnen is meer investeren in zaken die hun waarde behouden voor toekomstige generaties.

In de periode 1929-1977 hanteerde de Nederlandse overheid de zg. kapitaaldienst (of buitengewone dienst). De comptabilteitswet van 1976 maakte een eind aan deze periode. Vervolgens werd weer overgaan om het zg. kasstelsel, waardoor grote overheidsinvesteringen belemmerd worden.

De Europese begrotingsregels (maximaal 3% tekort en maximaal 60% staatsschuld) hebben de drempels voor investeringen nog verder verhoogd. Bij lagere overheden bestaat nog wel de mogelijkheid om investeringskosten over vele jaren uit te smeren.
Je ziet gemeenten en provincies dan ook makkelijker investeren en het rijk maakt daar nu en dan ook wel gebruik van. De vraag is of de EU ook hier een eind aan zal gaan maken.

Hoe dan ook, het kasstelsel remt collectieve investeringen af, terwijl er op diverse gebieden juist grote behoefte bestaat aan meer investeringen. Denk aan zaken als: een randstadmetro, verhoging budgetten voor wetenschappelijk onderzoek en R&D, dijkverhoging, infrastructuur voor duurzame energie, glasvezelnetwerken, beveiligingssystemen. Het aardige van dergelijke investeringen is dat ze na verloop van tijd veel geld opleveren, waarmee niet alleen de welvaart kan worden vergroot maar ook de tekorten op de rijksbegroting kunnen worden teruggedrongen.

Het kasstelsel betekent echter ook dat de baten van investeringen niet worden bijgehouden, en wat niet zichtbaar is wordt natuurlijk moeilijk aantrekkelijk gevonden, dus ook van die kant is er sprake van een rem op dergelijke inves-teringen.

Investeringen zoals genoemd leveren trouwens meteen al meer werkgelegenheid op, wat juist in de komende jaren hard nodig is. Belangrijker is dat het rendement op de investeringen in de meeste gevallen zorgt voor een structurele uitbreiding van werkgelegenheid, bijvoorbeeld: meer railvervoer levert banen op, investeringen in wetenschap en R&D leiden tot meer bedrijvigheid, duurzame energieopwekking die import van energie vervangt zorgt voor banengroei, investeringen in glasvezelnetwerken trekken bedrijven aan.

De vraag is natuurlijk, hoe dit gefinancierd kan worden zonder de Europese af-spraken te schenden. Het zou overigens niet zo gek zijn om in Europa betere afspraken te maken waar het gaat om dit soort diepteinvesteringen. Maar ook als dat niet zou lukken, zijn er wellicht financiële constructies denkbaar die de rijksbegroting niet direct belasten. Het  rijk heeft al wat ervaring met lease-contracten, maar die blijken tot beduidend hogere kosten te leiden.

Een ander soort oplossing zou zijn om investeringsfondsen op te richten die worden gevuld door beleggers (bv. pensioenfondsen) en waar het rijk jaarlijks een passende bijdrage aan levert. Als het rijk reeds geplande investeringen ook langs die weg gaat financieren kan dit de extra uitgaven aan dergelijke fondsen compenseren, zodat er geen nieuwe tekorten ontstaan.

Er zijn door financiële deskundigen vast nog wel meer oplossingen te bedenken. Als de EU verstandig is moet men dit soort constructies niet gaan verbieden. Beter nog zou zijn als de EU de lidstaten zou helpen met het opzetten van dergelijke constructies.

Het zou goed zijn als de nieuwe regering zich niet louter bezighoudt met het regelen van de enorme hoeveelheid bezuinigingen, maar zich ook zou bekommeren om het scheppen van nieuwe werkgelegenheid. De beste route is dan investeren in de toekomst. Op een verantwoorde wijze natuurlijk.

Peter van Hoesel
Februari, 2013

Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag

Via Bol.com

Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van

Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.

Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.

Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.

Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.

In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.

Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.

Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting

2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa

3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting

4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting

5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering

6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?

7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies

8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138

9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd

10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789023241614/
beleidsonderzoek_in_nederland_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Methoden van beleidsonderzoekers
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen