Er is een merkwaardige en zelfs onbegrijpelijke tegenstelling ontstaan tussen jongeren en ouderen over pensioenrechten. Gepensioneerden staan al jaren op de nullijn en krijgen waarschijnlijk ook nog te maken met een verlaging van het pensioen, terwijl jongeren roepen dat er t.z.t. geen geld meer over is voor hun pensioen als dit niet gebeurt.
Dit is totale onzin, voor wie begrijpt hoe het pensioensysteem in elkaar zit. Het heeft allemaal te maken met het verlaten van de vaste rekenrente van 4%, die tot voor kort werd gebruikt om de som van alle verplichtingen te berekenen (alle actieven, slapers en gepensioneerden bij elkaar genomen). Inmiddels is deze rekenrente vervangen door de rente op 10-jarige Nederlandse staatsleningen (overigens op verzoek van de pensioenfondsen zelf, toen deze rente nog hoger was dan de 4% rekenrente).
Op basis van deze kunstmatig zeer laag gehouden rente lijken de pensioenfondsen niet in staat om aan hun verplichtingen te voldoen, terwijl ze ondertussen meer dan 4% rendement behalen op hun beleggingen, ook in de afgelopen 4 crisisjaren. Als je met de rekenrente van 4% zou rekenen ligt de dekkingsgraad van de fondsen in de orde van 110%. Als je met hun werkelijke rendement zou rekenen van de afgelopen 5 jaar kom je zelfs op 120%. Dat betekent dus, dat de pensioenfondsen in feite meer geld in beheer hebben dan de som van al hun verplichtingen, inclusief recente berekeningen die de hogere levensverwachting meecalculeren.
Sommige politieke partijen vinden dat de ouderen recht hebben op meer dan de nullijn en zeker niet moeten worden gekort. Andere politieke partijen waarschuwen dat er op die manier te weinig overblijft voor jongeren. Dat laatste is eigenlijk vreemd, want wat er momenteel in kas zit is voornamelijk door ouderen opgebouwd, ondanks het feit dat werkgevers in de jaren 90 gedurende meerdere jaren minder premie (soms zelfs helemaal geen premie) hebben betaald omdat de rendementen toen zeer hoog waren (de zg. premieholidays). Jongeren moeten hun premie grotendeels nog opbrengen en het rendement op hun inleg moet vervolgens nog worden gerealiseerd. Pensioenfondsen beleggen daarom zodanig dat er voortdurend minimaal 4% rendement wordt gerealiseerd, zodat ook de inleg van jongeren voldoende zal zijn voor een goed pensioen.
Sommigen zeggen dat dit in de toekomst wellicht niet langer haalbaar is, maar daarvoor is geen enkel bewijs. Je mag eerder aannemen dat de rendementen weer gaan toenemen zodra de huidige crisis min of meer afloopt en de economie weer een beetje normaal gaat functioneren. De overdekking van de pensioenfondsen zou dan wel eens tot grote hoogten kunnen stijgen. Daar zullen dan vooral de jongeren van gaan profiteren, wat ze dan natuurlijk volledig toekomt.
Dat probleem van die langere levensduur is overigens wel reëel, waardoor het noodzakelijk wordt om ofwel meer in te leggen ofwel later met pensioen te gaan. We zien als reactie daarop dat eerst allerlei vroegpensioenregelingen zijn afgeschaft en dat vervolgens wordt overgegaan tot een verhoging van de pensioenleeftijd. Ook sparen sommige mensen extra voor hun pensioen om wat achter de hand te hebben wanneer ze eerder zouden stoppen met werken. Wat ook helpt is het tijdig aflossen van een hypothecaire lening.
Iets waar je weinig over leest in de kranten is de verandering van eindloonstelsel naar middelloonstelsel, wat op het eerste gezicht nadelig lijkt voor jongeren, maar wat wordt gecompenseerd door hogere opbouwpercentages per jaar, waardoor vooral mensen met een lager inkomen uiteindelijk beter af zijn dan in het verleden.
De pensioenruzie is totaal overbodig. Voer opnieuw de rekenrente van 4% in, waarbij je voorzichtigheidshalve kunt bepalen dat als het gemiddelde rendement structureel lager uit dreigt te komen (af te meten aan de feitelijke realisaties van de laatste 5 jaar) de rekenrente voor het betreffende fonds alsnog dient te worden verlaagd.
Los hiervan is het zinvol nog eens na te gaan denken over de merites van het huidige pensioensysteem, waarbij sommige pechvogels hun pensioenrechten volledig verspelen als ze voortijdig overlijden en langlevenden dubbel krijgen uitgekeerd (op kosten van hun vroeg overleden collega’s). Je zou er ook voor kunnen kiezen de opgebouwde rechten in het eerste geval over te hevelen naar erfgenamen die dit vervolgens in hun eigen pensioenpot kunnen stoppen. En mensen die lang leven doen er goed aan langer te blijven werken, bijvoorbeeld parttime. Veel mensen vinden het prima om op latere leeftijd nog zinvol bezig te zijn en het kan ook want ze zijn (gemiddeld) tamelijk gezond. Degenen die dat niet willen hebben altijd nog hun AOW.
Peter van Hoesel
September 2012
Commentaar via Linkedin
Sjan Arts (Manager & Consultant) wrote:
"Mensen die lang leven doen er goed aan langer te blijven werken". Heerlijk ontnuchterende analyse van Peter van Hoesel!"
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen