Probleembedenkers en beleidsmaatregelen.

Alsof zich niet al genoeg problemen in de samenleving voordoen, word je in pers en media dagelijks met nieuwe probleemsituaties geconfronteerd. Het aantal doelgroepen en subdoelgroepen dat om aandacht vraagt is niet meer te overzien. Daar komen nog alle problemen in de fauna-wereld en de flora-wereld bij. Het is om wanhopig van te worden.

Journalisten zijn beroepshalve voortdurend op zoek naar problemen, want daar moeten ze nu eenmaal hun boterham mee verdienen. Maar eigenlijk geldt voor heel veel beroepsgroepen dat ze baat hebben bij het bedenken van problemen waar zij vervolgens oplossingen voor kunnen leveren.

Professionals in de zorg vragen voortdurend aandacht voor allerlei groepen mensen die zij graag willen helpen. Consultants bedenken allerlei problemen waarvan bedrijven niet eens wisten dat ze die hadden.

Deskundigen op milieugebied wijzen voortdurend op ontwikkelingen in de natuur die om aandacht vragen en waarvoor drastische oplossingen nodig worden geacht. Hackers laten regelmatig zien welke lekken er zijn in diverse ICT-systemen, waarbij je je afvraagt hoe het komt dat er nog functionerende systemen kunnen bestaan.

Goede-doelen-organisaties wijzen ons regelmatig op allerlei nieuwe dan wel nog lang niet opgeloste oude problemen in de derde wereld. Ga zo maar door. Juristen maken allerlei maatschappelijke problemen nog eens extra ingewikkeld met hun interpretaties van de wetgeving.

En daar blijft het niet bij, want voor al die problemen bedenken de betrokken professionals diverse oplossingen, die natuurlijk een waardevolle bijdrage kunnen leveren maar die in veel gevallen vooral ook een bijdrage leveren aan het nog problematischer maken van het probleem.

Elke maatregel die wordt ingevoerd draagt bij aan het complexer worden van de samenleving, waardoor echte oplossingen zelfs kunnen worden gedwarsboomd. Een paar voorbeelden kunnen dit verduidelijken:

  • Vertrekpremies voor asielzoekers helpen sommigen om definitief te vertrekken naar hun eigen land, maar blijken ook nieuwe asielzoekers aan te trekken. Ze zijn om die reden sinds kort afgeschaft (dit is tevens een van de weinige voorbeelden van afschaffing van beleid!).
  • Subsidies op zuinige autos’s staat haaks op filebestrijding. Die subsidies zijn wat verlaagd, maar ze werken filebestrijding nog altijd tegen. Zodra de files weer op het niveau van voor de crisis zijn beland heb je kans dat die subsidies worden afgeschaft, waarbij zij aangetekend dat het duurzamer maken van auto’s bepaald niet afhankelijk is van subsidies.
  • Afspraken met grote bedrijven over de te betalen belasting zorgen voor een ongelijk speelveld tussen grote en kleine bedrijven. Hieraan is nog nauwelijks iets gedaan, omdat men bang is dat grote bedrijven dan naar andere landen verhuizen. Politici hebben nog onvoldoende door hoe belangrijk het MKB is voor onze economie.
  • Het verbod op de productie van softdrugs houdt de politie druk bezig, voedt het criminele circuit, zorgt voor allerlei overlast in de samenleving (in het bijzonder in Noord Brabant) en leidt niet tot minder gebruik. In andere landen zien we hier en daar legalisering komen, hopelijk komt het hier ook een keer. Op dit punt zijn we onze positie als gidsland blijkbaar kwijtgeraakt.
  • Windmolens plaatsen is duur, onder meer omdat de grondeigenaren er teveel geld voor krijgen, terwijl fossiele energie veel te laag wordt belast, dit ten gerieve van grote bedrijven. Gelukkig kunnen de meeste burgers zonnepanelen plaatsen, waarbij valt te hopen dat de overheid dit niet gaat afremmen.
  • Het tegenhouden van vluchtelingen draagt in sterke mate bij aan het vergroten van dit probleem. Het toelaten van vluchtelingen zou wel eens tot een betere situatie kunnen leiden, voor alle betrokkenen. Ondertussen moeten we ons misschien verheugen over het feit dat vluchtelingen zich blijkbaar aangetrokken voelen door het type samenleving dat in Europese landen tot stand kon komen.
    (Noot MH: moet toch even van mijn hart bij dat laatste punt.  Ben daar wat minder stellig dan PvH. Ik zie wel degelijk systeemgrenzen 🙂 )

Hoe kun je voorkomen dat overheidsinterventies maatschappelijke problemen vergroten in plaats van verkleinen? Als de politiek het wil, is dat eigenlijk niet zo moeilijk. Je zou de volgende beginselen in acht moeten nemen:

  • Expliciteer altijd de beleidstheorie onder een beleidsmaatregel (d.w.z. de veronderstellingen van beleidsmakers over de werking van het beleid) en toets die theorie aan bestaande kennis en ervaring.
  • Overweeg altijd de nuloptie: geen interventie. Dit is dikwijls beter dan welke interventie dan ook. Elke beleidsmaatregel kent immers nogal wat ongewenste neveneffecten en als je niets doet heb je daar in elk geval geen last van.
  • Zorg altijd voor een automatische einddatum, zodat belangengroepen minder handvaten hebben om de afschaffing van een beleidsmaatregel tegen te houden. Als een maatregel succesvol is en blijft, kun je de looptijd alsnog verlengen.
  • Geef uitvoerders voldoende ruimte om nadelige effecten te kunnen bestrijden. In de praktijk blijkt dikwijls dat beleid anders uitpakt dan verwacht. Overigens kun je echt verkeerd beleid in de praktijk niet redden, dus aanpassingen in de praktijk hebben alleen zin als het beleid in hoofdzaak wel deugt.
  • Eenvoudige maatregelen zijn te prefereren boven ingewikkelde, omdat ze bijna altijd beter werken. Complexe maatregelen zijn nu eenmaal minder doelmatig wegens de hoge kosten en kunnen zelfs minder doel treffen. Bovendien leiden complexe maatregelen meestal tot een onrechtvaardige verdeling van baten en lasten, en botsen ze nogal eens met aanpalend beleid.

Het is helemaal niet zo moeilijk om dit te bedenken en nog makkelijker om het op te schrijven, maar in de praktijk van de beleidsontwikkelaars zijn deze beginselen helaas ver te zoeken.

Dat lijkt wel begrijpelijk in het licht van de dynamiek binnen politieke arena, maar waarschijnlijk is er een dieper liggend probleem dat het extra moeilijk maakt om genoemde beginselen toe te passen.
De werkzame mechanismes bij de overheid en de politiek lijken namelijk haaks te staan op zulke beginselen. Immers, hoe problematischer de samenleving des te meer werkgebied voor de overheid alsmede legitimering voor de politiek om van alles en nog wat te bedenken.

De overheid is een publieke kapitalist die zijn onderdanen uitbuit door belasting te heffen ten behoeve van veelal verkeerde oplossingen voor veelal verzonnen problemen. Er is behoefte aan politici die dit aan de kaak durven te stellen.

Peter van Hoesel
Oktober, 2015