Is het nieuwe regeerakkoord een goed plan voor Nederland?
Neen, het is een matig plan en het had veel beter gekund, ook wanneer je rekening moet houden met de nogal verschillende uitgangspunten van de PvdA en de VVD.
Waarom is het matig en wat zijn dan toch nog de goede kanten van het akkoord?
Het is matig omdat de voorgenomen hervormingen halfslachtig zijn, omdat er kansen worden gemist voor optimalisatie van de rijksuitgaven, omdat het de burger ontmoedigt in plaats van aanmoedigt, omdat ondernemerschap niet wordt gestimuleerd en omdat kansen worden gemist om de structuur van de economie te verbeteren.
Het is misschien toch nog een zesje waard omdat er in elk geval enkele taboes worden doorbroken, omdat er geen pas op de plaats wordt gemaakt zoals door voorgaande regeringen en omdat het vertrouwen van de financiele markten ermee wordt behouden hetgeen lage rentes op de staatsleningen oplevert.
Veel meer positiefs valt er inhoudelijk gezien niet te ontdekken.
Procesmatig kunnen we de totstandkoming van het regeerakkoord, ondanks de commotie over de inkomensafhankelijke zorgpremie, in die zin positief waarderen, dat het elkaar gunnen van bepaalde zaken verfrissend is vergeleken met voorgaande formatieprocessen. Daardoor verliep het snel (ook de reparatie m.b.t. de zorgpremie verliep snel) en kwamen diverse dossiers eindelijk in beweging.
Aan de andere kant hield dat wederzijds gunnen ook in dat er geen kansen benut om elkaar te vinden in oplossingen die de uiteenlopende uitgangspunten van beide partijen aan elkaar hadden kunnen verbinden, waardoor het programma een stuk samenhangender had kunnen worden en er meer win-win resultaten hadden kunnen worden geboekt. Nu zijn er nagenoeg alleen maar win-lose en lose-win resultaten tot stand gekomen. Het lijkt wel of er slechts een verbindend element was, namelijk fors bezuinigen, terwijl de wijze waarop er in die zin niet zoveel toe deed, dat elk van beide partijen een hoeveelheid geld moest inleveren op begrotingsposten die hen eigenlijk zeer dierbaar zijn.
Het valt te hopen dat bij de uitwerking van het regeerakkoord meer creativiteit aan de dag wordt gelegd. Dat moet trouwens ook wel want diverse afspraken zijn gewoonweg onvoldoende doordacht, waarvan we helaas dagelijks voorbeelden in de krant kunnen vinden.
Hoe zou het dan, geschetst in hoofdlijnen, beter hebben gekund? We beperken ons tot vijf gebieden: woningmarkt, arbeidsmarkt, zorg, ondernemerschap en openbaar bestuur.
Woningmarkt
Er zijn nota bene van verschillende kanten integrale voorstellen gedaan om de woningmarkt weer in een goed evenwicht te krijgen. Die voorstellen hebben de eigenschap dat ze geschikt zijn voor het soort onderhandeling dat de VVD en de PvdA met elkaar hebben gevoerd. Waarom hebben zij dan geen gebruik gemaakt van deze voorstellen?
Nu ligt er een plan dat de woningmarkt verder in de versukkeling brengt. Starters kunnen moeilijker leningen krijgen en bovendien minder lenen omdat ze na enkele jaren verplicht moeten aflossen. Daardoor zullen minder woningen worden verkocht en zullen de prijzen nog verder dalen, zodat er nog meer woningeigenaren die nog niet zo lang geleden een woning hebben gekocht te maken krijgen met een lagere waarde dan de hypothecaire lening die ze zijn aangegaan. Doorstromen naar een andere woning wordt hierdoor belemmerd, omdat banken dit tekort niet graag of zelfs helemaal niet meefinancieren en omdat de fiscale aftrekbaarheid hiervan beperkt wordt tot 10 jaar (eerst was het 5 jaar).
Verder kan worden opgemerkt, dat bestaande hypotheken betrekkelijk voorzichtig worden aangepakt vergeleken met nieuwe hypotheken, wat de rechtvaardigheid van het systeem natuurlijk niet bevordert. Verbouwingen meefinancieren is ondertussen lastiger aan het worden, en fiscale maatregelen om renovaties te stimuleren (zoals een lagere BTW of aftrekbaarheid van onderhoud) ontbreken.
Vanuit de huurmarkt komt er ook nog een forse remmende factor aan, namelijk het temporiseren van bouwplannen door woningcorporaties in verband met de financiele afdracht die van hen gaat worden gevraagd.
Arbeidsmarkt
Wat zou helpen is het stimuleren van banengroei, maar dat doet het regeerakkoord niet. De lasten voor werkenden gaan omhoog, de bestedingen van consumenten gaan omlaag, de kansen op werk die er wel liggen worden niet echt gepakt, de kansen voor vooral oudere werkzoekenden worden kleiner en kleiner.
Waarom wordt de belasting op inkomsten uit vermogen (box 3) eigenlijk niet verhoogd? Het is toch vreemd dat de belasting op inkomen uit arbeid tweemaal zo hoog is als de belasting op inkomen uit vermogen. Belasting op arbeid kost banengroei, belasting op vermogen stimuleert banengroei.
Het huidige stelsel van sociale zekerheid is inactiverend. Je mag bijvoorbeeld niet eens een opleiding of een stage volgen, met als argument dat je je dan niet beschikbaar bent voor de arbeidsmarkt. Een merkwaardig argument, waartegenover veel sterkere argumenten staan om dit verbod op te heffen.
Starten als zzp’er met behoud van een uitkering is wel mogelijk, maar wordt bepaald niet makkelijk gemaakt. Je zou er simpelweg voor kunnen kiezen alle belemmeringen weg te halen. Dit levert per saldo het meeste op voor de economie.
Invoering van een algemeen basisinkomen zou het meest activerend zijn, maar op de een of andere manier is het beeld ontstaan dat het juist inactiverend zou zijn en bovendien onbetaalbaar. Dat beeld is onjuist, maar zo hardnekkig dat de merites van invoering van een basisinkomen niet eens (opnieuw) worden onderzocht.
De transparantie van de arbeidsmarkt is nog lang niet optimaal. Over veel kansrijke beroepen is weinig bekend, terwijl er veelal verkeerde beelden over bestaan. Werkzoekenden en werkgevers moeten nog altijd veel moeite doen om elkaar te vinden, want het internet biedt wel veel zoekmogelijkheden maar hoe vind je de juiste match? Zoekmogelijkheden voor stageplekken e.d. zijn daarentegen nog gering. Latente vacatures zijn er ook in perioden van laagconjunctuur, maar methoden van arbeidsbemiddelaars zijn hier niet op gericht. Investeren in transparantie kan de arbeidsmarkt een forse zet geven.
Zorg
De zorg is een lastig dossier (zoals dat heet) omdat gezondheid voor ieder mens belangrijker is dan wat dan ook en de zorgsector daar graag op inspeelt. Het is een goede zaak dat het regeerakkoord flink in de AWBZ wil snoeien, want er zijn veel uitgaven ingeslopen waarvan het de vraag is of dit wel collectief moet worden betaald, met als gevolg een bijna verdubbeling van de AWBZ-uitgaven sedert 2000.
Wat de gewone gezondheidszorg betreft is het regeerakkoord aan de magere kant. Er zou meer aandacht besteed moeten worden aan: terugdringen van onnodige zorg, verbetering van de organisatie, terugdringen van (veelal onnodige) bureaucratie, opheffen van verkeerde marktprikkels, investeren in pre-ventieprogramma’s.
Het slechte plan voor een inkomensafhankelijke zorgpremie is inmiddels gelukkig van de baan. Overigens is het huidige stelsel nogal ingewikkeld wegens de meervoudige financiele bronnen waarop het berust: verplichte basispremie, vrijwillige bijverzekering, eigen risico, directe uitgaven door patienten, werkgeversaandeel, zorgtoeslag. Dat zou toch eenvoudiger moeten kunnen, wat weer kosten zou sche-len.
Ondernemerschap
Ondernemerschap is de ruggegraat van de economie en daarmee ook van het draagvlak onder de publieke uitgaven. Daarom had dit onderwerp veel meer aandacht verdiend. De meest opvallende maatregel die is bedacht betreft minder aftrekmogelijkheden voor kleine zelfstandigen, wat dus alleen maar ontmoedigend kan werken. Opgemerkt moet worden dat het EZ-beleid vooral gericht is op zogenaamde topsectoren en grote bedrijven. Ook moet worden opgemerkt dat de collectieve lastendruk voor het MKB tweemaal zo hoog is als die van het grootbedrijf.
Stimuleren van ondernemerschap behoeft overigens niet zozeer financiele prikkels. Het gaat er vooral om belemmeringen weg te nemen en kansen te bieden. Waar moet je dan aan denken?
-
Maak (zoals hierboven reeds vermeld) het veel makkelijker om te starten met een uitkering, want dat is nog tezeer een bureaucratische hordeloop. Schaf de VAR-verklaring af en geef iedereen de ruimte om als zelfstandige te opereren, ook als er maar voor een enkele opdrachtgever wordt gewerkt.
-
Verruim de toegang tot financiering door het borgstellingskrediet en de groeifaciliteit van EZ te koppelen aan een goed toegankelijk financieringsfonds voor kleine ondernemers. Banken voorzien zeker tegenwoordig nauwelijks in de fi-nancieringsbehoefte van kleine ondernemingen.
-
Vereenvoudig de subsidies op innovatieve investeringen door het grote aantal regelingen te vervangen door een algemene investeringsaftrek. Bedenk hierbij dat ook ogenschijnlijk niet-innovatie investeringen (zoals een verhuizing) toch tot heel wat innovatie leiden.
-
Stimuleer het overnemen van bestaande kleine ondernemingen door aspirant ondernemers, via het voornoemde financieringsfonds en door de transparantie op de overnamemarkt te vergroten. Opgemerkt moet worden dat nieuwe ondernemers meer succes met een bestaand bedrijf dan met een zelf opgericht bedrijf.
Stimuleer de oprichting van nevenbedrijven op basis van ideeën van bestaande ondernemers die zelf niet aan de ontwikkeling dan wel vermarkting ervan toekomen. -
Alleen al het faciliteren van de oprichting van een website waarop ondernemers en aspirant ondernemers elkaar kunnen vinden, zou een goede maatregel zijn.
Openbaar bestuur
Minder provincies en minder gemeenten, daar komt het in het regeerakkoord op neer. Los van het feit dat dit de overheidsuitgaven waarschijnlijk alleen maar omhoog jaagt, zijn er betere mogelijkheden om het openbaar bestuur te verbeteren.
- In plaats van decentralisatie naar gemeenten zou in veel gevallen een decentralisatie naar provincies veel effectiever zijn. Nu al zijn er talloze gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsverbanden nodig om diverse taken goed te kunnen uitvoeren, ook wanneer er gemeenten boven 100.000 inwoners bij betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld in het geval van GGD’s. Het nadeel van dergelijke samenwerkingsverbanden is dat de democratische controle nauwelijks mogelijk is en dat de effectiviteit te wensen overlaat. Door dit soort taken over te hevelen naar provincies kan dit worden opgelost. Ook moet het eerdere voorstel om de waterschappen over te hevelen naar de provincies opnieuw worden overwogen.
- Een andere goede maatregel zou zijn om alle overlap tussen de diverse be-stuursniveaus eruit te halen. Decentraliseren om vervolgens toch weer mee te kijken of zelfs mee te besturen kost extra bureaucratie. Wie vindt dat er centraal moet worden meebestuurd, moet niet willen decentraliseren. Schaalvergroting van gemeenten en provincies draagt niet bij aan het weghalen van overlap tussen de bestuurslagen, het zou zelfs de overlap kunnen vergroten.
- Tenslotte, de meest effectieve maatregel zou zijn om in alle bestuurslagen een zero-base benadering te volgen, waarbij elke publieke voorziening, elke in het verleden genomen beleidsmaatregel en elke soort regeling tegen het licht wordt gehouden, met als grondhouding alles te schrappen waarvan het maatschappelijke nut niet kan worden aangetoond.
Afsluitend
Ook over allerlei andere onderwerpen – criminaliteit, veiligheid, defensie, ont-wikkelingssamenwerking, Europa, integratie en asiel, milieu en duurzaamheid, onderwijs, onderzoek, mobiliteit – zijn betere afspraken te maken dan wat in het regeerakkoord staat.
Er is door de direct betrokkenen bij de formatie erkend, dat er geen poging is gedaan om tot een visie te komen. Dat is misschien wel begrijpelijk, want het is moeilijk en het is op het eerste gezicht ook niet erg pragmatisch, maar het is wel te betreuren omdat het aan de hand van een visie veel beter lukt om tot kwalitatief hoogwaardig beleid te komen.
Peter van Hoesel
December 2012
Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
– http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag
Via Bol.com
Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van
Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.
Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.
Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.
Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma
Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910
Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen
Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.
In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.
Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.
Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting
2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa
3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting
4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting
5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering
6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?
7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies
8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138
9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd
10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen