Aan vrijheid wordt door mensen een hoge waarde toegekend. Je zou zelfs kunnen zeggen dat een bestaan zonder vrijheid geen menselijk bestaan is. Maar hoe vrij zijn mensen eigenlijk? Mensen zijn namelijk geneigd elkaar allerlei beperkingen op te leggen, ook in onze zogenaamd vrije westerse landen. Dat gebeurt op allerlei uiteenlopende manieren, waarbij vrijheid telkens een andere vorm aanneemt.
Een complex systeem van wetten en regels legt burgers aan banden en werpt voor ondernemers nogal wat hindernissen op. Die wetten/regels zijn gemaakt om de schade te voorkomen die een onbeperkte vrijheid met zich mee zou brengen. Echter, een substantieel deel is overdreven gedetailleerd of zelfs overbodig. Allerlei initiatieven die burgers en bedrijven graag zouden willen nemen worden daardoor in de kiem gesmoord.
Het sociaaleconomische beleid van overheden zorgt voor een grote maatschappelijke ongelijkheid, die mensen met een laag inkomen uitermate beperkt in hun vrijheid en mensen met een modaal inkomen weinig ruimte overlaat. Ook in landen met een betrekkelijke platte inkomensverdeling is de ongelijkheid erg groot, te meer omdat de vermogensongelijkheid steeds groter wordt.
Alleen rijke mensen genieten een ruime mate van vrijheid. Ruimtelijke beperkingen maken dat mensen langs gebaande paden moeten, omdat het platteland is ingenomen door landeigenaren die je niet graag zien langskomen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat loslopende dieren meestal meer ruimte krijgen dan mensen. Daar komt nog bij dat de ruimte die auto’s opeisen allerlei beperkingen oplevert voor andere verkeersdeelnemers. Het vrije gevoel dat wandelaars graag zouden ondervinden wordt dan ook nogal gehinderd.
Met name grote bedrijven oefenen een zodanige macht uit, dat consumenten er zelfs door in problemen kunnen komen, ondanks allerlei regels die deze macht proberen in te dammen. Consumenten worden bovendien gedwongen mee te betalen aan allerlei reclameachtige activiteiten waar ze niet om hebben gevraagd (onzinnige TV reclame, zegeltjes, prullaria) en waarmee onder meer sommige artiesten en sporters absurd hoge inkomsten weten binnen te slepen.
Ook worden consumenten gedwongen mee te betalen aan overwinsten die een beperkt aantal mensen rijk maakt (waarmee die zich een stuk vrijer kunnen gedragen dan een gewone consument). Maatschappelijke instellingen, zoals vakbonden en werkgeversorganisaties, oefenen onder meer nogal wat macht uit via cao-afspraken die vervolgens algemeen verbindend worden verklaard. Als beschermers van de oude economische structuur willen ze bovendien de nieuwe netwerkeconomie graag onder de duim te houden.
Daarom proberen ze zoveel mogelijk grip te krijgen op zzp’ers, onder meer door ze af te schilderen als schijnzelfstandigen en door ze te verwijten dat ze zich te weinig verzekeren. Maar zzp’ers (of liever: zp’ers) willen juist graag gevrijwaard worden van hun bemoeienis. Criminelen oefenen bij hun slachtoffers dwang uit, terwijl ze zich zelf niet gebonden achten aan wettelijke regels, laat staan morele regels.
Criminelen genieten veel meer vrijheid dan gewone burgers (illegaal natuurlijk, maar feitelijk is het wel zo), terwijl hun slachtoffers het beetje vrijheid dat ze nog hadden wordt ontnomen, zelfs in die mate dat ze soms levenslang met de gevolgen moeten leven, terwijl criminelen na verloop van tijd weer vrij komen, als ze al worden gepakt.
Godsdiensten en sektes oefenen een grote dwang uit op hun volgelingen, soms is die dwang zelfs absoluut en worden ook niet-volgelingen lastig gevallen of zelfs gestraft voor hun ongeloof. Soms ook worden mensen bedreigd als zij zich aan een godsdienst of sekte zouden willen onttrekken.
Godsdienstvrijheid is blijkbaar een misleidend begrip.
Dictators hebben een zodanige macht, dat ze hun onderdanen in hoge mate kunnen onderdrukken, terwijl zijzelf zich allerlei vrijheden permitteren. Dat geldt soms ook voor democratisch gekozen machthebbers, met name als ze te lang aan de macht blijven.
Macht is nodig om een samenleving in goede banen te leiden, maar machtswisselingen zijn nodig om de perverse effecten van macht tegen te gaan.
Dan zijn er natuurlijk ook nog allerlei vormen van sociale druk die mensen in hun vrijheid beperken. Daardoor voelen mensen zich nogal eens gedwongen dingen te doen die zij eigenlijk liever niet zouden doen of om dingen na te laten die ze juist graag zouden willen nastreven. Een menselijke samenleving lijkt zo meer op een gevangenis dan op een paradijs.
Misschien wordt vrijheid zo belangrijk gevonden juist omdat we zo weinig vrijheid ondervinden. Een van de weinige uitlaatkleppen die mensen nog hebben is de vrijheid van meningsuiting, waarbij moet worden vermeld dat die in heel wat landen ook nog eens aan banden ligt.
Het is geen wonder dat er zo ongebreideld van het internet gebruik wordt gemaakt om van alles en nog wat te roepen, hetgeen overigens een weinig fraai beeld oplevert van de wijze waarop mensen van deze vrijheid gebruik maken. Je zou bijna geneigd zijn die vrijheid dan ook maar aan banden te leggen, want blijkbaar kunnen mensen toch niet zo goed omgaan met deze vrijheid.
Aan de andere kant is het maar goed, dat er zo’n uitlaatklep is. Dat is altijd beter dan wanneer mensen om zich heen gaan slaan. Je kunt je afvragen of dit allemaal niet anders zou kunnen. Er zijn heel wat mensen die zich graag aan de soms verstikkende druk van de samenleving zouden willen onttrekken. Maar dat gaat niet zomaar want mensen zijn nogal afhankelijk van elkaar om in allerlei behoeften te kunnen voorzien.
Wie denkt dat het zou kunnen lukken in betrekkelijk kleine communes (om dit oude woord van stal te halen) zou eens te rade moeten gaan bij mensen die dat al eens hebben geprobeerd. Niet alleen mislukken zulke communes nogal eens wegens ruzie tussen de deelnemers, maar ook en vooral zijn juist dergelijke kleine gemeenschappen misschien nog wel verstikkender dan de grote samenleving.
Gemakkelijke oplossingen zijn er waarschijnlijk niet, maar in bovengenoemde voorbeelden zit in alle gevallen ook een sleutel naar meer vrijheid. Het volgende rijtje verbeteringen kan dat illustreren.
- Wetgeving ontdoen van onnodige details en overbodige regels levert heel wat vrijheid op.
- Een basisinkomen geeft de meeste mensen beduidend meer vrijheid dan ze nu ondervinden.
- Een wet die wandelaars ruimte biedt (zoals in Schotland) levert veel ruimtelijke vrijheid op.
- De concurrentiekracht van kleine bedrijven kan worden vergroot door oneigenlijke privileges van het grootbedrijf op te heffen.
- Niet langer algemeen verbindend verklaren van cao’s leidt tot een grotere vrijheid op de arbeidsmarkt. • De macht van criminelen kan worden beperkt door de productie van drugs te legaliseren en de verkoop van drugs uit het criminele circuit te halen.
- Verbieden van het toepassen van dwang door godsdiensten en sektes geeft mensen meer vrijheid om echt te kiezen of om zich al of niet bij zo’n organisatie aan te sluiten.
- Onderdrukkende machthebbers kunnen enigszins worden ingetoomd via economische sancties.
Onnodig hoge sociale druk kan worden bestreden door hier meer aandacht aan te schenken, bijvoorbeeld op scholen. Dit is natuurlijk makkelijk opgeschreven, maar zal bepaald niet makkelijk kunnen worden gerealiseerd, want bestaande belangen en politieke krachten werken zulke oplossingen enorm tegen.
Zelfs ‘liberale’ partijen zijn overwegend tegen dit soort maatregelen. Het zou dan ook mooi zijn als er een echte liberale partij zou komen, met een programma dat bestaat uit bovengenoemd soort punten. Zou, als zo’n partij succesvol zou zijn het risico kunnen ontstaan van teveel vrijheid? Dat moeten we te zijner tijd dan maar bekijken.
Aangezien politieke macht en maatschappelijke vrijheid elkaars natuurlijke tegenpolen lijken te zijn, is het veeleer de vraag of zo’n nieuwe partij, als die al een kans krijgt, zich blijvend zou inzetten voor meer vrijheid.
Peter van Hoesel
juli, 2015