Suggesties voor een effectieve verbinding tussen kennis en beleid.

Hoe effectief is die verbinding tegenwoordig?
De verbinding tussen kennis en beleid laat te wensen over.
Beleidsmakers en politici worden doodgegooid met informatie en kennis uit vele hoeken, zien door de bomen het bos niet meer en sluiten zich hier dan ook grotendeels van af. Het is gewoonweg te verwarrend. Politici plukken uit al die informatie/kennis nu en dan wel wat weg als ze goed van pas komt. Ze gebruiken het aanbod vooral selectief.

Veel onderzoek heeft geen duidelijke koppeling aan het beleidsproces, in die zin dat er vanuit de beleidsontwikkeling of vanuit de uitvoeringspraktijk informatiebehoeften zijn die leiden tot onderzoek dat wordt teruggekoppeld naar degenen die de vragen hebben gesteld, om de antwoorden op die vragen vervolgens te kunnen gebruiken. Ongevraagd onderzoek komt moeilijker aan dan onderzoek waarom gevraagd is.

Onderzoek dat wel zo’n koppeling kent komt nogal eens ad hoc tot stand, zonder overkoepelende onderzoekprogrammering, hetgeen de bruikbaarheid van de opgeleverde kennis voor eventuele andere gebruikers beperkt. Wegwerponderzoek kan een enkele keer onvermijdelijk zijn, maar moet wel zoveel mogelijk worden vermeden.

Er is de nodige invloed van kennis op de beleidsontwikkeling en –uitvoering, maar er verloopt meestal erg veel tijd voordat die kennis wordt geinternaliseerd in het beleidscircuit. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat de reeds voorradige kennis wordt onderbenut, omdat die kennisvoorraad niet systematisch wordt geraadpleegd.
Dat zou ook kunnen komen doordat de geloofwaardigheid van wetenschappelijke kennis deuken heeft opgelopen.

Met name politici hebben de indruk dat wetenschappers elkaar vooral tegenspreken, wat een mooi excuus is om wetenschap niet al te serieus te nemen. Dat elkaar tegenspreken is echter een misvatting waar het gaat om wat we wel noemen de ‘core knowledge’. Op gebieden als arbeidsmarkt, onderwijs, gezondheid, duurzaamheid, veiligheid, ondernemerschap (en zo zijn er nog veel meer), bestaat juist grote consensus tussen wetenschappers over de meest belangrijke onderdelen van de kennis.

Maar daar merk je niet zoveel van omdat dit soort kennis vanzelfsprekend is. Wetenschappers debatteren onderling graag, en dat gaat dan juist over de grenzen van de kennis, waardoor juist een beeld van dissensus wordt opgeroepen. Het gevolg hiervan is dat dit de geloofwaardigheid van onomstreden kennis ondermijnt.

Al met al lijkt dit niet erg op de veel betere relatie tussen kennis en beleid bij bedrijven waar het gaat om hun ondernemingsbeleid. In het bedrijfsleven is kennis min of meer vanzelfsprekend verweven met de ontwikkeling van producten, bedrijfsprocessen en klantrelaties. Dat neemt niet weg dat er in de publieke sector ook voorbeelden zijn waar het goed functioneert, zoals in de landbouwsector, in het geval van het gebruik van monitoren zoals de wijkmonitoren in de gemeente R’dam of de politiemonitor.
Het moet een stuk beter kunnen functioneren, en daarvoor geef ik enkele niet al te ingewikkelde aanbevelingen die op afzienbare termijn effect kunnen sorteren.

Systematische koppeling aan het beleidsproces
Je kunt drie soorten beleidsonderzoek onderscheiden: nice to know onderzoek dat er nog steeds is en t/m de jaren '80 zelfs dominant was; need to know onderzoek dat naar voren is gekomen in de afgelopen decennia, wat vooral te zien is aan het min of meer vanzelfsprekend worden van ex post evaluatieonderzoek; we moeten nu toe naar need to act onderzoek. Dat is onderzoek dat uiteraard kennis oplevert, maar kennis die nodig is om daarop verdere acties in het beleidsproces te kunnen baseren.

Het beste werkt dit in een situatie waarin het begin- en eindpunt van het onderzoek ligt bij de gebruikers van de onderzoekresultaten. In veel gevallen (bijvoorbeeld bij rekenkamers, gemeentelijke bureaus O&S en planbureaus) ligt het beginpunt niet vanzelfsprekend bij de gebruikers. Het vergt dan een extra inspanning om een koppeling te maken naar de gebruikers. Dat moet bewust worden georganiseerd, anders loop je het risico dat er sprake is van Chinees vuurwerk in plaats van doelgericht vuur.

Budget voor benutting
Dit brengt me op een tweede aanbeveling, namelijk om een deel van het onderzoekbudget niet te besteden aan de productie van kennis/informatie maar aan de consumptie ervan. Dat kan vrij simpel door benuttingsactiviteiten op te nemen in de onderzoekbegroting. In alle onderzoekvoorstellen die ik in de loop van de tijd heb mogen bekijken ben ik nog nooit een post voor benutting tegengekomen. De kans op benutting is daardoor aanzienlijk geringer dan zou kunnen. Een investering van 10% van het onderzoekbudget zou wel eens een verdubbeling van de benuttingsgraad teweeg kunnen brengen. Dat zou dan goed besteed geld zijn.

Onderzoekprogrammering
Mijn belangrijkste aanbeveling betreft een adequate vorm van onderzoekprogrammering. Waarom is dit de belangrijkste? Omdat een goede onderzoekprogrammering als vanzelf de andere aanbevelingen omvat.
Onderzoekprogrammering dient de volgende doelen: koppeling met de kennishuishouding, samenhang tussen onderzoekprojecten, koppeling naar beleid en praktijk, doelmatige besteding van middelen.
Hoe bewuster er wordt geprogrammeerd, des te beter het resultaat. Onderzoekprogrammering kost natuurlijk ook een deel van het budget, pakweg 5 tot 10% (zoals in het verleden wel eens is nagegaan), maar levert een aanzienlijke verbetering op van de kosten/baten verhouding van een onderzoekprogramma c.q. een reeks onderzoekprojecten.

Rol van beleidsmedewerkers
Wat volgens mij de grootste invloed heeft op de verbinding tussen kennis en beleid is de mate waarin beleidsmedewerkers in staat zijn de rol van kennismakelaar op zich te nemen.
Die rol van kennismakelaar omvat diverse taken: raadplegen van bestaande kennis, raadplegen van kennisbronnen in het veld, begeleiden van opdrachtonderzoek, vertalen van onderzoekresultaten in beleidsaanknopingspunten, kennisoverdracht naar gebruikers.
Het zou mooi zijn als dit een echte professie zou worden in plaats van een proces van trial and error op het niveau van de individuele beleidsmedewerker. Een opleiding tot kennismakelaar zou wat dit betreft een goede investering zijn.

Aanwezige kennis in het veld
In het veld is veel praktijkkennis aanwezig, die onvoldoende wordt benut, niet alleen door beleidsmedewerkers maar ook door onderzoekers.
In de meeste beleidsonderzoekprojecten wordt wel veldonderzoek gedaan, maar dat is meestal een proces van eenzijdige gegevensverzameling vanuit het gezichtspunt van de onderzoeker.

Een goed voorbeeld van hoe het anders kan is de visitatiemethode bij evaluaties, waarbij organisaties een zelfonderzoek doen uitmondend in een zelfrapportage die vervolgens kritisch wordt beoordeeld door deskundige buitenstaanders. Die buitenstaanders kunnen uiteraard ook onderzoekers zijn. Dit is niet alleen een efficiente methode (de dataverzameling is nagenoeg gratis), maar het is vooral ook een methode die leidt tot zowel valide als bruikbare resultaten.
Er zijn wel meer bottom up methoden te bedenken dit tot dezelfde effecten kunnen leiden, ze komen er allemaal op neer dat het veld laat zien wat men daar al weet, soms al heel lang weet.

Afsluiting
Een betere verbinding tussen kennis en beleid is niet alleen voor onderzoekers een aantrekkelijk doel, maar zou het ook voor beleidsmakers moeten zijn. Veel beleid onder de maat, nodeloos ingewikkeld en soms zelfs totaal overbodig. Een betere verbinding met kennis kan het beleid op een hoger niveau brengen. Politici hoeven daarbij niet bevreesd te zijn dat ze dan hun politieke opvattingen opzij moeten zetten. Uiteenlopende politieke opvattingen zijn er niet voor niets. Kennis kan laten zien hoe je tussen die opvattingen werkzame verbindingen kunt leggen.

Peter van Hoesel
April 2013

Boeken van Peter van Hoesel en verdere informatie.
http://www.ambachtseconomie.nl/
– Hoesel, P. van (2008) Partij van de Eenvoud. Uitgeverij Sdu, Den Haag

Via Bol.com

Partij voor eenvoud / druk 1
Hoesel, P. van

Via Managementboek.nl
Samenvatting van 'Partij voor eenvoud'
Het beleid van de overheid is in de afgelopen decennia allengs ingewikkelder geworden. Bij elkaar genomen is het beleidssysteem inmiddels zo ingewikkeld, dat de kwaliteit van het beleid in ernstige mate is aangetast. Beter beleid wordt regelmatig belemmerd door bestaand beleid. Ernstiger is dat bestaand beleid in veel gevallen onvoldoende blijkt te werken of zelfs negatieve effecten oplevert. Het vertrouwen in de overheid heeft daardoor flinke schade opgelopen.

Het is voor onze samenleving van wezenlijk belang om deze schade te gaan herstellen. Daarvoor zijn drastische beleidswijzigingen nodig om dat kleine aanpassingen niet altijd tot vereenvoudiging leiden. Helaas zijn grote veranderingen bijzonder lastig te verwezenlijken, want politieke partijen houden elkaar voortdurend in een patstelling. De kiezer weet daardoor niet meer waar hij zijn stem moet laten.

Het valt te hopen dat politici zich op afzienbare termijn durven te bevrijden uit deze patstelling. Zij kunnen daarvoor de nodige inspiratie putten uit dit boek, en politiek geïnteresseerde burgers zullen hen daarbij hopelijk aanmoedigen.

Inhoudsopgave
Voorwoord
1. Inleiding
2. Een synthese tussen links en rechts
3. Naar een organische economie
4. Economische groei
5. Kwaliteitscriteria voor overheidsbeleid
6. Valkuilen in het beleidsproces
7. Sociaal-economisch beleid
8. Economisch stimuleringsbeleid
9. Publieke dienstverlening
10. Binnenlands bestuur, democratie en grondrechten
11. Ruimtelijke ordening en infrastructuur
12. Veiligheid en milieu
13. Internationaal beleid
14. Een doortastend beleidsprogramma

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789012129190/
partij_voor_eenvoud_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Peter van Hoesel over methoden en technieken voor beleidsonderzoek
Via Bol.com
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
Beleidsonderzoek in Nederland / druk 1
P.H.M. van Hoesel & J.W.M. Mevissen

Via managementboek.nl
Samenvatting van 'Beleidsonderzoek in Nederland'
'Beleidsonderzoek in Nederland' schetst een beeld van de wordingsgeschiedenis, de huidige stand van zaken en de te verwachten ontwikkelingen van het beleidsonderzoek in Nederland. Het gaat hier om een relatief jong vakgebied dat zijn wortels heeft in de wetenschap. Beleidsonderzoek is langzamerhand een belangrijke rol gaan spelen in de ontwikkeling en uitvoering van beleid bij overheden, organisaties in het maatschappelijke middenveld en, zij het nog in mindere mate, het bedrijfsleven. Het spreekt bijna voor zich dat de exacte invulling van die rol afhankelijk is van de behoeften van de opdrachtgever. Daarom wordt gebruik gemaakt van een veelheid aan methoden en technieken, theorieën, producten, rapportagetypen, enzovoort. Tegelijkertijd vindt er binnen het vakgebied een voortdurend proces van innovatie en professionalisering plaats waardoor sneller, beter en tegen minder kosten aan de vraag kan worden voldaan.

In tien hoofdstukken laat dit boek zien:
– wat beleidsonderzoek is;
– hoe het ontstaan is;
– welke rol het speelt in het beleidsproces en welk rendement het kan hebben;
– hoe de Nederlandse markt er uit ziet en hoe beleidsonderzoek in het buitenland georganiseerd is;
– welke kritiek erover geuit wordt en waarom;
– wat het toekomstperspectief voor het vak is.

Het boek is bedoeld voor beleidsonderzoekers (bij onderzoeksinstituten én bij interne onderzoeksafdelingen), opdrachtgevers, beleidsontwikkelaars en uitvoerders, toezichthouders en studenten die zich tot het vak aangetrokken voelen.

Inhoudsopgave
1 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in Nederland
1.1 Inleiding
1.2 De ontwikkeling van beleidsonderzoek in drie perioden
1.3 Het prille begin (de periode tot 1945)
1.4 De overgangstijd (1945 – 1975)
1.5 Het tijdperk van professionalisering (1975 – heden)
1.6 Afsluiting

2 Geschiedenis van het beleidsonderzoek in de Verenigde Staten
2.1 Grondslag van Policy Sciences
2.2 Groeiende kennis, groeiende invloed
2.3 Drors nieuwe wetenschap
2.4 Verschillende opvattingen
2.5 Booming Business
2.6 Controverse
2.7 Great Society
2.8 Niet langer bijzonder
2.9 Rand Corporation
2.10 Speaking truth to power
2.11 Heroriëntatie en politieke actie
2.12 Uitwaaierend beleidsonderzoek
2.13 Evaluatie
2.14 Amerika en Europa

3 Wat is beleidsonderzoek?
3.1 Definitie en kenschets
3.2 Wat is beleidsonderzoek niet?
3.3 De groei van het evaluatieonderzoek
3.4 Afsluiting

4 Het beleidsproces in theorie en praktijk
4.1 Inleiding
4.2 Het begrip ‘beleid’
4.3 Het beleidsproces in fasen
4.4 Van probleem naar oplossing: de beleidstheorie
4.5 Typen van beleid
4.6 Het beleidsproces in de praktijk: de aanleg van IJburg
4.7 Kritiek op het fasenmodel
4.8 Samenvatting

5 Plaats en functies van beleidsonderzoek in het beleidsproces
5.1 Het belang van onderzoek voor de beleidsontwikkeling
5.2 Kennismanagement
5.3 Relatie tussen onderzoek en beleid
5.4 Het model van de beleidscyclus
5.5 Functies van beleidsonderzoek
5.6 Afsluiting en relativering

6 Wat is het rendement van beleidsonderzoek?
6.1 Inleiding
6.2 Voorwaarden voor het optreden van rendement
6.3 Rendementstypen
6.4Partijen die specifieke typen rendement kunnen ondervinden
6.5 Kan rendement van beleidsonderzoek gemeten worden?
6.6 Hoe kan het feitelijk gebruik van beleidsonderzoek verbeterd worden?

7 De markt voor beleidsonderzoek
7.1 Inleiding
7.2 Intern onderzoek
7.3 Intern of extern onderzoek?
7.4 De markt voor extern beleidsonderzoek
7.5 Is het beleidsonderzoek optimaal georganiseerd?
7.6 Conclusies

8 Beleidsonderzoek in onze buurlanden
8.1 Inleiding
8.2 Duitsland
8.3 Groot-Brittannië
8.4 Vlaanderen 138

9 Beleidsonderzoek onder vuur
9.1 Hoe meer onderzoeksrapporten, hoe meer elkaar tegensprekende resultaten
9.2 Beleidsonderzoek is ‘quick and dirty’
9.3 Er is te veel onderzoek, je ziet door de bomen het bos niet meer
9.4 Onderzoek levert lange, onleesbare en technische rapportages op
9.5 Goed onderzoek, maar met een verkeerde probleemstelling
9.6 Beleidsonderzoek levert conclusies op waarmee je alle kanten op kunt
9.7 Onderzoeksresultaten komen vaak als mosterd na de maaltijd
9.8 Opdrachtgever heeft de onderzoekers/het onderzoeksbureau gemanipuleerd
9.9 Beleidsonderzoek trapt open deuren in
9.10 Beleidsonderzoek is lastig omdat er steevast om meer of ander beleid wordt gevraagd

10 Een toekomstperspectief voor het beleidsonderzoek
10.1 Alles beweegt, maar waarheen?
10.2 Steeds sneller en beter door ICT
10.3 Het begrip ‘deskresearch’ krijgt een andere betekenis
10.4 Datamining als de nieuwe revolutie in het beleidsonderzoek
10.5 Van een passieve naar een actieve rol van de beleidsonderzoeker
10.6 De beleidsonderzoeker krijgt een eigen status
10.7 Evaluatieonderzoek evolueert naar een hoger niveau
10.8 Van een gesloten naar een open markt (of toch niet helemaal?)
10.9 Beleidsonderzoek vooral in samenwerking en netwerken
10.10 Beleidsonderzoek als uitvloeisel van professionalisering van het beleidsproces
10.11 De invloed van Europa blijft groeien
10.12 Tot besluit: de vergeten schakel in de Nederlandse kennis-infrastructuur

Zie verder: http://www.managementboek.nl/boek/9789023241614/
beleidsonderzoek_in_nederland_peter_van_hoesel?affiliate=1910

Methoden van beleidsonderzoekers
Methoden van beleidsonderzoekers
Marieke Boekenoogen & Carla Verheijen