De huidige regering laat zich graag voorstaan op de min of meer gunstige ontwikkeling van de economie. Tegelijkertijd geeft men wel toe dat het nog niet zo goed gaat met de werkgelegenheid. De schuld daarvan wordt vooral gezocht in automatisering, waardoor vele banen verloren gaan. Dat het ook aan het schamele overheidsbeleid zou kunnen liggen wordt uiteraard niet graag toegegeven. En toch ligt daar de belangrijkste sleutel om er echt wat aan te doen.
Een effectief beleidsprogramma ten behoeve van banengroei zou kunnen bestaan uit de volgende maatregelen:
- Schaf alle regels af die werkgevers kopschuw maken om mensen aan te nemen, zoals het ontslagrecht, de algemeen-verbindend-verklaring van cao’s en loondoorbetaling bij ziekte. Het lijkt sociaal om vaste werknemers enorm te beschermen, maar werkgevers reageren daarop door zo min mogelijk nieuwe medewerkers aan te nemen. Voor jongeren, maar ook voor oudere werklozen pakt dit dan ook asociaal uit.
Onder meer in Frankrijk kun je zien welke gevolgen de bescherming van de rechten van vaste werknemers heeft voor de jeugdwerkloosheid. In Nederland ligt het weghalen van rechten bij vaste werknemers trouwens ook moeilijk, omdat die rechten diep verankerd liggen in de structuren/partijen die er belang bij hebben de klassieke tegenstelling tussen werkgevers en werknemers intact te houden (vakbonden, werkgeversorganisaties, diverse politieke partijen). Met name de politieke partijen moeten wel beseffen dat zij daarmee de tweedeling in de samenleving steeds sterker maken.
- Geef iedere volwassene het recht om een jaar lang op te starten als zzp’er dan wel ondernemer, met als basis een uitkering op bijstandsniveau. De zelfstandigenaftrek is gedurende dat jaar dan niet van toepassing. De kosten van deze regeling zijn per saldo dan ook laag.
Daarmee krijgen velen de kans om zich een positie te verwerven waarvoor momenteel de drempel nogal hoog is. Zelfstandig werken moet je leren en als ondernemer moet je nog meer vaardigheden ontwikkelen. Als tijdens een eerste periode de zorg om voldoende inkomen wordt weggenomen, zullen meer mensen de stap wagen en zullen zij zich beter kunnen concentreren hun werkzaamheden.
- Faciliteer de oprichting van nevenbedrijven. Dat zijn bedrijven die kansen oppakken die ondernemers wegens drukte (moeten) laten liggen, zoals export of innovatieve producten die op de plank liggen. Er zijn tienduizenden middelgrote bedrijven waar zulke onbenutte kansen te vinden zijn. Veel jongeren en ook oudere werklozen willen een nieuw bedrijf beginnen, terwijl hun kansen om met succes een nevenbedrijf te starten via een bestaande onderneming aanmerkelijk groter zijn.
De overheid hoeft wat dit betreft eigenlijk niet veel meer te doen dan het (helpen) opzetten van een goed functionerende website waarop aspirant-ondernemers en kansrijke bedrijven elkaar makkelijk kunnen vinden.
- Faciliteer bedrijfsopvolging, want veel gezonde bedrijven worden onnodig beëindigd omdat er geen opvolger is. Op basis van een bestaand bedrijf heeft een nieuwe ondernemer tweemaal zoveel kans op succes dan wanneer hij/zij voor zichzelf begint. In driekwart van de overgenomen ondernemingen worden al in het eerste jaar nieuwe investeringen gedaan, hetgeen veel meer werkgelegenheid met zich meebrengt dan de (meestal schamele) investeringen in een nieuw bedrijf.
Er bestaan wel websites waarop kopers en verkopers elkaar kunnen vinden, maar die zijn tamelijk beperkt qua bereik. Het zou beter werken als de overheid een landelijke website zou (helpen) opzetten. Bovendien zou er veel meer gedaan kunnen worden aan voorlichting aan aspirant-ondernemers over de mogelijkheden van bedrijfsopvolging in plaats van de start van een nieuw bedrijf.
- Regeldrukverlichting geeft meer kansen aan het MKB. De kosten van ingewikkelde regelgeving drukken onevenredig zwaar op kleine bedrijven. Grote bedrijven steunen nogal eens ingewikkelde EU-regelgeving omdat ze daarmee een voorsprong houden op kleine bedrijven. Bovendien kost de naleving van regels veel tijd en geld, die beter kunnen worden ingezet voor innovaties.
Om misverstanden te voorkomen, het gaat er niet om bedrijven te verlossen van alle regels maar om de enorme vloed aan detailregels in te dammen. Dat kan bijvoorbeeld door ‘hoe-voorschriften’ te vervangen door ‘doel-voorschriften’, zoals bij de Arbowet grotendeels al is gebeurd.
Ingewikkelde regelgeving wordt trouwens ook door het bedrijfsleven zelf veroorzaakt, onder meer via de cao’s. Via de algemeen-verbindend-verklaring wordt ook het MKB verplicht hieraan mee te doen, dus het loslaten daarvan zal heilzaam uitpakken.
- Schaf alle voordelen voor het grootbedrijf af. Grote bedrijven betalen minder belasting, ontvangen meer subsidies en krijgen de meeste overheidsopdrachten. Daarmee wordt het MKB systematisch benadeeld. De winsten van grote bedrijven vloeien grotendeels af naar het buitenland, terwijl de winsten van het MKB grotendeels binnenslands blijven. Daarmee wordt de kans vergroot dat deze winsten in eigen land worden geïnvesteerd.
Dit is niet makkelijk te realiseren, omdat de lobbykracht van het MKB zwak afsteekt bij de lobbykracht van het grootbedrijf.
- Investeer als overheid in de toekomst, liefst in samenwerking met grote beleggers zoals pensioenfondsen: meer en/of grotere investeringsfondsen voor het MKB, versnelde invoering van duurzame energie, een hoogwaardiger infrastructuur (wegen, spoor, kabels, waterkeringen, riolering e.d.), herwaardering van het volwassenenonderwijs, extra geld voor wetenschap en technologie.
Dit levert niet alleen op korte termijn extra werk op, maar ook op lange termijn, wanneer deze investeringen hun rendementen gaan opleveren.
- Faciliteer zoveel mogelijk stageplaatsen voor jeugdigen, maar zeker ook voor ouderen. Ten eerste via betere websites waarop bedrijven en instellingen makkelijker in contact kunnen komen met mensen die graag een lange of korte stage zouden willen lopen. Ten tweede door stageplaatsen fiscaal te ondersteunen. Op die manier komen meer mensen in contact met bedrijven en instellingen, waardoor de kans wordt vergroot dat ze daar aan het werk kunnen.
- Ten slotte, last but not least, wil ik wijzen op de vele positieve effecten die invoering van een basisinkomen zou hebben op de banengroei. Allerlei in het huidige stelsel te dure arbeid wordt mogelijk gemaakt, zwart werk en illegale arbeid wordt teruggedrongen, vrijwilligerswerk wordt gestimuleerd, de drempel naar zelfstandige arbeid en ondernemerschap wordt verlaagd, overbodige arbeid wordt teruggedrongen, de aansluiting tussen vraag en aanbod wordt verbeterd.
Toegegeven moet worden, dat het basisinkomen ook tot gevolg zal hebben dat er allerlei nutteloze arbeid wordt teruggedrongen, maar de besparingen die dat oplevert kunnen weer worden gebruikt voor het scheppen van nuttige arbeid.
Met dit programma hoeft John de Wolf zijn baan als ambassadeur van oudere werklozen niet op te geven. Als hij zijn werk zou kunnen doen op basis van bovenstaand programma zie ik hem zeker succes hebben, terwijl ik daar nu aan twijfel. Dat ligt niet aan hem, maar aan de omstandigheden waaronder hij zijn werk moet doen.
Hopelijk zijn er politieke partijen die het aandurven om zo’n programma aan de kiezer voor te leggen. Volgens mij krijgen die partijen dan veel stemmen.
Peter van Hoesel
November, 2016