Dada?sme als nieuwe basis.
Bewerking/samenvatting van het deel over Dadadviseren. Delen van deze samenvatting zijn met toestemming overgenomen uit het boek ?Provocatief adviseren' van Mathieu Weggeman.
Bij ?wat is Dada?' zijn enige regels toegevoegd in een pogingin een poging om voor deze korte samenvatting de essentie nog wat scherper neer te zetten.
Kan een bepaalde kunststroom betekenis hebben voor een organisatie-adviseur?
Mathieu Weggeman heeft in zijn boek ?provocatief adviseren' een essay opgenomen over de vraag of het dada?sme van betekenis kan zijn voor het doen en laten van de organisatie-adviseur en zo dat het geval mocht zijn, hoe die betekenis dan geoperationaliseerd kan worden.
Het ontstaan van dada wordt door Meyers en Copplestone (1985) z? beeldend beschreven dat associaties met metaparadigmatisch adviseren (zie www.managementissues.com/search/organisatietools/artikel100.shtml ) zich bijna vanzelf aandienen. Zij stellen:"De oorlogsjaren (WO I) en de periode direct daarna leken voor sommige kunstenaars door het bloedvergieten en de ellende, het bankroet van de Westerse beschaving te bevestigen en zij beijverden zich dan ook dit bankroet bekend te maken door de cultuur waarop het Westen prat was gegaan, belachelijk te maken. Zij stelden onredelijkheid tegenover redelijkheid en anti-kunst tegenover kunst. Overal in Europa waren kunstenaars met een dergelijke opinie te vinden. In Zwitserland, de neutrale oase in een zee van geweld, kwam een groep samen bestaande uit leden van allerlei nationaliteiten die deze idee?n voorstonden."
Het centrum was het in 1916 opgezette Cabaret Voltaire. De leden schreven po?zie, maakten voorwerpen en gaven shockerende cabaretvoorstellingen om zo de kunst en de literatuur in hun bestaande vorm te hekelen. Onzin was voor de Dada?sten het Esperanto van het onbewuste. (Noot MH: "en van die onzin/ ?niet-logica' weet het onbewuste er op zijn manier wel weer ?chocola' van te maken.")
Dada kreeg in 1916 in Zurich (Zwitserland) zijn naam, hoewel de omstandigheden -en de betekenis van de naam- nog steeds betwist worden. Richard Huelsenbeck, destijds een uit Duitsland uitgeweken jonge dichter, zei dat hij en Hugo Ball het woord toevallig in een Duits-Frans woordenboek hadden ontdekt, en dat dit kleuterwoord (dat hobbelpaard betekent) "het primitieve, het begin bij nul, het nieuwe in onze kunst uitdrukt".
De Franse schilder, beeldhouwer en dichter Hans (Jean) Arp schreef in zijn ?"Meer en meer verwijderd van de esthetica" "Dada was erop uit het irrationele bedrog van de mens te vernietigen en de natuurlijke en irrationele orde terug te winnen. Dada wilde de logische onzin van de mens van vandaag vervangen door het onlogische sans-sens (zonder zin). Om die reden sloegen wij uit alle macht op de grote trom van Dada en verkondigden we de lof van het onverstand. Filosofie?n (Noot MH, lees: teksten, zie verder) hebben voor Dada minder waarde dan een oude versleten tandenborstel en Dada slijt ze aan de grote wereldleiders. Dada klaagt de duivelse listen van het offici?le woordenboek van de wijsheid aan. Dada is voor het zinloze, wat niet onzinnig wil zeggen. Dada is zinloos, net als de natuur.
In "Die Nabelflasche" vervolgde Arp: "De Bourgeois beschouwde de Dada?st als een losbandige onverlaat, een revolutionaire schurk, een barbaarse Aziaat, die het op zijn klokken, brandkasten en lijst met eretitels had gemunt. De Dada?st verzon 'practical jokes' om de bourgeois slapeloze nachten te bezorgen… De Dada?st hield de Bourgeois een gevoel van verwarring en een ver, doch hevig gerommel voor, zorgde ervoor dat de klokken begonnen te zoemen, z'n brandkasten de wenkbrauwen fronsten en z'n eretitels rood aanliepen.
Dada richtte zich daarom binnen de kunst zelf onder meer ook tegen de bestaande ?-ismen' in de kunst zoals het impressionisme, het expressionisme, het kubisme, het constructivisme en het futurisme.
Volgens de Dada?st Marcel Duchamp (1887-1968) stond de nieuwe kunstvorm voor een methode om een bepaalde geestesgestelheid kwijt te raken, om te ontsnappen aan de invloed van de directe omgeving, om de banden met het verleden te doorbreken en om clich?s te leren vermijden. Kortom: een kunststroming die kon helpen jezelf vrij te maken.
Meyers en Copplestone stellen verder:"Paradoxaal genoeg bewezen zij hiermee dat alleen maar anti-kunst niet kon bestaan. Hun literaire nonsens had een bevrijdend effect op het schrijven en brak door de beperkingen van de zinsopbouw en de gewone gesprekken heen. In de beeldende kunst onthulde hun gebruik van toevalstreffers en onlogische verhoudingen, mogelijkheden die daarvoor slechts vluchtig waren vertoond en die velen sindsdien hebben gebruikt en onderzocht".
BOX: Mogelijk nog beroemder dan zijn beeldende kunst, zijn de gedichten die Hans (Jean) Arp maakte. Zo stelt de Nederlandse kunstenaar Erik van Loon. In deze gedichten experimenteerde hij veel met toeval door zinnen te verknippen en deze vervolgens op de grond te gooien en zien wat er uit komt. Hij gebruikte deze methode ook bij het maken van een bepaald kunstwerk door hout toevallig te ordenen waardoor het werk een sterk werkende, meerduidige gedaante aan neemt.
Wat is adviseren?
De in een eerdere mail genoemde Edu Feltmann geeft daarover de volgende opmerking die bijna het nietszeggende (het ?irrationele bedrog'), dat essentieel staat in dada, eveneens centraal zet in het werk van bestuurders, managers:"Managers en bestuurders van organisaties vullen managers en bestuurders van organisaties met het produceren en consumeren van kilometers tekst. Zij formuleren beleid (tekst), zij beoordelen adviezen (tekst), zij vergaderen over plannen en problemen (tekst), zij bedenken strategie?n en structuren (tekst), zij veranderen de cultuur (tekst) en zij vragen informatie (tekst) of worden er mee overspoeld. Veel managers leven in de vaste vooronderstelling dat al deze teksten een niet-talige werkelijkheid representeren of cre?ren. Zoals bijvoorbeeld "beter onderwijs", of "doelmatiger gezondheidszorg" of "grotere overlevingskansen voor de organisatie". Dergelijke werkelijkheden kennen zij ??k alleen maar als tekst, in de vorm van rapporten, getallen, mondelinge informatie en dergelijke."
( Noot MH: als je deze opmerking van Feltmann leest, waar is de natuurlijke, irrationele orde van Dada? Het organiseren als ?natuurlijk' proces?)
Daaraan voegt Mathieu Weggeman zijn indruk toe dat vele managers en organisatie-adviseurs niet meer in staat of bereid zijn zich de realiteit voor te stellen die achter die tekstuele werkelijkheden schuil gaat.
Problemen die zij zien zitten in het immateri?le domein (het perspectief van een organisatie als een verzameling abstracties). Ze zien doorgaans iets anders dan de dingetjes en dingen die op de vloer worden gemaakt. Problemen in de immateri?le context kunnen alleen gemaakt worden door mensen. Meestal managers, bestuurders, stafdiensten en adviseurs die een bepaald verschijnsel zodanig waarnemen dat hen dat een probleem oplevert. De vaklieden in het primaire proces zijn doorgaans te weinig vertrouwd met de immateri?le kijk op hun organisatie om vanuit die invalshoek leuke problemen te kunnen verzinnen.
Van Dada en adviseren naar Dadaviseren.
Dadaviseren is een vorm, van adviseren waarbij de adviseur zich bij het operationaliseren van zijn interventies laat leiden door Dada?stische gevoelens, zonder zich daar oncomfortabel bij te voelen. Dat laatste is verplicht.
Het verzoek aan de adviseur is nu om er voor te zorgen dat deze kansrijke vorm van advisering vaker wordt toegepast dan in de huidige praktijk gangbaar is.
Teneinde ooit de status te kunnen bereiken van dadaviseur is een eerste voorwaarde dat de adviseur de basisregels van de interventiekunde goed begrijpt, ze vaak heeft toegepast en wil blijven leren van de synergetische interactie tussen theorie en praktijk…..of zoiets.
Direct starten met dadaviseren zonder de genoemde basiskennis te hebben doorleefd en zonder met de praktische toepassing daarvan een scala aan leerervaringen te hebben opgedaan, kan tot grote vreselijkheden leiden. Hoewel bij oppervlakkige beschouwing het doen en laten van de dilettant er van buiten ongeveer hetzelfde uit kan zien als dat van de meester in het vak, mist het historische fundering en aansluiting op de grondbeginselen; men weet niet wat men weglaat of anders doet, men weet niet uit welk repertoire men een keuze heeft gemaakt, en men weet niet hoe het zo is gekomen.
Waar het daarbij ook om gaat is dat men als dadaviseur een begin moet durven maken met het overstijgen van het gangbare. Het gangbare kent sinds jaar en dag slechts ??n startpunt: een probleem en twee oplossingsrichtingen: het beter doen (effectiever/effici?nter) of het anders doen (innovatie).
De dadaviseur heeft geen boodschap aan de genoemde effici?ntie. Zijn excentrieke bijdragen zijn uitingen van een zelf verkozen therapie ter bestrijding van een diep cultuurpessimisme.
Daarbij wordt het gangbare vreemd, onbekend, onduidbaar en ?nutteloos'. Het gangbare wordt ?vakmatig' ontregeld. Op een manier die de ander(en) raakt in zijn fundament, in datgene waar zijn denken, doen en laten op is gebaseerd. Dit om een opening te bieden naar………
Bron: provocatief adviseren
Zie voor meer informatie:
http://www.managementboek.nl/boek/9789055943210/provocatief_adviseren_mathieu_weggeman?affiliate=1910