Jaloezie op de werkvloer

Samenvatting van het artikel ‘Envy at Work’.
(Menon, Tanya, and Leigh Thompson. “Envy at work.” Harvard business review 88.4 (2010): 74-79)

Jezelf vergelijken met andere collega’s kan stimulerend werken. Zeker als je van je collega’s wilt leren. Maar het kan ook jaloezie oproepen. Tanya Menon enLeigh Thompson, die dit thema zo’n 10 jaar onderzochten stellen dat jaloezie serieuze schade kan veroorzaken aan de organisatie waarin je werkt en vroeg of laat ook je eigen carrière-pad ondermijnen.

Toch is er ook eenvoudige methode om je eigen jaloerse trekken op te sporen en dergelijke gevoelens om te buigen naar meer productieve vormen.

Jaloezie kan worden omschreven als een kwelling die mensen voelen als een ander krijgt wat zij willen. En dan blijkt uit onderzoek dat, welk economisch klimaat er ook is, medewerkers op alle lagen in een organisatie kwetsbaar zijn voor jaloerse projecties van anderen.

Als medewerkers jaloers worden op collega’s overtrekken ze vaak in hun waarneming. De complimenten die de collega krijgt worden langdurig overpeinsd, er is een obsessief bezig met de eigen interacties met de ‘rivalen’ en dat gaat ten koste van de performance. Jaloersheid zorgt voor een negatieve sfeer in een organisatie, beschadigt daardoor relaties, ontwricht teams en ondermijnt de performance van een organisatie.

Kleinering en distantiëring
Er zijn twee manifestaties van jaloezie: kleinering en distantiëring.
Als andere mensen kwaliteiten hebben waarop we jaloers zijn en die we ons niet snel kunnen eigen maken, is er de sterke neiging om de waarde ervan te bagatelliseren en ze zelfs met hoon te overladen. Niet voor niets zei Brederode al:”Hoon en spot is het wapen van de verliezer.”

En we scheppen er behagen in, als het een keertje misloopt bij de succesvolle ander. Dat wat de Duitsers ‘Schadenfreude’ noemen.
Verder distantiëren medewerkers zich van degenen op wie ze (al dan niet heimelijk) jaloers zijn.

Verminderd statusgevoel door succes van een ander
Ook (verminderde) statusgevoelens gaan een rol spelen in de onderlinge relatie. Onderzoek van Abraham Tessler laat zien dat medewerkers zich ongelukkiger voelen als een nabije persoon succesvol wordt in een domein dat h/zij zelf ook relevant vindt dan als een vreemde dat doet.
Vreemden zijn een abstractie en hun resultaten worden primair als ‘statistiek’ ervaren.
 
Waar vriendelijke competitie leren stimuleert, wordt dat anders als jaloezie in de onderstroom meespeelt. Er ontstaat een cultuur waarin samenwerken en leren minder plaatsvindt.
Ook al kennen organisaties het Not Invented Here syndroom, als jaloezie in het spel is willen medewerkers liever iets leren van andere organisaties dan van hun ‘rivalen’. Daarvoor betaalt een organisatie een serieuze financiële prijs. Leren van collega’s is nu eenmaal goedkoper dan van buiten.

Het omgedraaide vindt ook plaats. Mensen durven niet succesvoller te zijn. Maar de wens om niet al te ver af te wijken van je collega’s is wel een gemiste kans om nieuwe mogelijkheden te zien en te benutten voor je eigen organisatie.

Hoe die spiraal te stoppen?
De beide auteurs geven allereerst een aantal vuistregels voor jou als individu

  1. Stel vast wat je precies jaloers maakt.
    Welke omstandigheden en kwaliteiten van de ander zijn dat precies? Waarover voel je je het meest onzeker in termen van wat je ontbreekt. Vaardigheden, salaris, waardering etc.
  2. Focus niet op anderen maar op jezelf.
    Analyseer je eigen resultaten, kijk naar de eigen kleine en grote successen die je boekt en hoe je dat hebt gedaan met eigen kwaliteiten.
  3. Bevestig jezelf
    Als je weet wat je goed kunt, zeg dat ook tegen jezelf. Letterlijk hardop.

Op teamniveau zijn er enkele tips boor managers.

  1. Deel de glorie van resultaten en geef medewerkers nieuwe verantwoordelijkheden.
  2. Maak wat schaars is overvloedig.
  3. Deel je eigen bronnen en capaciteit met andere teams. Dat legt juist een basis voor wederkerigheid en samenwerking in plaats van jaloezie.
  4. Geef de jaloersen en hun ‘doelen’ verschillende sferen van invloed waardoor onderling vergelijken moeilijker wordt. 
  5. Ben je bewust van taalkundige ‘triggers’.

Kortom, ga na wat jaloersheid kan stimuleren. Teveel aandacht bijv. aan het leiderschap van een bepaalde medewerker kan een probleem scheppen voor goed samenwerkende ‘volgers’.
Alleen aandacht voor ‘innovatie’ en degene die dat veel doen, maakt de vergelijking met anderen scherper als dat niet gecombineerd worden met ‘co-creatie’ en ‘delen van kennis’.

Tot slot een kleine vragenlijst om te kijken of je zelf in de jaloersheidsval trapt. 🙂

Box: Self-Assessment, Are You Falling into the Envy Trap?
Think about a person in your organization who is at a similar level and with whom you often compare yourself. Think about one of this person’s recent accomplishments. Describe it. Then answer the questions below.

1. Did you congratulate this person?
Yes (0), No (1)

2. How did the news of his or her achievement make you feel? 
Happy (0), Neutral (1), Vaguely disturbed (2)

3. Did you worry that superiors might
 devalue your own achievements as a result? 
Yes (1), No (0)

4. When was the last time you gave public credit or kudos to this person?
Last time he or she had a success (0), Don’t remember (1), Never (2)

5. Do you sometimes catch yourself obsessing over how much status this person has? 
Yes (1), No (0)

6. Imagine that this person suffers an embarrassing public failure or professional loss. Does this make you feel sad, indifferent, or happy? 
Sad (0), Indifferent (1), Happy (2)

7. I’m always willing to admit it when I make a mistake. 
False (0), True (1)

8. I have never intensely disliked anyone. 
False (0), True (1)

9. I sometimes feel resentful when I don’t get my way. 
True (0), False (1)

What the Scores Reveal
First, tabulate your scores for questions 1–6.
7–9 Congratulations on having the self-awareness to admit your envy!
4–6 You have moderate envy.
2–3 You have low envy.
0–1 You have reached mudita (joy for others’ good fortune)! Or you are in denial.

To help differentiate mudita from denial, now tabulate your scores for questions 7–9.
These questions come from the Crowne-Marlowe social desirability scale, which measures your tendency to convey a self-image that conforms to social expectations.

2–3 You might want to think deeply about whether your responses on this survey accurately reflect your behavior.
0–1 You’re comfortable admitting to behaviors that don’t conform to social ideals, and a low score on items 1–6 is likely to truly indicate that you are managing your envy effectively.