Van Zesjes-Cultuur naar Creatief Economisch Werken.

Het was een interessant verhaal dat ik hoorde van Ben Verwaayen. Ben is sinds september 2008 de Chief Executive Officer van Alcatel-Lucent. Hij gaf een lezing tijdens een congres over Duurzame Inzetbaarheid. Zijn betoog ging vooral over de verfoeilijke Nederlandse zesjes-cultuur en het belang van economische groei.
Terwijl ik de man in me opnam, en zijn verhaal aanhoorde, bedacht ik me dat wat hij vertelde niet helemaal klopte. Zelfs Nederland wel eens op een verkeerd spoor kan zetten.

Box: Tiger-Mom
Er is het verhaal van de zogenaamde ‘tiger moms’ gerepresenteerd door de Amerikaanse hoogleraar Amy Chua. Ze heeft Han Chinese wortels en schrijft in een van haar boeken over haar eigen opvoeding.  Ze kwam eens thuis van school en vertelde vol trots tegen haar vader dat ze de 2-de beste van de klas was. Dat leverde haar een reprimande op met de opmerking dat Han Chinezen altijd de beste horen te zijn.
Als je een dergelijke grondhouding combineert met bijv. de Chinese achtergrond, waar iedereen tot voor kort duidelijk wist wat armoede was en daarvan wil weg bewegen, dan kun je wel voorstellen dat Europa het nakijken heeft in economisch opzicht. Tenminste…..als je naar schoolopleidingen kijkt.
Terzijde: Ook in Nederland ontwaar ik een vergelijkbare kleine verandering à la Chua die ik de Gymnasium-Druk noem. Ik spreek nogal wat vrouwen, met intelligente kinderen, die persé willen dat hun kind op het Gymnasium komt. Misschien direct dan wel indirect besmet door het Chua/Verwaayen/China-virus.

Wat zegt een zesje?
Maar toch, hebben Verwaayen c.s. het bij het goede eind? Zoals ik al zei, nam ik Verwaayen eens in me op en zag eigenlijk iemand die, opgeklommen in een grote multinational, meer een bestuurder was geworden, dan een natuurlijk ondernemer. Wat bedoel ik daarmee?

In mijn leven heb ik nogal wat ondernemers geïnterviewd. Meestal van die typen die op school veel zesjes kregen. Kortom in ons schoolsysteem wat moeilijk konden ‘scoren’. Toen ze daar uit vielen, of vanwege omstandigheden moesten gaan werken, gingen ze ondernemen op basis van zaken en talenten die in hun aard lagen. Vaak was dat een product maken. Met hun handen. Niet te beroerd om die te laten wapperen. Of handel. En ze werden daarin behoorlijk succesvol.

Kortom waar een schoolsysteem een zesje in hun zag, zag een andere wereld er een negen in. Kwestie vanuit welke hoek je naar dat zesje kijkt. Mede door hun eigen toedoen uiteraard.

In dat kader zei Dawna Markova, een bekende oud-docente, eens:”Het gaat er niet om te ontdekken hoe slim je bent maar wat jouw persoonlijke manier is om slim te zijn.“ Als je dat laatste weet, heb je je eigen leer- en ontwikkelformule in de hand waarmee je gemakkelijker een product kunt scheppen en leren dat uit te bouwen. 

En dan nog een punt:”Wat zegt een zesje op school in termen van je ‘schoolintelligentie’?” Ik kan me herinneren in mijn eigen jonge jaren dat ik behoorlijk veel tijd stak in bijv. tafeltennistraining. Zo’n drie uur per dag. School moest maar daarin zat niet mijn gedrevenheid. Die zat in andere zaken. Dat betekende dat ik mijn tijd slim verdeelde over sport, bijbaan, school en uitgaan. Kortom het managen van verschillende doelen tegelijk. Ik ben daardoor wel eens met heel wat zesjes overgegaan. Is dat verkeerd met het oog op de tijd na mijn jonge jaren? Misschien of misschien niet.

Creatief Economisch Werken
Vorig jaar had ik een gesprek met Geert Smulders (GS Staalwerken), een ondernemer pur sang uit het Brabantse Lieshout. Iemand die op zijn 14-de jaar begon met werken en een mooi bedrijf van zo’n 1500 medewerkers opbouwde. Hij vertelde me onder andere dat veel mensen nooit hebben geleerd economisch te werken. Dat betekende voor hem twee zaken. Allereerst geen tijd verknoeien en daarnaast slim zaken combineren waardoor je met minder moeite meer kunt doen in minder tijd.

Eigenlijk gaat dat niet over twee maar drie dingen die je combineert: gebruikte energie (moeite), doelen realiseren (meer doen door slim combineren) en de gebruikte tijd. Je zou dat Creatief Economisch Werken kunnen noemen. Daarnaast gaf hij aan dat het voor een ondernemer belangrijk is om je vak te verstaan en betrouwbaar te zijn. Als je dat combineert met Dwana Markova’s uitgangspunt ‘weten op welke wijze je slim bent’ als je een product maakt. Dat product elke keer een beetje groter of beter makend, daarbij je praktijkkennis verder uitbouwt, dan kom je een heel eind. Met of zonder Gymnasium.

Natuurlijke groei in plaats van gestreste groei
Nu let op. Smulders in me opnemend, zag ik geen man die gestrest was of gejaagd.

De meeste mensen leren volgens Smulders niet hoe creatief economisch te werken. In die zin je hersens te gebruiken en, wat ik professor Matthieu Weggeman ooit eens hoorde zeggen, ‘a relaxed habit of movement’ te ontwikkelen.

Bij Smulders ontwaarde ik een natuurlijke groei en niet een gestreste groei. En dat laatste, die gestreste groei(druk), proefde ik teveel in het verhaal van Verwaayen. Dat leidt volgen mij tot een maatschappij die door organisatie expert Tom Peters ooit eens werd geduid met een samenleving waar je nog twee soorten mensen hebt: de snellen en de doden.

Dus m.i. gaat het niet zo zeer om een zesje of een negen. Het gaat om Creatief Economisch Denken en in dat kader voldoende energie hebben om vanuit je eigen talenten en manier van slim zijn iets neer te leren zetten. Dit zou de grondslag van een filosfie kunnen zijn om Nederland uit de crisis te halen.

Een sterke top-down hiërarchie en ondernemendheid
In dat opzicht ontwaar ik ook een ander probleem in vele grote organisaties dat ik recentelijk als stelling heb geponeerd: een organisatie met een sterke hiërarchie/top-down structuur programmeert mensen tot machteloosheid, minder vitaliteit en weerbaarheid.

Als ik om me heen kijk in grote organisaties, zie ik al die door hiërarchie angstig gemaakte mensen, in authenticiteit verkracht door een systeem, de ondernemendheid eruit geperst.
 

Tot slot
Misschien moeten we kinderen niet naar het Gymnasium willen drukken maar meer van ondernemers laten leren die gewoon zichzelf zijn gebleven. Daarbij natuurlijke groei hebben bewerkstelligd en tegelijk oog gehad voor samenleving en natuur. Bedenk ook: groei alleen maar om te groeien, is een vorm van blind lineair handelen zonder oog voor de effecten van je gedrag op het totale systeem. Dan kom je jezelf vroeg of laat ook tegen.

Max Herold
April 2012.
——————————————————————————————–
Ontvangen commentaar

Beste Max,

Helemaal eens met de strekking van deze analyse.
Aanvullend nog het volgende.

Ik ken ook diverse mensen met een negens-cultuur die later de hoge verwachtingen die dit opriep (ook bij henzelf) niet konden waarmaken.
Een natuurtalent in de wiskunde die in de B-vakken (overigens zonder enige inspanning) de hoogste cijfers kreeg, rondde nooit een academische studie af en nam genoegen nam met een gewone ambtelijke baan.
Een zeer ijverige persoon haalde de hoogste cijfers op school en op de universiteit, maar liep vast in zijn loopbaan en werd daardoor nog voor zijn dertigste arbeidsongeschikt en is dat altijd in gebleven.
Iemand met een stapeling van academische diploma’s bleek in de praktijk weinig te kunnen aanvangen met al die geleerdheid en kwam terecht in een sfeer van 12 ambachten 13 ongelukken.
Zo zijn er tallozen.

Het ministerie van ELI houdt van snelle groeiers, waarbij ze met grote bewondering naar sommige Amerikaanse bedrijven kijken. De Nederlandse economie moet het meer hebben van een groot aantal langzame, maar degelijke groeiers.
Innovatie is zelden een grote doorbraak en bijna altijd een lang volgehouden serie kleine verbeteringen. Het laatste ligt Nederlandse ondernemers goed en dat verklaart die langzame maar gestage groei bij een groot aantal succesvolle Nederlandse bedrijven.

Kwaliteit van leven bestaat uit veel meer dan economische groei. Kunst en cultuur, goed met elkaar omgaan, goed werkende publieke voorzieningen, sociale zekerheid, vrijwilligerswerk, natuurwaarden etc. zijn net zo belangrijk. Een redelijk functionerende economie is voor al dit soort zaken wel een belangrijke voorwaarde, maar ook een betrekkelijk stationaire economie (op een hoog niveau als die in Nederland) kan daarin voorzien. Een stationaire economie zou ons bovendien kunnen verlossen van allerlei overbodige onderdelen van de economie: overconsumptie, wegwerpartikelen, onnodige bureaucratie, opgedrongen reclame-uitingen, overbetaalde voetballers/TV-persoonlijkheden/managers, speculanten/profiteurs, etc.

Prof. dr. Peter van Hoesel
Erasmusuniversiteit en Platform Ambachtseconomie
Zie: http://www.ambachtseconomie.nl/view.cfm?page_id=19873